Taalgids Latijn

Indo-Europese, dode taal
Onderwerpen > Taalgidsen > Taalgids Latijn

Het Latijn is een dode taal, maar de taal wordt nog vandaag de dag nog steeds gebruikt in de wetenschap, het rechtssysteem en de geneeskunde. Het Latijn is alléén in Vaticaanstad de officiële landstaal, in geen enkel ander land is Latijn op dit moment de hoofdtaal. Deze taalgids bevat Klassiek Latijn, Latijn zoals deze vroeger in het Romeinse Rijk ook werd gesproken.

Grammatica

bewerken

Het Latijn heeft een uitgebreide en relatief complexe grammatica, hier worden de belangrijkste aspecten in de grammatica behandeld.

Naamwoorden

bewerken

Zelfstandige naamwoorden

bewerken

Het Latijn bevat vijf naamvallen, elke naamval heeft zijn eigen functie in de zin:

  • Nominativus - Onderwerp + naamwoordelijk deel van het gezegde
  • Genitivus - Bijvoegelijke bepaling
  • Dativus - Meewerkend voorwerp
  • Accusativus - Lijdend voorwerp
  • Ablativus - Bijwoordelijke bepaling

De naamvallen kunnen drie geslachten hebben: mannelijk, vrouwelijk en, in tegenstelling tot de andere Romaanse talen, onzijdig. Zelfstandige naamwoorden kunnen worden verbogen in vijf groepen:

Zelfstandige naamwoorden declinaties 1 t/m 5 enkelvoud

Naamval Groep 1 Groep 2 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Vertaalwijze rosa
NominativusRosaDominusBellumRexLacusFidesDe roos
GenitivusRosaeDominiBelliRegisLacusFideiVan de roos
DativusRosaeDominoBelloRegiLacuiFideiAan/voor de roos
AccusativusRosamDominumBellumRegemLacumFidemDe roos
AblativusRosaDominoBelloRegeLacuFideMet/door/in de roos
Vertaling nominativusRoosHeerOorlogKoningMeer(Ere)woord-

Zelfstandige naamwoorden declinatie 1 t/m 5 meervoud

Naamval Groep 1 Groep 2 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Groep 5 Vertaalwijze rosae
NominativusRosaeDominusBellumRegesLacusFidesDe rozen
GenitivusRosarumDominorumBellorumRegumLacuusFiderumVan de rozen
DativusRosisDominisBellisRegibusLacibusFidebusAan/voor de rozen
AccusativusRosasDominosBellaRegesLacusFidesDe rozen
AblativusRosisDominisBellisRegibusLacibusFidebusMet/door/in de rozen
Vertaling nominativusRozenHerenOorlogenKoningenMeren(Ere)woorden-
  1. Het geslacht van de groepen gaat als volgt:
    • Vrouwelijk= Groep 1 en groep 5
    • Mannelijk= Groep 2 (Met uitgang -us) en groep 4
    • Onzijdig= Groep 2 (Met uitgang -um)
    • Groep 3 woorden met een nominativus meervoud op -es zijn mannelijk of vrouwelijk en een meervoud nominativus op -a geeft een onzijdig woord aan.
  1. Woorden met de uitgang -us kunnen via de groepen 2, 3 of 4 worden verbogen, let daarop! Murus= Groep 2, Corpus= Groep 3 en Portus= Groep 4.
  2. De groepen 4 en 5 komen het minst vaak voor in de Latijnse grammatica vergeleken met de andere groepen.

Bijvoeglijke naamwoorden

bewerken

Bijvoeglijke naamwoorden congrueren met zelfstandige naamwoorden, dat wil zeggen dat het bijvoeglijk naamwoord hetzelfde geslacht, naamval en getal (enkelvoud of meervoud) heeft als het zelfstandig naamwoord waarover dit bijvoeglijk naamwoord wat zegt. Een bijvoeglijk naamwoord kan alleen worden verbogen volgens de groepen 1, 2 en 3. Bijvoorbeeld:

-Rosa parva (De kleine roos) - Vrouwelijk nominativus enkelvoud. -Domino irato (Aan/door woedende heer) - Mannelijk dativus/ablativus enkelvoud. -Regum audacium (Van de roekeloze koningen) - Mannelijk genitivus meervoud.

  • Let op, groep 3 woorden kunnen ook bijvoeglijke naamwoorden krijgen die verbogen worden als groep 1 of groep 2 woorden: Matri anxiae (Aan de angstige moeder) - Vrouwelijk dativus enkelvoud.
  • Ook woorden van groep 1 of 2 kunnen bijvoeglijke naamwoorden krijgen die verbogen worden als een groep 3 woord: Servorum fortium (Van de dappere slaven) - Mannelijk genitivus meervoud.
  • Woorden van groep 4 en 5 krijgen op grond van hun geslacht een bijvoeglijk naamwoord van groep 1, 2 of 3: In portu ignoto (In een onbekende haven) - Mannelijk ablativus enkelvoud.

Werkwoorden

bewerken

Regelmatige werkwoorden

bewerken

Regelmatige werkwoorden eindigen in het Latijn op -are, -ēre, -ire of -ere. Het verschil tussen de werkwoorden op -ēre en -ere is dat -ēre een 'e-stam' is, de 'e' hoort dus bij de stam, en -ere is een medeklinker-stam, hier is de 'e' een zogenoemde bindvocaal. In het echt heeft een e-stam geen accent op de 'e', het staat er nu voor de onderscheiding tussen een e-stam en een mk-stam.

Regelmatige werkwoorden praesens (o.t.t.)

Persoonlijk voornaamwoord A-stam E-stam I-stam MK-stam Vertaling Vocare
Egovocomoveoaudiovivoik roep
Tuvocasmovesaudisvivisjij roept
Is, Ea, Idvocatmovetauditvivithij, zij, het roept
Nosvocamusmovemusaudimusvivimuswij roepen
Vosvocatismovetisauditisvivitisjullie roepen
Ei, Eae, Eavocantmoventaudiuntvivuntzij roepen
Infinitivusvocaremovēreaudirevivereroepen
Imperativusvoca - vocatemove - moveteaudi - auditeviv(e) - viviteroep! - roept!

Regelmatige werkwoorden imperfectum (o.v.t.)

Persoonlijk voornaamwoord A-stam E-stam I-stam MK-stam Vertaling Vocare
Egovocabammovebamaudiebamvivebamik riep
Tuvocabasmovebasaudiebasvivebasjij riep
Is, Ea, Idvocabatmovebataudiebatvivebathij, zij, het riep
Nosvocabamusmovebamusaudiebamusvivebamuswij riepen
Vosvocabatismovebatisaudiebatisvivebatisjullie riepen
Ei, Eae, Eavocabantmovebantaudiebantvivebantzij riepen

Regelmatige werkwoorden perfectum (v.t.t.)

Persoonlijk voornaamwoord A-stam E-stam I-stam MK-stam Vertaling Vocare
Egovocavimoviaudivivixiik riep/ik heb geroepen
Tuvocavistimovistiaudivistivixistijij riep/jij hebt geroepen
Is, Ea, Idvocavitmovitaudivitvixithij, zij, het riep/heeft geroepen
Nosvocavimusmovimusaudivimusviximuswij riepen/wij hebben geroepen
Vosvocavistismovistisaudivistisvixistisjullie riepen/jullie hebben geroepen
Ei, Eae, Eavocaveruntmoveruntaudiveruntvixeruntzij riepen/zij hebben geroepen
Infinitivusvocavissemovisseaudivissevixisse(te) hebben geroepen
  • Een perfectum kan in het Nederlands vertaalt worden met een onvoltooid verleden tijd maar ook met een voltooid tegenwoordige tijd.
  • De stam van een werkwoord verandert in alle voltooide tijden (dus ook in de v.v.t. en v.t.t.t.), er zijn daarvoor regels:
    • A-stammen en I-stammen zijn meestal regelmatig, achter de stam komt een -v. Hierna komen de uitgangen voor het perfectum.
    • E-stammen en MK-stammen zijn meestal onregelmatig, je moet de perfectumstam leren. Maar als deze regelmatig is komt er een -U achter de stam.
  • In het woordenboek staan de perfectum vormen NIET in de infinitivus van het perfectum, maar in de 1e persoon enkelvoud van het perfectum.

Onregelmatige werkwoorden

bewerken

Het Latijn kent echter ook onregelmatige werkwoorden, maar het zijn er niet zo veel als in de andere Romaanse talen. De meest gebruikte onregelmatige werkwoorden zijn: Esse, posse, velle, nolle, malle, ire en ferre.

Onregelmatige werkwoorden praesens (o.t.t.)

Persoonlijk voornaamwoord Zijn Kunnen Willen Niet willen Liever willen Gaan Dragen, brengen
Egosumpossumvolonolomaloeofero
Tuespotesvisnon vismavisisfers
Is, Ea, Idestpotestvultnon vultmavultitfert
Nossumuspossumusvolumusnolumusmalumusimusferimus
Vosestispotestisvultisnon vultismavultisitisfertis
Ei, Eae, Easuntpossuntvoluntnoluntmalunteuntferunt
Infinitivusessepossevellenollemalleireferre
Imperativuses - este--noli - nolite-i - itefer - ferte

Het werkwoord 'hebben' bestaat in het Latijn niet. Om bezit aan te geven wordt er gezegd 'dativus + est of sunt', dus het persoonlijk voornaamwoord in de dativus + est/sunt. Dat ziet er dan zo uit:

  1. Potestas mihi est. (De macht is aan mij --> Ik heb de macht)
  2. Sorores tibi sunt. (Zussen zijn aan jou --> Jij hebt zussen)
  3. Vox magna ei est. (Een luide stem is aan hem/haar/het --> Hij/zij/het heeft een luide stem)
  4. Casa parva nobis est. (Een kleine hut is aan ons --> Wij hebben een kleine hut)
  5. Sedes vobis sunt. (Zetels zijn aan jullie --> Jullie hebben zetels)
  6. Pecunia eis est. (Geld is aan hen --> Zij hebben geld)
  • Let op, er wordt met deze constructie géén voltooide tijd gemaakt! In het Latijn kan er geen zijn/hebben/worden + voltooid deelwoord plaatsvinden.'
  • De persoonlijke voornaamwoorden in de dativus zijn schuingedrukt.

Uitspraak

bewerken

Het Latijn gebruikt, vanzelfsprekend, het Latijnse alfabet, maar in het Latijn bestaan de letters J en W niet. De I vervangt soms de J, en er staan woorden met een W in het woordenboek, maar dat zijn Germaanse leenwoorden én dat zie je alleen in het Middeleeuws-Latijn. De letters Y en Z zijn uitzonderlijk en komen alleen in Griekse leenwoorden voor. En tot slotte is de K ook zeer uitzonderlijk.

Klinkers

bewerken
A
als de aa in kaas of als de a in anders
E
als de ee in vlees of als de e in engel
I
als de ie in vies of als de i in mikken
O
als de oo in vroom of als de o in hommel
U
als de oe in koets
Y
als de ie in systeem

Medeklinkers

bewerken

B, C, D, F, G, H, K, L, M, N, P, Q, R, S, T, V, X en Z

B
als de b in binnen
C
als de k in kiezel
D
als de d in durven
F
als de f in fiets
G
als de 'Engelse G' in Good
H
wordt zacht uitgesproken.
K
als de k in kast
L
als de l in Lamp
M
als de m in meer
N
als de n in nodig
P
als de p in pudding
QU
als kw in quiz, de Q wordt ALTIJD gevolgd door een U.
R
als de r in raden
S
als de s in sluw
T
als de t in toen
V
als een w in Waarom
X
als de ks in heks
Z
als de z in zon

Tweeklanken

bewerken
AE
als aaj in kraai
AU
als auw in auto
OE
als ooj in hooi

Géén tweeklank

EI
als ee-ie
EU
als ee-oe of als eew
IE
als ie-ee
UI
als oe-ie
UU
als oewoe

Woordenboek

bewerken

Basiswoorden

bewerken

Gebruikelijke uitdrukkingen


OPEN
GESLOTEN
INGANG
UITGANG
DUWEN
TREKKEN
WC
HEREN, MANNEN
DAMES, VROUWEN
VERBODEN
Goedendag. (formeel)
. ( )
Hallo. (informeel)
. ( )
Hoe gaat het?
 ? ( )
Goed, dank u.
. ( )
Hoe heet u?
 ? ( )
Ik heet ______.
. ( )
Aangenaam kennis te maken.
. ( )
Alstublieft.
. ( )
Dank u wel.
. ( )
Graag gedaan.
. ( )
Ja.
Bestaat niet in het Latijn, de zin herhalend bevestigen.
Nee.
Bestaat niet in het Latijn, de zin herhalend bevestigen.
Excuseer.
. ( )
Het spijt me.
. ( )
Tot ziens.
. ( )
I spreek geen ______.
. ( )
Spreekt u Nederlands?
 ? ( )
Spreekt hier iemand Nederlands?
 ? ( )
Help!
 ! ( !)
Goeiemorgen.
. ( )
Goeienavond.
. ( )
Welterusten.
. ( )
Ik begrijp het niet.
. ( )
Waar is de wc?
 ? ( ?)

Bij problemen

bewerken
Laat me met rust.
. ( )
Raak me niet aan!
 ! ( !)
Ik bel de politie.
. ( )
Politie!
 ! ( )
Stop! Dief!
 !  ! ( )
Ik heb uw hulp nodig.
. ( )
Het is een noodgeval.
. ( )
Ik ben verdwaald.
. ( )
Ik ben mijn tas kwijt.
. ( )
Ik ben mijn portemonnee kwijt.
. ( )
Ik ben ziek.
. ( )
Ik ben gewond.
. ( )
Ik heb een dokter nodig.
. ( )
Mag ik uw telefoon gebruiken?
 ? ( )

Cijfers

bewerken
1
Unus (oenoes)
2
Duo (doe-oo)
3
Tres (tres)
4
Quattuor (kwatoe-or)
5
Quinque (kwienkwee)
6
Sex (sex)
7
Septem (septem)
8
Octo (oktoo)
9
Novem (noowem)
10
Decem (deekem)
11
Undecim (oendeekim)
12
Duodecim (doe-oo-deekim)
13
Tredecim (treedeekim)
14
Quattuordecim (kwattoe-or-deekim)
15
Quindecim (kwiendeekim)
16
Sedecim (seedeekim)
17
Septemdecim (septemdeekim)
18
Duodeviginti (doe-oo-deewiekientie)
19
Undeviginti (oendeewiekientie)
20
Viginti (wiekientie)
21
Viginti unus (wiekientie oenoes)
22
Viginti duo (wiekientie doe-oo)
23
Viginti tres (wiekientie trees)
30
Triginta (triekienta)
40
Quadraginta (kwadraakienta)
50
Quinquaginta (kwienkwakienta)
60
Sexaginta (sexaakienta)
70
Septuaginta (septoe-aa-kienta)
80
Octoginta (oktookienta)
90
Nonaginta (nonaakienta)
100
Centrum (kentroem)
200
Ducenti (doekentie)
300
Trecenti (treekentie)
1000
Mille (mielee)
2000
Duo milla (doe-oo miela)
100.000
Centrum milla (kentroem miela)
1.000.000
Decies centena milia (deekie-ees kenteena miela )
1.000.000.000,000
( )
nummer _____ (trein, bus, enz.)
( )
half
( )
minder
( )
meer
( )
nu
Nunc (noenk)
later
( )
voor
( )
ochtend
Mane (maanee)
middag
( )
avond
Vesper (wesper)
nacht
Nox (noks)
Eén uur 's ochtends
( )
Twee uur 's ochtends
( )
Twaalf uur 's middags
( )
Eén uur 's middags
( )
Twee uur 's middags
( )
Twaalf uur 's nachts
( )
_____ minuut/minuten
Minutum/minuta (mienoetoem/mienoeta)
_____ uur/uren
Hora/horae (hora/horaaj)
_____ dag/dagen
Dies/dies (die-ees/die-ees)
_____ week/weken
Hebdomada/hebdomadae (hebdoomaada/hebdoomaadaaj)
_____ maand/maanden
Mensis/menses (mensis/menses)
_____ jaar/jaren
Annus/anni (anoes/anie)
vandaag
Hodie (Hoodie-ee)
gisteren
( )
morgen
( )
deze week
( )
vorige week
( )
volgende week
( )
maandag
Dies Lunae (die-ees loenaaj)
dinsdag
Dies Martis (die-ees martis)
woensdag
Dies Mercurii (die-ees merkoerie-ies)
donderdag
Dies Iovis (die-ees joowis)
vrijdag
Dies Veneris (die-ees weeneris)
zaterdag
Dies Saturni (die-ees satoernie)
zondag
Dies Solis (die-ees soolis)
Maanden
bewerken
januari
Ianuarius (Janoe-aarie-oes)
februari
Februarius (Feebroe-aarie-oes)
maart
Martius (Martie-oes)
april
Aprilis (Aprielis)
mei
Maius (Maa-ie-oes)
juni
Iunius (Joenie-oes)
juli
Iulius (Joelie-oes)
augustus
Augustus (Auwkoestoes)
september
September (September)
oktober
October (Oktoober)
november
November (Noowember)
december
December (Deekember)

Kleuren

bewerken
zwart
( )
wit
( )
grijs
( )
rood
( )
blauw
( )
geel
( )
groen
( )
oranje
( )
paars
( )
bruin
( )

Vervoer

bewerken

Trein en bus

bewerken
Hoeveel kost een kaartje naar _____?
 ? ( )
Een kaartje naar _____, alstublieft.
. ( )
Waar gaat deze trein/bus naartoe?
 ? ( )
Waar is de trein/bus naar _____?
 ? ( )
Stopt deze trein/bus in _____?
 ? ( )
Wanneer vertrekt de trein/bus naar_____ ?
 ? ( )
Wanneer komt de trein/bus aan in _____?
 ? ( )

Richtingen

bewerken
Hoe kom ik in _____ ?
 ? ( )
...het station?
 ? ( )
...de bushalte?
 ? ( )
...de luchthaven?
 ? ( )
...het stadscentrum?
 ? ( )
...de jeugdherberg?
 ? ( )
...het _____ hotel?
 ? ( )
...het Nederlands/Belgisch/Surinaams consulaat?
 ? ( )
Waar zijn er veel...
( )
...hotels?
 ? ( )
...restaurants?
 ? ( )
...cafés?
 ? ( )
...bezienswaardigheden?
 ? ( )
Kunt u het op de kaart aanduiden?
 ? ( )
straat
( )
Links afslaan.
. ( )
Rechts afslaan.
. ( )
links
( )
rechts
( )
rechtdoor
( )
richting de _____
( )
voorbij de _____
( )
voor de _____
( )
Let op de/het _____.
. ( )
kruispunt
( )
noord
( )
zuid
( )
oost
( )
west
( )
bergop
( )
bergaf
( )
Taxi!
 ! ( )
Breng me naar _____, alstublieft.
. ( )
Hoeveel kost het om naar _____ te rijden?
 ? ( )
Breng me daarheen, alstublieft.
. ( )
Heeft u nog kamers beschikbaar?
 ? ( )
Hoeveel kost een kamer voor één persoon/twee personen?
 ? ( )
Beschikt de kamer over...
( )
...lakens?
 ? ( )
...een WC?
 ? ( )
...een badkamer?
 ? ( )
...een telefoon?
 ? ( )
...een televisie?
 ? ( )
Mag ik de kamer eerst even zien?
 ? ( )
Heeft u niets rustiger?
 ? ( )
...groter?
 ? ( )
...schoner?
 ? ( )
...goedkoper?
 ? ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Ik blijf _____ nacht(en).
. ( )
Kunt u mij een ander hotel aanbevelen?
 ? ( )
Heeft u een kluis? (voor waardevolle bezittingen)
 ? ( )
...kluisjes? (voor kleding)
 ? ( )
Is het ontbijt/avondeten inbegrepen?
 ? ( )
Hoe laat is het ontbijt/avondeten?
 ? ( )
Wilt u mijn kamer schoonmaken?
 ? ( )
Kunt u me wakker maken om _____ uur?
 ? ( )
Ik wil uitchecken.
. ( )
Kan ik met Amerikaanse dollars betalen?
( )
Kan ik met Britse ponden betalen?
( )
Kan ik met euro's betalen?
( )
Kan ik met een credit card betalen?
 ? ( )
Kunt u geld voor me wisselen?
 ? ( )
Waar kan ik geld wisselen?
 ? ( )
Kan ik hier traveler's cheques inwisselen?
 ? ( )
Waar kan ik traveler's cheques inwisselen?
( )
Wat is de wisselkoers?
 ? ( )
Waar is er een geldautomaat?
 ? ( )
Een tafel voor één persoon/twee personen, alstublieft.
. ( )
Mag ik de menukaart even zien?
. ( )
Mag ik een kijkje nemen in de keuken?
. ( )
Is er een specialiteit van het huis?
 ? ( )
Is er een streekgerecht?
 ? ( )
Ik ben vegetariër.
. ( )
Ik eet geen varkensvlees.
. ( )
Ik eet geen rundvlees.
. ( )
Ik eet alleen koosjer.
. ( )
Kunt u dat met minder olie/boter/vet maken, alstublieft?
 ? ( )
vast menu
( )
à la carte
( )
ontbijt
( )
lunch
( )
afternoontea (maaltijd)
( )
avondeten
( )
Ik wil graag _____.
. ( )
Ik wil graag een gerecht met _____.
( )
kip
( )
rundsvlees
( )
vis
( )
ham
( )
worst
( )
kaas
( )
eieren
( )
salade
( )
(verse) groenten
( )
(vers) fruit
( )
brood
( )
geroosterd brood
( )
noedels
( )
rijst
( )
bonen
( )
Mag ik een glas _____?
 ? ( )
Mag ik een kopje _____?
 ? ( )
Mag ik een fles _____?
 ? ( )
koffie
( )
thee
( )
sap
( )
koolzuurhoudend water
( )
mineraalwater
( )
bier
( )
rode/witte wijn
( )
Mag ik wat _____?
 ? ( )
zout
( )
zwarte peper
( )
boter
( )
Ober!
 ! ( )
Ik ben klaar.
. ( )
Het was heerlijk.
. ( )
Kunt u de borden afruimen?
 ? ( )
De rekening, alstublieft.
. ( )

Uitgaan

bewerken
Serveert u alcohol?
 ? ( )
Is er bediening aan tafel?
 ? ( )
Een biertje/twee biertjes, alstublieft.
. ( )
Een glas rode/witte wijn, alstublieft.
. ( )
Een vaasje, alstublieft
. ( )
Een fles, alstublieft.
. ( )
_____ (sterke drank) met _____ (toegevoegde drank), alstublieft.
. ( )
whisky
( )
wodka
( )
rum
( )
water
( )
sodawater
( )
tonic
( )
sinaasappelsap
( )
cola
( )
Heeft u versnaperingen/snacks/hapjes?
 ? ( )
Nog eentje, alstublieft.
. ( )
Nog een rondje, alstublieft.
. ( )
Wanneer gaat u dicht?
 ? ( )
Proost!
 ! ( )

Winkelen

bewerken
Heeft u dit in mijn maat?
 ? ( )
Hoeveel kost dat?
 ? ( )
Dat is te duur.
. ( )
Wilt u het voor _____verkopen?
 ? ( )
duur
( )
goedkoop
( )
Dat kan ik mij niet veroorloven.
. ( )
Ik wil het niet.
. ( )
U bedriegt me.
. ( )
Ik ben niet geïnteresseerd.
. ( )
Oké, ik neem het.
. ( )
Mag ik een tasje?
 ? ( )
Bezorgt u (overzee)?
( )
Ik wil graag...
. ( )
...tandpasta.
. ( )
...een tandenborstel.
. ( )
...tampons.
. ( )
...zeep.
. ( )
...shampoo.
. ( )
...een pijnstiller.
. ( )
...een middel tegen verkoudheid.
( )
...maagtabletten.
... ( )
...scheermesjes
. ( )
...een paraplu.
. ( )
...zonnebrandcrème.
. ( )
...een ansichtkaart.
. ( )
...postzegels.
. ( )
...batterijen.
. ( )
...schrijfpapier.
. ( )
...een pen.
. ( )
...Nederlandstalige boeken.
. ( )
...Nederlandstalige tijdschriften.
. ( )
...een Nederlandstalige krant.
. ( )
...een Nederlands-______ woordenboek.
. ( )
Ik wil een auto huren.
. ( )
Kan ik het laten verzekeren?
 ? ( )
stop
( )
éénrichtingsstraat
( )
voorrang verlenen
( )
parkeerverbod
( )
snelheidslimiet
( )
tankstation
( )
benzine
( )
diesel
( )

Autoriteiten

bewerken
Ik heb niets verkeerds gedaan.
. ( )
Het was een misverstand.
. ( )
Waar brengt u me naartoe?
 ? ( )
Ben ik gearresteerd?
 ? ( )
Ik ben Nederlands/Belgisch/Surinaams staatsburger.
( )
Ik wil praten met de Nederlandse/Belgische/Surinaamse ambassade/consulaat.
( )
Ik wil met een advocaat spreken.
( )
Kan ik nu niet gewoon een boete betalen?
( )
Dit artikel is nog geheel in opbouw. Het bevat een sjabloon, maar nog niet genoeg informatie om bruikbaar te zijn voor een reiziger. Duik erin en breid het uit!