Taalgids Spaans: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Aries3003 (overleg | bijdragen)
Aries3003 (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
 
==Grammatica==
===Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden===
In het Spaans hebben de zelfstandige naamwoorden, net zoals in de andere Romaanse talen, een mannelijk of vrouwelijk geslacht. Het Spaans heeft geen onzijdige woorden maar wel woorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn.
 
 
 
'''Zelfstandig naamwoord en bepaald lidwoord'''
{| class="wikitable"
|-----
|
 
! enkelvoud !! meervoud
|-----
| mannelijk || '''el''' ''amig''o'' || '''los''' amig''os''
|-----
| vrouwelijk || '''la''' ''amig''a'' || '''las''' ''amig''as''
|}
 
'''Zelfstandig naamwoord en onbepaald lidwoord'''
{| class="wikitable"
|-----
|
 
! enkelvoud !! meervoud
|-----
| mannelijk || '''un''' ''amig''o'' || '''unos''' amig''os''
|-----
| vrouwelijk || '''una''' ''amig''a'' || '''unas''' ''amig''as''
|}
 
*Bijvoeglijke naamwoorden passen zich aan aan het zelfstandig naamwoord. Deze staan altijd achter het zelfstandig naamwoord, tenzij er in de zin het werkwoord ''ser'' of ''estar'' is, dan komt het bijvoeglijk naamwoord na ''ser'' of ''estar''. Bijvoorbeeld: Una casa bonit'''a''', unos bolígrafos roj'''os''', la casa ''es'' pequeña.
 
Het geslacht van de zelfstandige naamwoorden wordt bepaald door de uitgang van het woord:
 
'''Mannelijke zelfstandige naamwoorden'''
{| class="wikitable"
|-----
|
 
! Uitgang !! Voorbeeld !! Uitzondering
|-----
| || -o || El teléfono || La foto
|-----
| || Medeklinker || El hotel || La imagen
|-----
| || -aje || El garaje || -
|-----
| || -or || El amor || -
|-----
| || -oma || El idioma || -
|-----
| || -ema || El sistema || La crema
|}
 
'''Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden'''
{| class="wikitable"
|-----
|
 
! Uitgang !! Voorbeeld !! Uitzondering
|-----
| || -a || La casa || El día
|-----
| || -ción || La información || -
|-----
| || -tad || La libertad || -
|-----
| || -dad || La universidad || -
|}
 
*Zelfstandige naamwoorden die zowel mannelijk als vrouwelijk zijn hebben als uitgang '''-e''': La gente & el estudiante/la estudiante.
*Als een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud op een -z eindigt, verandert de -z in het meervoud in -ces: pre'''z''' --> pre'''ces'''.
*Als een woord in het enkelvoud in de laatste lettergreep met een accent eindigt, verliest dit woord in het meervoud het accent: la estaci'''ó'''n --> las estaci'''o'''nes.
 
===Werkwoorden===
 
====Regelmatige werkwoorden====
Regelmatige werkwoorden eindigen in het Spaans op '''-ar''', '''-er''' of '''-ir'''.
De vervoeging gaat dan als volgt:
 
'''Presente (onvoltooid tegenwoordige tijd)'''
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || -AR || -ER || -IR
 
|-----
| yo || habl'''o''' || com'''o''' || viv'''o'''
|-----
| tú || habl'''as''' || com'''es''' || viv'''es'''
|-----
| él/ella/usted || habl'''a''' || com'''e''' || viv'''e'''
|-----
| nosotros/nosotras || habl'''amos''' || com'''emos''' || viv'''imos'''
|-----
| vosotros/vosotras || habl'''áis''' || com'''éis''' || viv'''ís'''
|-----
| ellos/ellas/ustedes || habl'''an''' || com'''en''' || viv'''en'''
|-----
| Infinitivo || hablar || comer || vivir
|}
 
*De persoonlijke voornaamwoorden zijn niet verplicht om als onderwerp in een zin te gebruiken. ''Hablo'' betekent namelijk al 'ik praat', bij ''yo hablo'' wordt hier een nadruk op 'ik' gelegd. Dit geldt bij alle tijden en vormen van de werkwoorden.
*Bij de 'vosotros/vosotras' vorm (jullie, 2e persoon meervoud) heeft de eerste klinker van de uitgang altijd een accent.
 
'''Imperfecto (onvoltooid verleden tijd)'''
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || -AR || -ER || -IR
 
|-----
| yo || habl'''aba''' || com'''ía''' || viv'''ía'''
|-----
| tú || habl'''abas''' || com'''ías''' || viv'''ías'''
|-----
| él/ella/usted || habl'''aba''' || com'''ía''' || viv'''ía'''
|-----
| nosotros/nosotras || habl'''ábamos''' || com'''íamos''' || viv'''íamos'''
|-----
| vosotros/vosotras || habl'''abais''' || com'''íais''' || viv'''íais'''
|-----
| ellos/ellas/ustedes || habl'''aban''' || com'''ían''' || viv'''ían'''
|}
 
*De uitgangen van de werkwoorden op -er en -ir zijn in de imperfecto gelijk aan elkaar.
*Bij de eerste klinker van de uitgang in de imperfecto komt bij de werkwoorden op -er en -ir een accent.
 
'''Perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)'''
 
De voltooid tegenwoordige tijd wordt in het Spaans gevormd door het (onregelmatige) hulpwerkwoord ''haber''.
Hier volgt de vervoeging van ''haber'':
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || Haber
 
|-----
| yo || he
|-----
| tú || has
|-----
| él/ella/usted || ha
|-----
| nosotros/nosotras || hemos
|-----
| vosotros/vosotras || habéis
|-----
| ellos/ellas/ustedes || han
|}
 
Het voltooid deelwoord kan in het Spaans bij regelmatige werkwoorden op twee manieren worden gevormd:
# Werkwoorden met -AR, aan de stam komt de uitgang ''-ado''. Hablar --> habl- --> habl''ado''.
# Werkwoorden met -ER of -IR, aan de stam komt de uitgang ''-ido''. Comer --> com- --> com''ido'' & Vivir --> viv- --> viv''ido''.
 
====Onregelmatige werkwoorden====
 
Het Spaans kent ook onregelmatige werkwoorden, zoals ''ser'', ''estar'', ''tener'' en ''ir''. Hieronder volgt de vervoeging van deze werkwoorden.
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || Zijn || Zijn
 
|-----
| yo || soy || estoy
|-----
| tú || eres || estás
|-----
| él/ella/usted || es || está
|-----
| nosotros/nosotras || somos || estamos
|-----
| vosotros/vosotras || sois || estáis
|-----
| ellos/ellas/ustedes || son || están
|-----
|Infinitivo || ser || estar
|}
 
*De werkwoorden ''ser'' en ''estar'' betekenen hetzelfde maar worden op een andere manier gebruikt:
**Ser wordt gebruikt als 'zijn, zodra iets een langdurige tijd zo is. Bijvoorbeeld bij eigenschappen, uiterlijk, verwantschap en nationaliteit.
**Estar wordt ook als 'zijn'gebruikt, maar zodra iets tijdelijk of niet langdurig is. Bijvoorbeeld bij het bevinden in een plaats.
*Let op de accenten bij ser en estar, ser heeft geen accenten in de presente en estar heeft op alle vormen behalve de 1e persoon en de infinitief een accent.
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || Hebben
 
|-----
| yo || tengo
|-----
| tú || tienes
|-----
| él/ella/usted || tiene
|-----
| nosotros/nosotras || tenemos
|-----
| vosotros/vosotras || teneis
|-----
| ellos/ellas/ustedes || tienen
|-----
|Infinitivo || tener
|}
 
*Bij leeftijd gebruik je in het Spaans het werkwoord ''tener'', dus in het Spaans zegt men 'Ik heb 30 jaar' (Tengo treinta años).
*Ook tener heeft geen accenten in de vervoeging van de presente.
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || Gaan
 
|-----
| yo || voy
|-----
| tú || vas
|-----
| él/ella/usted || va
|-----
| nosotros/nosotras || vamos
|-----
| vosotros/vosotras || vais
|-----
| ellos/ellas/ustedes || van
|-----
|Infinitivo || ir
|}
 
*Het werkwoord gaan kan ook wederkerend gebruikt worden, dus ''irse'' wordt dan gebruikt.
*Ook geen accenten in de presente van de vervoeging van ir.
 
====Wederkerende werkwoorden====
 
Wederkerende werkwoorden eindigen in het Spaans op ''-se'', ''-se'' komt achter de uitgang van het werkwoord te staan. Dat ziet er dan uit als: ''-arse'', ''-erse'' of ''-irse''
Voorbeelden van wederkerende werkwoorden zijn: Llamarse (heten) en Aburrirse (zich vervelen)
Een wederkerend werkwoord wordt normaal vervoegd, maar dan komt er een wederkerend voornaamwoord vóór het vervoegde werkwoord. De wederkerende voornaamwoorden zijn:
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || wederkerend voornaamwoord || voorbeeld -AR || Voorbeeld -IR
 
|-----
| yo || me || me llamo || me aburro
|-----
| tú || te || te llamas || te aburres
|-----
| él/ella/usted || se || se llama || se aburre
|-----
| nosotros/nosotras || nos || nos llamamos || nos aburrimos
|-----
| vosotros/vosotras || os || os llamáis || os aburrís
|-----
| ellos/ellas/ustedes || se || se llaman || se aburren
|}
 
*Let op, ''Llamarse'' betekent heten, maar llamar betekent bellen. Dus let op de vervoeging van het wederkerend voornaamwoord.
 
====Gustar en encantar====
 
De werkwoorden ''gustar'' (Leuk vinden/houden van) en ''encantar'' (Dol zijn op/gek zijn op) worden niet regelmatig vervoegd. Deze werkwoorden passen zich aan aan het volgende zelfstandig naamwoord of werkwoord in de zin.
Er bestaan maar twee vormen van deze werkwoorden, namelijk ''Gusta'', ''Gustan'' en ''encanta'', ''encantan''. Als het volgende woord in de zin een zelfstandig naamwoord enkelvoud of een werkwoord is, staat het werkwoord ''gustar'' of ''encantar'' gebruikt als '''Gusta''' of '''encanta'''. Maar als het volgende woord in de zin een zelfstandig naamwoord meervoud is, of als er meerdere zelfstandig naamwoorden enkelwvoud staan, wordt ''gustar'' of ''encantar'' gebruikt als '''Gustan''' of '''Encantan'''.
En om het onderwerp aan te geven zijn ook hier weer extra persoonlijke voornaamwoorden, hieronder staan deze persoonlijke voornaamwoorden:
 
{| class="wikitable"
|-----
| Persoonlijk voornaamwoord || persoonlijk voornaamwoord ''gustar'' en ''encantar'' || Voorbeeld ''gustar'' || Nadrukkelijk met ''gustar''
 
|-----
| yo || me || me gusta(n) || a mí me gusta(n)
|-----
| tú || te || te gusta(n) || a ti te gusta(n)
|-----
| él/ella/usted || le || le gusta(n) || a él/ella/usted le gusta(n)
|-----
| nosotros/nosotras || nos || nos gusta(n) || a nosotros/nosotras nos gusta(n)
|-----
| vosotros/vosotras || os || os gusta(n) || a vosotros/vosotras os gusta(n)
|-----
| ellos/ellas/ustedes || les || les gusta(n) || a ellos/ellas/ustedes les gusta(n)
|}
 
*De nadruk is, zoals hierboven staat, ook anders bij deze werkwoorden dan bij regelmatige werkwoorden. De nadruk wordt hier gevormd door: A + persoonlijk voornaamwoord. De uitzondering van persoonlijke voornaamwoorden zijn yo, dat wordt mí (met accent), en tú, dat wordt ti (zonder accent).
*Voorbeelden met Gustar en Encantar:
**Me gustan las playas. (Ik houd van de stranden) ''Na gustar komt een zelfstandig naamwoord meervoud.''
**Te gusta la playa. (Jij houdt van het strand) ''Na gustar komt een zelfstandig naamwoord enkelvoud.''
**Le gusta jugar con la consola. (Hij/zij/u houdt van gamen) ''Na gustar komt een werkwoord.''
**Nos gusta cantar y bailar. (Wij houden van zingen en dansen) ''Na gustar komen werkwoorden, maar het blijft gusta''
**Os gustan el ordenador y la fiesta. (Jullie houden van de computer en het feest) ''Na gustar komen twee zelfstandige naamwoorden.''
**A ustedes les gusta mi familia. (Zij vinden mijn familie leuk) ''Hier wordt nadruk gelegd op ''ustedes'', na gustar komt een zelfstandig naamwoord enkelvoud.''
 
==Uitspraak==
Regel 7 ⟶ 292:
A, B, C, D, E, F, G, H, I, J, K, L, M, N, Ñ, O, P, Q, R, S, T, U, V, W, X, Y, Z.
 
*De C wordt voor een A, I, O, U uitgesproken als een K. Voor een E, I wordt de C als een ''s'' uitgesproken. ''''Cantar'''' (zingen) (''Kantar'') - ''''Cepillarse los dientes'''' (''sepi-jarse los die-entes'') (tandenpoetsen)
*De G wordt voor een A, I, O, U uitgesproken als een 'Engelse G', dus zoals de G in ''good''. Voor een E, I wordt de G als een 'Nederlandse G' uitgesproken, zoals in ''goed''. '''''Gustar'''' (''Koestar'') (leuk vinden) - '''''Generoso''''' (''Generoso'') (vrijgevig)
*De letter H wordt in het Spaans (net als in de andere Romaanse talen) niet uitgesproken. ''''Hola'''' (''Ola'') (hallo)
*De letter J wordt als de 'Nederlandse G' uitgesproken, zoals in ''goed''. ''''Joven'''' (''Koben'') (jong)
*De letter Ñ, is een letter die niet in het Nederlands voorkomt. Je spreekt het uit als ''nj'' zoals in ''Ora'''nj'''e''. ''''Baño'''' (''Banjo'') (toilet)
*De Q wordt altijd gevolgd door een U, de Q wordt uitgesproken als een K en de U wordt niet uitgesproken. ''''Quince'''' (''Kiense'') (vijftien)
*De R wordt rollend uitgesproken, als er achtereenvolgend 2 R-en staan wordt dit lang uitgesproken. ''''Revista'''' (''Reebista'') (tijdschrift) - ''''Perro'''' (''Perrro'')(hond)
*De U wordt uitgesproken als de Nederlandse tweeklank OE. ''''Universidad'''' (''Oenibersidad'') (universiteit)
*De V wordt als een B uitgesproken. ''''Vacaciones'''' (''Bakasiones'') (vakantie)
*De X wordt uitgesproken als 'gs', dus met een 'Nederlandse g' en een S. ''''Xilófono'''' (''Gsilofono'') (xylofoon)
 
*De lettercombinatie ''CC'' wordt als ''ks'' uitgesproken. ''''Acción'''' (''Aksion'') (actie)
*De lettercombinatie ''CH'' wordt als ''tj'' uitgesproken, zoals in ''cappu'''cc'''ino''. ''''Leche'''' (''Letje'') (melk)
*De lettercombinatie ''LL'' wordt als een J uitgesproken. ''''Llamarse'' (''Jamarse'') (heten)
 
===Klinkers===
Regel 45 ⟶ 330:
}}
 
; Goedendag. (''formeel'') : Buenos días. (''Boe-enos Die-as'')
; Hallo. (''informeel'') : Hola. (''Ola'')
; Hoe gaat het? : ¿Cómo estás? (''Komo estas'')
; Goed, dank u. : Bien, gracias (''Bie-en Grasias'')
; Hoe heet u? : ¿Cómo se llama usted? (''Komo se jama oested'')
; Ik heet ______. : Me llamo ______. (''Me jamo ______'')
; Aangenaam kennis te maken. : Encantado/a . (''enkantaadoo/aa'')
; Alstublieft. : Por favor (''Por fabor'')
; Dank. : Gracias. (''Grasias'')
; Dank u wel. : Muchas gracias. (''Moetjas grasias'')
; Graag gedaan. : De nada. (''De naada'')
; Ja. : Sí. (''Sie'')
; Nee. : No. (''No'')
; Excuseer. : Disculpas (''Diskoelpas'')
; Het spijt me. : Lo siento. (''Lo Sie-ento'')
; Tot ziens. : Adiós. (''Aadie-os'')
; Ik spreek geen ______. : No hablo ______. (''No abloo ______'')
; Spreekt u Nederlands? : ¿Hablas neerlandés? (''Ablas ne-eerlandes'')
; Spreekt hier iemand Nederlands? : ¿Alguien habla neerlandés aquí? (''Alk-ie-en ablaa ne-eerlandes aakie'')
; Help! : ¡Ayuda! (''Aajoeda'')
; Goedemorgen. : Buenos días. (''Boe-enos die-as'')
; Goedemiddag. : Buenas tardes (''Boe-enas tardes'')
; Goedenavond. : Buenas noches. (''Boe-enas notjes'')
; Welterusten. : .Buenas noches (''Boe-enas notjes'')
; Ik begrijp het niet. : No lo entiendo. (''No lo entie-endo'')
; Waar is de WC? : ¿Dónde está el baño? (''Dondee estaa el banjo'')
 
===Bij problemen===
Regel 77 ⟶ 362:
; Raak me niet aan! : ! ('' !'')
; Ik bel de politie. : . ('' '')
; Politie! : ¡Policía! (''Pooliesie-a'')
; Stop! Dief! : ¡Para! (''Paara'')
; Ik heb uw hulp nodig. : . ('' '')
; Het is een noodgeval. : . ('' '')
Regel 87 ⟶ 372:
; Ik ben gewond. : . ('' '')
; Ik heb een dokter nodig. : . ('' ')
; Mag ik uw telefoon gebruiken? : ¿Alguien me puede prestar un teléfono? (''Alkie-en mee poe-ede prestar oen teleefono'')
 
===Cijfers===
 
; 1 : uno (''oenoo'')
; 2 : dos (''dos'')
; 3 : tres (''tres'')
; 4 : cuatro (''kwatro'')
; 5 : cinco (''sienko'')
; 6 : séis (''seis'')
; 7 : siete (''sie-ete'')
; 8 : ocho (''otjoo'')
; 9 : nueve (''noe-ebe'')
; 10 : diez (''die-es'')
; 11 : once (''onsee'')
; 12 : doce (''dosee'')
; 13 : trece (''tresee'')
; 14 : catorce (''katorsee'')
; 15 : quince (''kiensee'')
; 16 : dieciséis (''die-esieseis'')
; 17 : diecisiete (''die-esiesie-ete'')
; 18 : dieciocho (''die-esieotjo'')
; 19 : diecinueve (''die-esienoe-ebe'')
; 20 : veinte (''beinte'')
; 21 : veintiuno (''beintie-oenoo'')
; 22 : veintidós (''beintiedos'')
; 23 : veintitrés (''beintietres'')
; 30 : treinta (''treintaa'')
; 31 : treinta y uno (''treintaa ie oenoo'')
; 40 : cuarenta
; 32 : treinta y dos (''treintaa ie dos'')
; 50 : cincuenta
; 40 : cuarenta (''koe-arentaa'')
; 60 : sesenta
; 50 : cincuenta (''Sienkoe-entaa'')
; 70 : setenta
; 60 : sesenta (''Sesentaa'')
; 80 : ochenta
; 70 : setenta (''Setentaa'')
; 90 : noventa
; 80 : ochenta (''Otjentaa'')
; 100 :cien
; 90 : noventa (''Nobentaa'')
; 200 :doscientos
; 100 :cien (''Cie-en'')
; 300 :trescientos
; 200 :doscientos (''Doscie-entos'')
; 1.000 : mil
; 300 :trescientos (''Trescie-entos'')
; 2.000 : dos mil
; 1.000.000 : unmil millón(''Miel'')
; 1.000.0002.000 : dos mil millones(''Dos miel'')
; 1.000.000.000.000 : un billónmillón (''Oen miejon'')
; 1.000.000.000 : mil millones (''Miel miejones'')
; nummer _____ número
; 1.000.000.000.000 : un billón (''Oen biejon'')
; half : medio
; mindernummer :_____ número ('' Noemero'')
; meerhalf : másmedio (''Medioo'')
; minder : ('''')
; meer : más (''Mas'')
 
====Tijd====
 
; nu : ahora (''A-ora'')
; later : después (''Despoe-es'')
; voor : ante (''Antee'')
; ochtend : mañana (''Manjaana'')
; middag : mediodía (tot 2 uur)/tarde (''Mediodie-a'')/(''Tarde'')
; avond : noche (''Notjee'')
; nacht : madrugada (''Madroekaadaa'')
 
=====Kloktijden=====
 
; Eén uur 's nachts : Es la una de la madrugada (''Es laa oena de laa madroekaadaa'')
; Twee uur 's nachts : Son las dos de la madrugada (''Son las dos de laa madroekaadaa'')
; Zeven uur 's ochtends : Son las siete de la mañana (''Son las sie-ete de laa manjaana'')
; Acht uur 's ochtends : Son las ocho de la mañana (''Son las otjoo de laa manjaana'')
; Twaalf uur 's middags : Son las doce del mediodía (''Son las dosee del mediodie-a'')
; Eén uur 's middags : Es la una del mediodía (''Es laa oena del mediodie-a'')
; Twee uur 's middags : Son las dos de la tarde (''Son las dos de laa tarde'')
; Zeven uur 's avonds : Son las siete de la noche (''Son las sie-ete de laa notjee'')
; Acht uur 's avonds : Son las ocho de la noche (''Son las otjoo de laa notjee'')
; Kwart over één : Es la una y cuarto (''Es laa oena ie koe-arto'')
; Half twee : Es la una y media (''Es laa oena ie media'')
; Kwart voor twee : Son las dos menos cuarto (''Son las dos menos koe-arto'')
 
=====Duur=====
 
; _____ minu(u)te(n) : minuto(s) (''mienoeto(s)'')
; _____ u(u)r(en) : hora(s) (''Oraa(s)'')
; _____ dag(en) : día(s) (''Die-a(s)'')
; _____ we(e)k(en) : semana(s) (''Semaana(s)'')
; _____ maand(en) : mes(es) (''Mes(es)'')
; _____ ja(a)r(en) : año(s) (''Anjoo(s)'')
 
=====Dagen=====
 
; vandaag : Hoy (''Oj'')
; gisteren : Ayer (''Ajer'')
; morgen : mañana (''Manjaana'')
; deze week : esta semana (''Esta semaana'')
; vorige week : ('' '')
; volgende week : ('' '')
; maandag : lunes (''Loenes'')
; dinsdag : martes (''Martes'')
; woensdag : miércoles (''Mie-ercoles'')
; donderdag : jueves (''Goe-ebes'')
; vrijdag : viernes (''Bie-ernes'')
; zaterdag : sábado (''Saabado'')
; zondag : domingo (''Domienko'')
 
=====Maanden=====
 
; januari : enero (''Eneroo'')
; februari : febrero (''Febrero'')
; maart : marzo (''Marso'')
; april : abril (''Abriel'')
; mei : mayo (''Maajoo'')
; juni : junio (''Goenie-o'')
; juli : julio (''Goelie-o'')
; augustus : agosto (''Akosto'')
; september : setiembre (''Septie-embre'')
; oktober : octubre (''Oktoebre'')
; november : noviembre (''Nobie-embre'')
; december : diciembre (''Diesie-embre'')
 
===Kleuren===
 
; zwart : negro (''neegroo'')
; wit : blanco (''blancoo'')
; grijs : gris (''kries'')
; rood : rojo (''rogoo'')
; blauw : azul (''asoel'')
; geel : amarillo (''amari-jo'')
; groen : verde (''berde'')
; oranje : naranja (''naran-ga'')
; paars : lila (''liela'')
; bruin : marrón (''marrron'')
 
===Vervoer===
Regel 226 ⟶ 513:
====Richtingen====
 
; Hoe kom ik in _____: ¿Dónde queda el ______ (''Dondee qeeda el ______'')
; ...het station? : la estación? (''laa estasie-on'')
; ...de bushalte? : el terminal? (''el termienal'')
; ...de luchthaven? : el aeropuerto? ('''')
; ...het stadscentrum? : el centro de la ciudad7elciudad / el centro histórico? ('''')
; ...de jeugdherberg? : ? ('''')
; ...het _____ hotel? : el hotel? ('''')
; ...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat? : el consulado de los Países Bajos/de Bélgica/de Surinam? ('''')
; Waar zijn er veel... : ('' '')
; ...hotels? : hoteles? ('''')
; ...restaurants? : ''restaurants''? ('''')
; ...cafés? : cafeterías? ('''')
; ...bezienswaardigheden? : ? ('' '')
; Kunt u het op de kaart aanduiden? : ? ('' '')
; straat : calle? ('''')
; Links afslaan. : . ('' '')
; Rechts afslaan. : . ('' '')
; links : izquierda ('''')
; rechts : derecha ('''')
; rechtdoor : ('' '')
; richting de _____ : dirección ('''')
; voorbij de _____ : ('' '')
; voor de _____ : por el ('''')
; Let op de/het _____. : . ('' '')
; kruispunt : ('' '')
; noord : norte ('''')
; zuid : sur ('''')
; oost : este ('''')
; west : oeste ('''')
; bergop : ('' '')
; bergaf: ('' '')
Regel 260 ⟶ 547:
====Taxi====
 
; Taxi alstublieft! : ¡Por favor, un taxi! ('''')
; Breng me naar _____, alstublieft. : ? pero, por favor ('''')
; Hoeveel kost het om naar _____ te rijden? : ? ('' '')
; Breng me daarheen, alstublieft. : . ('' '')
Regel 271 ⟶ 558:
; Beschikt de kamer over... : ('' '')
; ...lakens? : ? ('' '')
; ...een WC?: un baño? ('''')
; ...een badkamer? : ? ('' '')
; ...een telefoon? : un teléfono? ('''')
; ...een televisie? : una televisión? ('''')
; Mag ik de kamer eerst even zien? : ? ('' '')
; Heeft u niets rustiger? : ? ('' '')
Regel 281 ⟶ 568:
; ...goedkoper? : ? ('' '')
; Oké, ik neem het. : . ('' '')
; Ik blijf _____ nacht(en): Me quedaré ___noche(s) ('''')
; Kunt u mij een ander hotel aanbevelen? : ? ('' '')
; Heeft u een kluis? (''voor waardevolle bezittingen'') : ? ('' '')
Regel 289 ⟶ 576:
; Wilt u mijn kamer schoonmaken? : ? ('' '')
; Kunt u me wakker maken om _____ uur? : ? ('' '')
; Ik wil uitchecken. : Deseo el ''check-out'' ('''')
 
===Geld===
 
; Kan ik met Amerikaanse dollars betalen? : ¿Puedo pagar con dólares estadounidenses? ('''')
; Kan ik met Britse ponden betalen? : ¿Puedo pagar con libras esterlinas? ('''')
; Kan ik met euro's betalen? : ¿Puedo pagar con euros? ('''')
; Kan ik met een credit card betalen? : ¿Puedo pagar con tarjeta de crédito? ('''')
; Kunt u geld voor me wisselen? : ¿Me pueden cambiar mi dinero? ('''')
; Waar kan ik geld wisselen? : ¿Dónde puedo cambiar mi dinero? ('''')
; Kan ik hier traveler's cheques inwisselen? : ¿Puedo canjear cheques de viaje aquí? ('''')
; Waar kan ik traveler's cheques inwisselen? : ¿Dónde puedo canjear cheques de viaje? ('''')
; Wat is de wisselkoers? : ¿Cuál es la tasa de cambio? ('''')
; Waar is er een geldautomaat? : ¿Dónde hay un cajero automático? ('''')
 
===Eten===
Regel 311 ⟶ 598:
; Is er een specialiteit van het huis? : ? ('' '')
; Is er een streekgerecht? : ? ('' '')
; Ik ben vegetariër. : Yo soy vegetariano ('''')
; Ik eet geen varkensvlees. : . ('' '')
; Ik eet geen rundvlees. : . ('' '')
Regel 317 ⟶ 604:
; Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft? : ? ('' '')
; vast menu : ('' '')
; à la carte : a la carta ('''')
; ontbijt : desayuno ('''')
; lunch : almuerzo ('''')
; afternoontea (''maaltijd'') : ('' '')
; avondeten : cena ('' '')
Regel 329 ⟶ 616:
; ham : ('' '')
; worst : ('' '')
; kaas : queso ('''')
; eieren : ('' '')
; salade : salado ('''')
; (verse) groenten : ('' '')
; (vers) fruit : fruta ('''')
; brood : ('' '')
; geroosterd brood : ('' '')
Regel 346 ⟶ 633:
; sap : ('' '')
; koolzuurhoudend water : ('' '')
; mineraalwater : agua mineral ('''')
; bier : ('' '')
; rode/witte wijn: ('' '')
Regel 357 ⟶ 644:
; Het was heerlijk. : . ('' '')
; Kunt u de borden afruimen? : ? ('' '')
; De rekening, alstublieft. : , por favor ('''')
 
===Uitgaan===
Regel 363 ⟶ 650:
; Serveert u alcohol? : ? ('' '')
; Is er bediening aan tafel? : ? ('' '')
; Een biertje/twee biertjes, alstublieft. : Una cerveza, por favor ('''')
; Een glas rode/witte wijn, alstublieft. : Una copa de vino, por favor ('''')
; Een vaasje, alstublieft : Un litro, por favor ('''')
; Een fles, alstublieft. : Una botella, por favor ('''')
; _____ (''sterke drank'') met _____ (''toegevoegde drank''), alstublieft. : . ('' '')
; whisky : ''whisky'' ('''')
; wodka : ''vodka'' ('''')
; rum : ('' '')
; water : agua ('''')
; sodawater : gaseosa ('''')
; tonic : agua tónica ('''')
; sinaasappelsap : jugo de naranja ('''')
; cola : gaseosa ('''')
; Heeft u bittergarnituur? : ¿Tiene algún bocadillo? ('''')
; Nog eentje, alstublieft. : Otr@Otra, por favor ('''')
; Nog een rondje, alstublieft. : Otra ronda, por favor. ('''')
; Wanneer gaat u dicht? : ¿Cuándo se cierra? ('''')
; Proost! : ¡Salud! ('''')
 
===Winkelen===