Taalgids Hongaars: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→Werkwoorden: aanpassing |
→Werkwoorden: aanvulling |
||
Regel 267:
| <br> <br>(ook wel: de "neutrale" klinkers)
|}
Werkwoorden staan in het woordenboek met hun '''stam''' (en dus niet als hele werkwoord=infinitief). Voor de tegenwoordige tijd is de stam de vorm die gebruikt wordt voor de 3<sup>de</sup> persoon enkelvoud; de hij/zij vorm. De uitgangen voor de andere personen worden hierachter gezet.
De werkwoorden worden vervoegd voor de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de gebiedende wijs en de voorwaardelijke wijs. Meestal zijn daarbinnen dan drie typen te onderscheiden op grond van de klinkers van het werkwoord (klinkerharmonie). Vaak ook worden alle de geronde en de ongeronde voorklinkers tot één groep samengenomen.▼
De uitzondering hierop is de groep van ik-werkwoorden, waar eerst de -ik uitgang moet worden weggehaald, waarna dan de uitgang komt. (Voorbeeld lak'''ik''' = ''zij/hij woont'' → lak'''unk''' = ''wij wonen'', waar '''-unk''' de uitgang is voor de 1<sup>ste</sup> persoon meervoud)
▲De werkwoorden worden vervoegd voor de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de gebiedende wijs en de voorwaardelijke wijs. Meestal zijn daarbinnen dan drie typen te onderscheiden op grond van de klinkers van het werkwoord (klinkerharmonie). Vaak ook worden alle de geronde en de ongeronde voorklinkers tot één groep samengenomen en is alleen het verschil tussen achterklinkers (a, o, u en de lange varianten) en voorklinkers (de overige) van belang.
Het lastigste deel van de vervoeging is
==== Tegenwoordige tijd ====
|