Nijmegen: verschil tussen versies

Nijmegen is een stad in het zuiden van de provincie [[Gelderland]] met 159.000 inwoners (1 januari 2006). Nijmegen ligt aan de rivier de [[Waal]] op een langgerekte heuvelstrook die al vanaf het oudere stenen tijdperk - de periode tussen 14.000 en 8.000 jaar voor Chr. - menselijke bewoning heeft gekend. In de Romeinse tijd rond het begin van onze jaartelling stond de stad bekend als Noviomagus. Het bebouwde gebied omvatte rond het jaar 70 na Chr. een militaire nederzetting op het Kops Plateau, een castra of Romeins legerkamp op de Hunerberg en een nederzetting op en rond het huidige Valkhof. Keizer Karel de Grote maakte de burcht op diezelfde Valkhof tot zijn meest noordelijke residentie. In Nijmegen vierde hij onder andere een enkele keer het Paasfeest en ook ontving hij er gezanten. Aan deze status als keizerlijke residentie ontleent Nijmegen de naam 'Keizerstad'. Na de sloping van de burcht aan het eind van de achttiende eeuw resteren ter plaatse alleen nog de zogenaamde 'Karolingische' kapel, in werkelijkheid een bouwwerk uit de eerste helft van de 11e eeuw gewijd aan Sint Nicolaas, en de 12e-eeuwse Barbarossa-ruine. Nijmegen maakte enige tijd deel uit van het Middeleeuwse statenverbond dat bekend stond als het Heilige Roomse Rijk, maar toen Rooms-koning Willem II in 1247 het beleg van [[Aken]] moest financieren, nam hij het besluit om Nijmegen te verpanden aan graaf Otto II van Gelre. Omdat dit pand nooit meer werd ingelost is Nijmegen sindsdien een Gelderse stad gebleven. Als vestingstad heeft Nijmegen een lange geschiedenis doorgemaakt. De stad werd onder andere belegerd door prins Maurits van Nassau in 1591 en door de legers van de Franse koning Lodewijk XIV in 1672 en 1702. In 1805 werd door generaal Krayenhoff een modern fortificatiestelsel voor de stad ontworpen. Pas in 1874 werden de vestingwerken ontmanteld. Gespaard bleven een deel van de vestingmuur en de waltoren Belvedere in het [[Hunnerpark]], de Kruittoren en een deel van de vestingmuur in het [[Kronenburgerpark]] en het St. Anthonispoortje aan de Waalkade. Ongeveer gelijktijdig met de sloop van de vestingwerken werden spoorverbindingen tussen [[Arnhem]] en Nijmegen (1879) en tussen [[Venlo]] en Nijmegen (1883) in gebruik genomen. Pas in 1936 werd de voor het wegverkeer belangrijke Waalbrug in gebruik genomen ; tot die tijd dienden reizigers van en naar het noorden gebruik te maken van een veerverbinding over de rivier. De boog, met een lengte van 244 meter en een hoogte van 65 meter, maakte de Waalbrug op dat moment tot de grootste boogspanning van Europa.

Nijmegen is per trein te bereiken. vanuit het noorden vanaf Arnhem en vanaf het zuiden vanuit Venlo en 's-Hertogenbosch