Elektriciteit en stekkers: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Rustiger tekstbeeld
Regel 15:
Af en toe kom je iets aparts tegen, zoals [[Tokio]], [[Japan]] met z'n 110-120 Volt en 50 Hz; of omgekeerd, 220-240 Volt en 60 Hz in [[Manilla]] in de [[Filippijnen]]. Het blijven echter wel uitzonderingen.
 
Als het voltage en de frequentie al kloppen met het toestel dat je dacht mee te nemen, dan moet je enkel nog even op de stekker letten. (Het kleine verschil tussen 110V en 120V, of tussen 220V en 240V is normaal wel binnen de grens van het acceptabele voor de meeste elektrische toestellen.) Een toestelletje dat je stekkers van de ene soort in een aansluiting van de andere soort laat steken heet een '''adapter''': dit zijn kleine, goedkope, veilige en bijna onbreekbare dingetjes.
 
Als het voltage voor je toestel echter ''niet'' klopt, dan heb je een transformator nodig om het voltage om te zetten. Een transformator is in de kern eigenlijk een hoop ijzer met daar slim een hoop draad omheen gewonden, waardoor ze al snel eerder groot en zwaar uitvallen. Bovendien moet je uitkijken dat het voltage correct wordt verhoogd of verlaagd. Immers, als je een transformator die ''verhoogt'' van 110V naar 220V in een 220V-aansluiting steekt, heb je 440V en wellicht gratis vuurwerk. Je moet ook oppassen dat het vermogen, namelijk de hoeveelheid ''Watt'' je toestel trekt, niet boven de limiet van de transformator uitkomt; anders wordt het ding te warm en schiet het in het slechtste geval in de fik.