Shetlandeilanden: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Northerner (overleg | bijdragen)
Northerner (overleg | bijdragen)
Regel 57:
De Shetlandeilanden zijn dunbevolkt en liggen in de subarctische klimaatzone. Het is er gemiddeld aanzienlijk koeler dan op het Britse vasteland: op een normale zomerdag zullen de temperaturen vaak rond de tien graden schommelen. De eilanden hebben geen bossen. Het landschap bestaat uit heuvels met heide, op een ondergrond die grotendeels uit turf en veenplaggen bestaat. Vrijwel overal zult u schapen zien grazen, die meestal vrij over de weg lopen. Er zijn op vele plekken geen omheiningen en de schapen hebben dus een vrije uitloop: de boeren markeren hun kuddes met hun eigen kleuren. De schapen zijn overigens schuw en zullen over de heuvels wegrennen wanneer ze vreemde mensen bespeuren. Shetlandpony’s staan daarentegen gewoonlijk wel op omheinde velden.
 
De eilanden staan bloot aan stormen uit de Atlantische Oceaan; het kan bijzonder hard waaien en de regen kan bij bakken uit de hemel vallen. Ook ’s zomers moet u voorbereid zijn op zeer wispelturige weersomstandigheden: u kunt het ene moment volledig doorweekt worden, en een halfuur later schijnt de zon alweer en staat er een schitterende regenboog. Paraplu’s kunt u alleen efficiënt gebruiken wanneer de wind niet te sterk is, maar ze kunnen wel handig zijn als wandelstok wanneer u zich op de heide begeeft.
 
Verblijft u niet in Lerwick, informeer u dan over de dichtstbijzijnde winkel. Buiten de hoofdstad zijn de mogelijkheden om proviand te kopen beperkt. U wilt niet op de heide verdwalen; neem een goede kaart en een kompas, met eventueel een zaklamp mee. Wanneer het mistig wordt en u mijlenver van de bewoonde wereld bent, moet u op zijn minst weten waar u zich ongeveer bevindt.