Taalgids Deens

Noord-Germaanse taal
(Doorverwezen vanaf Deens)
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Deens

Het Deens (dansk) is een Noord-Germaanse taal met ongeveer 5,5 miljoen sprekers. Het is de taal van vrijwel alle Denen en de enige officiële taal van Denemarken. In de Deense gebiedsdelen de Faeröer en Groenland is het slechts de taal van een kleine groep, die echter wel, naast de volkstaal, officiële status geniet. Het Deens dat op de Faeröer gesproken wordt, wordt ook wel Gøtudanskt ("Straatdeens") genoemd. Ook in het Duitse Sleeswijk-Holstein woont een aanzienlijke Deense minderheid; daar heeft de taal een officiële status (als minderheidstaal).

Grammatica

bewerken

Alfabet

bewerken

Het Deens wordt geschreven met het Latijnse alfabet, waaraan na de Z drie tekens zijn toegevoegd: Æ, Ø en Å. Deze worden als aparte letters gezien. De letters Q, W, X en Z worden nauwelijks gebruikt. Deze letters komen in de regel alleen voor in leenwoorden, zoals het woordje "Weekend" en "Sex".

Uitspraak

bewerken

Klinkers

bewerken

Medeklinkers

bewerken

Woordenboek

bewerken

Basiswoorden

bewerken

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
Åben
GESLOTEN
Lukket
INGANG
Indgang
UITGANG
Udgang
DUWEN
Skub
TREKKEN
Traek
WC
Toilet / WC
HEREN, MANNEN
Herrer, Mand
DAMES, VROUWEN
Damer, Kvinder
VERBODEN
Forbudt
Goeiedag. (formeel)
Goddag . (Goedee )
Hallo. (informeel)
Hej (Haai)
Hoe gaat het?
Hvordan går det? (Vordan gor die?)
Goed, dank u.
Godt, tak (Got, tak).
Hoe heet u?
Hvad hedder du? (Wèh hell'ah doe?)
Ik heet ______.
Jeg hedder ______ (Jaai hell'ah...).
Aangenaam kennis te maken.
Det var rart at møde dig (Di vaar raat it meul' e daai).
Alstublieft.
Vær så venlig (Vèr so wenlie).
Dank u wel.
Tak (Taak).
Graag gedaan.
Selv tak (Sel taak).
Ja.
Ja (Jeh).
Nee.
Nej (Naai).
Excuseer.
Undskyld (ontskuuld)
Het spijt me.
(Det må du) undskyld(e) (Di moo doe ontskuuld).
Tot ziens.
Farvel (fawel)/ Vi ses ("Wie sies.")
Dag (informeel)
Hej hej (haai haai).
Ik spreek geen Deens.
Jeg taler ikke dansk (Jij teeler ik densk).
Spreekt u Nederlands?
Taler du hollandsk? (Teeler doe Hollansk?)
Spreekt hier iemand Nederlands?
Er der nogen her, der taler hollandsk? (Er deh noon hier, deh teeler Hollansk?)
Help!
Hjælp! (Jelp)
Goeiemorgen.
Godmorgen (Go mor(û)n).
Goedenavond.
Godaften (Go af(û)n).
Welterusten.
Godnat (Go nat).
Ik begrijp het niet.
Det forstår jeg ikke. (Di verstâ jaai ike).
Waar is de wc?
Hvor er toilettet? (Wò er tooiletteh?)

Bij problemen

bewerken
Laat me met rust.
. ( )
Raak me niet aan!
 ! ( !)
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
 ! ( )
Stop! Dief!
 !  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
 ? ( )

Cijfers

bewerken
1
Et/en (it/in )
2
To ( to)
3
Tre (tre )
4
Fire ( fiâ )
5
Fem (fem )
6
Seks (seks )
7
Syv (suuw )
8
Otte (âte)
9
Ni ( nie )
10
Ti (tie )
11
Elve (elwûh )
12
Tolv (tâl)
13
Tretten (trattûn)
14
Fjorten (fjoâtûn)
15
Femten (femtûn)
16
Seksten (!saistûn!)
17
Sytten (suttûn)
18
Atten (ettûn)
19
Nitten (nittûn)
20
Tyve (tuwûh)
21
Enogtyve ( )
22
Toogtyve ( )
23
Treogtyve ( )
30
Tredive ( )
40
( )
50
Halvtreds ( )
60
Treds ( )
70
Halvfjerds ( )
80
Firs ( )
90
Halvfems ( )
100
Hundrede ( )
200
Tohundrede ( )
300
Trehundrede ( )
1000
Tusind ( )
2000
Totusind ( )
1.000.000
En million ( )
1.000.000.000
En milliard ( )
1.000.000.000,000
En billion ( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
nummer ____ ( )
half
halv ( )
minder
mindre ( )
meer
mere ( )
nu
nu ( )
later
senere ( )
voor
før ( )
ochtend
morgen ( )
middag
middag ( )
avond
aften ( )
nacht
nat ( )
Eén uur 's ochtends
klokken et om morgenen ( )
Twee uur 's ochtends
klokken to om morgenen ( )
Twaalf uur 's middags
klokken tolv om eftermiddagen (
Eén uur 's middags
klokken et om eftermiddagen ( )
Twee uur 's middags
klokken to om eftermiddagen ( )
Twaalf uur 's nachts
midnat / klokken tolv om natten ( )
_____ minu(u)te(n)
( )
_____ u(u)r(en)
( )
_____ dag(en)
( )
_____ we(e)k(en)
( )
_____ maand(en)
( )
_____ ja(a)r(en)
( )
vandaag
i dag ( )
gisteren
i går ( )
morgen
i morgen ( )
deze week
denne uge ( )
vorige week
sidste uge ( )
volgende week
naeste uge ( )
maandag
mandag ( )
dinsdag
tirsdag ( )
woensdag
onsdag ( )
donderdag
torsdag ( )
vrijdag
fredag ( )
zaterdag
lørdag ( )
zondag
søndag ( )
Maanden
bewerken
januari
januar ( )
februari
februar ( )
maart
marts ( )
april
april ( )
mei
maj ( )
juni
juni ( )
juli
juli ( )
augustus
august ( )
september
september ( )
oktober
oktober ( )
november
november ( )
december
december ( )

Kleuren

bewerken
zwart
sort ( )
wit
hvid ( )
grijs
grå ( )
rood
rød ( )
blauw
blå ( )
geel
gul ( )
groen
grøn ( )
oranje
orange ( )
paars
lilla ( )
bruin
brun ( )

Vervoer

bewerken

Trein en bus

bewerken
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
Hvor meget koster en billet til ? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
En billet til ______, tak . ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
Hvor kører dette tog/denne bus til ? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
Stopper dette tog/denne bus i _______ ? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
Hvornår kører toget/bussen til _________ ? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
Hvornår ankommer toget/bussen til _______ ? ( )

Richtingen

bewerken
Hoe kom ik in _____ ?
Hvordan kommer jeg til _______ ? ( )
...het station?
... stationen? ( )
...de bushalte?
... busstoppestedet? ( )
...de luchthaven?
... lufthavnen? ( )
...het stadscentrum?
... centrum? ( )
...de jeugdherberg?
... vandrehjemmet? ( )
...het _____ hotel?
... _____ hotellet? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
... Hollandske/Belgiske/Surinamiske konsulat ? ( )
Waar zijn er veel...
Hvor er der mange ...? ( )
...hotels?
... hoteller? ( )
...restaurants?
... restauranter? ( )
...cafés?
... caféer? ( )
...bezienswaardigheden?
... sevaerdigheder? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
ka de vise dette på kortet ? ( )
straat
gade/vej ( )
Links afslaan.
drej til venstre. ( )
Rechts afslaan.
drej til højre. ( )
links
venstre ( )
rechts
højre ( )
rechtdoor
ligeud ( )
richting de _____
i retning mod ____ ( )
voorbij de _____
forbi _____ ( )
voor de _____
før _____ ( )
Let op de/het _____.
Se på_____. ( )
kruispunt
krydset ( )
noord
nord ( )
zuid
syd ( )
oost
øst ( )
west
vest ( )
bergop
opad bakken ( )
bergaf
nedad bakken ( )
Taxi!
 ! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
 ? ( )
...een WC?
 ? ( )
...een badkamer?
 ? ( )
...een telefoon?
 ? ( )
...een televisie?
 ? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
Kan jeg betale med Amerikanske dollars? ( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
Kan jeg betale met brittiske pund? ( )
Kan ik met euro's betalen?
Kan jeg betale med euro? ( )
Kan ik met een credit card betalen?
Kan jeg betale med kort? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
Kan du veksle penge? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
Kan jeg veksle penge? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
Kan jeg indløse rejsecheck her? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
Hvor kan jeg indløse rejsecheck henne? ( )
Wat is de wisselkoers?
Hvad er vekselkursen ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
Hvor er der en pengeautomat? ( )
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
 ? ( )
Is er een streekgerecht?
 ? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
 ? ( )
Mag ik een kopje _____?
 ? ( )
Mag ik een fles _____?
 ? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
 ? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
 ! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
 ? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan

bewerken
Serveert u alcohol?
 ? ( )
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u bittergarnituur?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

bewerken
Heeft u dit in mijn maat?
 ? ( )
Hoeveel kost dat?
 ? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
 ? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-Deens woordenboek.
. ( )
Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
 ? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten

bewerken
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
 ? ( )
Ben ik gearresteerd?
 ? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik niet gewoon nu een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!