Noord-Duitsland: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 23:
 
==Taal==
 
Duits, Deens (in Sleeswijk-Holstein) en Fries.
Historisch werden in Noord-Duitsland voornamelijk de Nederduitse (of Laagduitse) dialecten gesproken, die verwand zijn aan dialecten als Gronings, Twents en Achterhoeks. Hoewel de Nederduits dialecten in een aantal gebieden nog gesproken worden, zijn deze grotendeels verdrongen door de Duitse standaardtaal (ook wel Hoogduits genoemd). Kleinere talen als het Deens (in Sleeswijk-Holstein) en de Friese dialecten hebben een vergelijkbare ontwikkeling doorgaan, maar deze hebben zich in kleine gemeenschappen nog staande gehouden.
 
==Arriveren==