Taalgids Hongaars: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Grammatica: aanvulling, aanpassing
→‎Grammatica: aanpassing ww vervoeging
Regel 19:
* Het grote aantal '''naamvallen''' (ruim 20) is in eerste instantie overdonderend, maar veel ervan komen overeen met de Nederlandse voorzetsels (zoals 'in', 'uit', 'op', 'van af', 'bij') en blijken dan niet meer zó ingewikkeld; eigenlijk betreft het hier geen "echte" naamvallen zoals die in veel Indo-Europese talen voorkomen.
** Wel is het nodig ook de Nederlandse begrippen onderwerp, lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp te kennen om de regels hier goed toe te passen.
* De '''werkwoordvervoeging''' wordt mede bepaald door de aard van het '''lijdend voorwerp'''. Voorbeelden:Waarschijnlijk ''Latok.''=Ikwordt zie,je ''Látlak.''=Iktoch ziegoed jou,begrepen ''Latom.''=Ikals zieje het/hem/haar verkeerd zegt.
** De '''onbepaalde vervoeging''' is de meest eenvoudige en wordt gebruikt als er geen lijdend voorwerp is/kan zijn bij de werkwoordsvorm. Voorbeeld: ''Latok.''=Ik zie (iets onbepaalds); ''Latok két házat''=Ik zie twee huizen (onbepaald welke twee huizen)
** De '''bepaalde vervoeging''' komt zeer veel voor en wordt gebruikt als er een bepaald lijdend voorwerp. Voorbeelden: ''Latom.''=Ik zie (het / hem / haar / dat wat al eerder genoemd is); ''Latom a házat''=Ik zie het huis ('het' is bepaald).
** Een extra vorm is ''Látlak.''=<u>Ik</u> zie <u>jou</u> (Onderwerp: ik, lijdend voorwerp: jou); ''Szeretlek''=<u>Ik</u> houd van/bemin <u>jou</u>.
* Voor ons komen in het Hongaars '''weinig herkenbare woorden''' voor.
** Voorbeelden: Het woord uit het Hongaars, dat in veel talen voorkomt is ''kocsi'' dat je uitspreekt als 'kotsji', het betekent wagen; in het Nederlands is dat koets geworden, in het Engels coach.<br>Ook het woord ''gulyás''='goulash' kennen we.
* '''Leenwoorden''' uit andere talen komen rijkelijk voor in het Hongaars, zoals Latijnse (''iskola''=school), Turkse (''alma''=appel), Slavische (''kolbász''=worst, ''patak''=beek, ''rák''=krab, kanker), Franse (''sjofőr''=chauffeur, ''fotel''=fauteuil, ''szaniter''=sanitair), Duitse (''eper''=aardbei, ''muszaj''=moeten) en Engelse (''dzsem''=jam, ''bukméker''=bookmaker, ''lízing''=leasing) woorden. De spelling wordt vrijwel altijd aangepast aan het Hongaarse fonetische systeem.
* De '''woordvolgorde''' in een Hongaarse zin lijkt vaak voor ons omgekeerd; je moet bij het lezen vaak achteraan in de zin beginnen.
* De '''intonatie''' (zinsmelodie) is afwijkend bij "beslissingsvragen", en is soms van belang om begrepen te worden:
*# Gewone zinnen en ook de vragen die beginnen met een vraagwoord (zoals ''ki''=wie, ''mi''=wat, ''hol''=waar, ''mikor''=wanneer, ''hogy''=hoe) hebben een dalende intonatie in het Hongaars, wat daardoor wat eentonig klinkt.
*# Bij de zogenaamde '''beslissingsvragen''' (vragen die je met ja=''igen'' of nee=''nem'' zou kunnen beantwoorden) gaat de toon geleidelijk omlaag, maar even omhoog bij de voorlaatste lettergreep en dan iets verder omlaag. Voor ons klinkt het daarom helemaal niet als een vraag (in het Nederlands gaan alle vraagzinnen aan het einde in toon iets omhoog), maar voor een Hongaar is deze intonatie nodig om de zin op te vatten als een vraag.<br>(Opmerking: Het is lastig dat de woorden voor 'ja'=''igen'' of 'nee'=''nem'' niet vaak worden gebruikt: men antwoordt vaak met een werkwoordsvorm, het werkwoordvoorvoegsel of een ontkenning daarvan.)