West-Nederland
West-Nederland is de meest stedelijke regio van Nederland. De vier grote steden Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht vormen samen met de tussenliggende stedelijke gebieden de Randstad. Daarnaast kan men in de regio ook het bekende Nederlandse polderlandschap vinden.
Regio's
bewerkenFlevoland De jongste provincie van Nederland die is ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee. Door opneming van de voormalige eilanden Urk en Schokland in de polder, heeft de provincie ondanks haar jonge leeftijd toch enkele historische bezienswaardigheden. |
Noord-Holland Noord-Holland wordt gedomineerd door Amsterdam, de grootste stad van het land met de luchthaven Schiphol. Daarnaast heeft de provincie veel historische steden, een aantal badplaatsen en een verder relatief rustige en nog pure kuststrook. Deze loopt door op het waddeneiland Texel, waarmee een hele frequente veerboot-verbinding is. |
Utrecht De historische stad Utrecht heeft een pakkende sfeer en een goed uitgaansleven. De provincie Utrecht bestaat uit een aantal gevarieerde landschappen, waaronder het Vechtplassengebied, het Eemland, de Utrechtse Heuvelrug, de noordoever van de Lek, het Kromme Rijngebied en de Lopikerwaard. |
Zuid-Holland De meest dichtbevolkte provincie met de agglomeraties van Rotterdam en Den Haag. Daarmaast bevat de provincie de landelijke regio's van het Groene Hart, de Bollenstreek, de Alblasserwaard en de tot de kust lopende Zuid-Hollandse Eilanden. |
Steden
bewerken- Alkmaar — historische stad met grachten en de internationaal bekende kaasmarkt
- Amsterdam — de hoofdstad met zijn zestiende en zeventiendeeeuwse grachtengordel en zijn internationaal vermaarde musea
- Delft — prachtige binnenstad met grachten, internationaal bekend van het Delfts blauw
- Den Haag — de hofstad, met het Binnenhof, paleizen en Madurodam en het strand bij Scheveningen
- Gouda — stroopwafels en kaas, een prachtig stadsplein en knusse restaurants
- Haarlem — zeventiende eeuwse stad met grachten, winkels, musea en uitgaansleven
- Leiden — studentenstad met de oudste universiteit van het huidige Nederland, drie nationale musea en grachten
- Rotterdam — de Maasstad en wereldhaven, modern centrum, bijzondere gebouwen als Euromast en Erasmusbrug
- Utrecht — de Dom, de Ouwe grach', een gezellige studentenstad
Andere bestemmingen
bewerken- Beemster — oudste polder, met nog de oorspronkelijke totaal geometrische indeling
- Keukenhof — de bloemenvelden die elke lente te bezichtigen zijn
- Kinderdijk — negentien windmolens in het typische Nederlandse landschap
- Schokland — een voormalig eiland dat in 1859 geëvacueerd moest worden; nu is het een spookstad
- Texel — de grootste van de Waddeneilanden, ideaal voor fiets- of wandeltochten, zwemmen en paardrijden
- Urk — een klein vissersdorp dat ooit een eiland was
- Waterland — typische Nederlandse dorpen met houten huisjes, klompen en windmolens
- Zaanse Schans — openluchtmuseum met Nederlandse windmolens en ambachten
Info
bewerkenWest-Nederland is het landsdeel waaraan Nederland de internationale bijnaam Holland dankt en het bestaat ook nu nog voor een groot deel uit de provincies Noord- en Zuid-Holland. De duidelijke internationale doorbraak van deze naam die synoniem, zo niet geheel vervangend, is voor de eigenlijke naam van Nederland, zal zeker iets te maken hebben met de economische betekenis van het westen. Al sinds enkele eeuwen liggen hier de grootste Nederlandse steden en de meeste grote industriegebieden. Ook zowel een van de grootste havens (Europoort/Rotterdam) als een van de grootste luchthavens (Schiphol) ter wereld, zijn in dit deel van Nederland gepositioneerd. Vrij centraal in het westen liggen zowel het regeringscentrum Den Haag, als ook de hoofdstad Amsterdam. Deze en diverse andere steden worden gekarakteriseerd door historische centra welke voorzien zijn van hoekige patronen van vaak statige grachten. Enkele andere steden zoals Almere en Rotterdam zijn juist heel modern. Laatste is na de 2e wereldoorlog als zodanig opnieuw opgebouwd, waarbij nadrukkelijk is gekozen voor moderne architectuur met vooral hoogbouw met wolkenkrabbers.
Veel stedelijke activiteit dus, maar opvallend genoeg kent dit deel van Nederland ook juist nog relatief rustige gebieden. Uiteenlopende natuur- en/of cultuurlandschappen nodigen de fietser, wandelaar of waterrecreant uit tot verdere verkenningen. Dat er altijd meer te zien is, wordt duidelijk in beeld gebracht door het geheel vlakke en open weidelandschap. De enige verhogingen worden verzorgd door de Duinen langs de kust en door bruggen over de diverse rivieren. Waar West Nederland overgaat in Oost Nederland vinden we ook nog de bosrijke "bergen" van de Utrechtse Heuvelrug, die ook nog aansluiten op de parkachtige Gooi en Vechtstreek.
Voor wie iets van de inpolderingsgeschiedenis van West-Nederland weet, zal de rijkdom aan landschappen helemaal bijzonder zijn. Almere en verdere omgeving liggen op Zuidelijk Flevoland, de nieuwste droogmakerij, terwijl aan de andere kant van Amsterdam ook het allereerste inpolderingsproject De Beemster te vinden is. Fietsend, varend of wandelend zijn nog veel meer verwijzingen te vinden rondom het thema inpoldering en waterbeheer, zoals de monumenten de Afsluitdijk, Schokland in de Noordoostpolder, Kinderdijk in het rivierengebied en nog iets dichter richting Rotterdam diverse Deltawerken. De Oostvaardersplassen vormen in dit verband een apart verhaal. Eigenlijk zou daar ook een stuk Almere gebouwd worden, maar aangezien er spontaan nieuwe natuur ontstond, is dit vervolgens als wetland min of meer weer terug gegeven aan het water.
In een strook tussen polderlandschappen en kust is West-Nederland wereldwijd in het voorjaar bekend en geliefd om de hier plaatsvindende bloemenbollenteelt. De baan tussen Den Haag en Den Helder is dan grotendeels gekleurd in de meest uiteenlopende bloem-kleuren.
Naast de zo'n 100 kilometer lange rechte strook zandstrand en de daaraan grenzende duinen, zijn ook de Hollandse Biesbosch in het uiterste zuiden en de Waddenzee in het uiterste noorden echt pure natuurgebieden. Zonder inpolderingsprojecten zou het (nagenoeg geheel onder zeeniveau liggende) westen er waarschijnlijk grotendeels nog zo uitzien als nu nog alleen daar.
Taal
bewerkenWie het best uitgesproken Nederlands wil horen zou volgens velen naar Haarlem moeten gaan, deze stad heeft de naam het best Nederlands te spreken. Dialecten van andere West-Nederlandse plaatsen en streken hebben hoorbaar een meer eigen karakter, maar een groot deel van de bevolking spreekt ook min of meer standaard Nederlands en dit wordt in ieder geval door iedereen verstaan.
Een zekere bedenkelijke faam heeft de zogenaamde Gooise R, deze letter wordt in het Gooi wat rollend/zangerig uitgesproken. Deze uitspraak wordt hier soms geassocieerd met het willen benadrukken van het hebben (verworven) van de status van de upper class. De Gooise R heeft enige verwantschap met de Leidse R, maar in Leiden wordt deze uitspraak juist beschouwd als behorend bij een plat stadsdialect.
Uiteraard is er de nodige verwantschap tussen dialecten van vissersplaatsen langs de Noordzeekust. Zo zullen ook overeenkomsten te horen zijn in diverse dialecten van voormalige Zuiderzee-plaatsen.
Soms wordt ervan uit gegaan dat Haags 2 hele verschillende dialecten kan zijn. Onderscheiden worden dan het volkse Hagenees en daarnaast zou er ook een specifiek bekakt Haags zijn. Overigens is Hagenees behoorlijk meer populair geworden dankzij fenomenen als het tv-duo Van Kooten en de Bie en de "voute" stripfiguur Haagse Harry.
Vooral nieuwe en grotendeels nieuwe steden zoals Almere en Zoetermeer hebben geen eigen dialect (meer), hetzelfde geldt voor veel voorsteden. Vaak zijn hier geïmporteerde dialecten te horen uit nabijgelegen grote steden. Vooral het Amsterdams en het Rotterdams zijn tot ver in de regio nog te horen.
Mede dankzij ondertitelde Amerikaanse en Engelse televisie en film en Engelstalige popmuziek, spreken verreweg de meeste westerlingen overigens behoorlijk Engels en zij zullen dit ook heel snel laten merken. Helaas wordt het door deze goedbedoelde behulpzaamheid voor Engelstalige wel extra lastig om Nederlands te kunnen oefenen.
Veel Nederlanders beheersen naast Engels ook Duits en soms een beetje Frans of Spaans.
Arriveren
bewerkenAls knooppunt van diverse steden en grote industriegebieden, is West-Nederland internationaal in principe zeer goed bereikbaar.
- Dit is in ieder geval zo voor de (buitenlandse) reiziger door de lucht. Heel centraal ligt Schiphol, een van de grotere internationale luchthavens. Daarnaast vliegt een beperkt aantal internationale vluchten op Rotterdam The Hague Airport in Rotterdam.
- In principe is heel Nederland voorzien van een geavanceerd en uitgebreid snelwegennet dat zeer frequent ook aansluit op de Belgische en Duitse snelwegen. Belangrijke verbindingen hiermee zijn onder andere de A 1, A 2, A 12 en A 16. Helaas is het verkeersaanbod wel vaak zo groot dat toch rekening gehouden moet worden met enige vertraging door files en/of langzaam rijdend verkeer. Soms wordt elektronisch een alternatieve route gesuggereerd, vaak over een andere snelweg. Een enkele keer wordt tegenwoordig een Uitwijkroute aangegeven zoals in Duitsland al langer gebruikelijk is. Waar deze routes niet worden aangegeven, loont het in verreweg de meeste gevallen niet de moeite om de file op de snelweg te vermijden. Andere wegen zijn in Nederland in de regel puur lokale wegen, met veel stoplichten en/of ander oponthoud. Uiteraard kunnen dergelijke verbindingen puur toeristisch gezien wel de moeite waard zijn, zeker voor ervaren chauffeurs. Bijzonder zijn bijvoorbeeld de smalle bochtige wegen over dijken, die hoog boven diepgelegen polders de grote rivieren begeleiden.
- Er zijn enkele goede internationale treinverbindingen met West-Nederland:
- Rotterdam, Schiphol en Amsterdam zijn vanuit Parijs, Brussel en Antwerpen snel en comfortabel bereikbaar met hogesnelheidstrein de Thalys. Komend met hogesnelheidstrein Eurostar vanuit Londen, kan in Brussel direct op de Thalys worden overgestapt. Het is ook mogelijk de Beneluxtrein te nemen. Deze rijdt iets langer over het traject dan de Thalys maar is heel wat goedkoper.
- Vanuit Frankfurt en Keulen rijdt, via het Ruhrgebied en Arnhem wel een hogesnelheidstrein (ICE) naar Utrecht en Amsterdam, maar dit traject wordt grotendeels over regulier (langzamer) spoor afgelegd.
- Vanuit Berlijn rijdt via Hannover en Osnabrück een Deutsche Bahn IC-trein naar Amersfoort en Amsterdam.
- Vanuit onder andere München en Zürich rijden tenslotte een aantal City Night Line treinen ook naar Utrecht/Amsterdam.
(zie verder NS Hispeed )
- Binnen Nederland is het westen in principe goed/frequent met de trein te bereiken vanuit in ieder geval bijna alle grotere plaatsen, al zijn sommige verbindingen directer dan anderen. Vanuit plaatsen zonder treinstation moet met lokale bussen gereisd worden en daarmee loopt de reistijd snel op. (zie verder 9292 OV)
- Engeland heeft 3 ferry-verbindingen met West-Nederland:
- Vanuit Harwich vaart tweemaal daags een boot naar Hoek van Holland welke aansluit op een trein vanuit Londen en in Nederland op een trein naar Rotterdam en Amsterdam.
- Vanuit Hull vaart iedere nacht een boot naar Europoort.
- Meer noordelijk, vaart vanuit North Shields bij Newcastle iedere nacht een boot naar IJmuiden.
- Dankzij de hooguit zeer geringe hoogteverschillen en de uitgebreide voorzieningen is het ook voor niet heel geoefende fietsers en wandelaars mogelijk vanuit de rest van het land, of zelfs vanuit België/Noord Frankrijk, Duitsland en Engeland naar West-Nederland te reizen. Fietsers kunnen hierbij bijvoorbeeld gebruik maken van het LF-route (Lange afstand Fietsroute) netwerk en/of eventueel van fietsknooppuntennetwerken. Voor wandelaars bestaat er een netwerk van Lange-Afstand-Wandelpaden, welke onder andere aansluiten op Vlaamse Groteroutepaden. Rondom al deze netwerken bevinden zich in de regel diverse hotels en kampeerterreinen, zeker in België.
Rondreizen
bewerkenPer openbaar vervoer
bewerkenHelaas is het nog niet echt gelukt om de grootste steden met elkaar te verbinden met een echt stadsregionaal Openbaar Vervoerssysteem. Qua Openbaar Vervoer moet de reiziger binnen West-Nederland dus meestal nog overstappen van het ene naar het andere soort Openbaar Vervoer, al is de situatie meer plaatselijk soms wel verbeterd:
- De regio's Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer zijn nu min of meer wel met elkaar verbonden door middel van Randstadrail, dat bestaat uit een combinatie van 1 snelbuslijn, 3 "sneltram"-lijnen en 1 metrolijn die weer aansluit op de overige metro's van de regio Rotterdam.
- De regio's Amsterdam (Plattegrond netwerk) en Rotterdam bezitten beide een, grotendeels bovengronds, metronetwerk. In beide gevallen bestaat dit uit slechts enkele lijnen, al gaan de Rotterdamse lijnen allen wel dwars onder het centrum door.
- Rond de zuidrand van Amsterdam sluit het snelbus-netwerk van de Zuidtangent op de metro aan. Verder verzorgen de bussen relatief snelle en comfortabele verbindingen van en naar Schiphol, Haarlem en de Haarlemmermeer.
- De agglomeraties Amsterdam, Den Haag en Rotterdam kennen elk een uitgebreid lokaal tramnetwerk dat in Den Haag aansluit op de randstadrailtrams. De tramlijnen sluiten in alle gevallen weer aan op plaatselijke buslijnen en op diverse trein-stations.
- Er zijn enkele trajecten die een regelmatige (Fast) Ferry-verbinding kennen, zoals de Waterbus van Rotterdam naar Dordrecht of via Ridderkerk (overstap) naar Kinderdijk. Ook toeristisch is dit zeker een heel leuk alternatief voor trein en/of bus.
- Verder is de OV-reiziger voornamelijk aangewezen op de trein, die wel zeer frequent tussen alle grotere steden en tussengelegen stations rijdt. In de regel kan gekozen worden tussen intercity's die alleen in grotere stations stoppen en sprinters die elke halte aandoen. Houd wel rekening met regelmatige vertragingen/verstoringen.
Zie in alle gevallen voor meer reis-informatie: 9292 OV.
- Op veel treinstations zijn enkele voorzieningen om over te stappen van trein op aansluitend eigen vervoer. Zo hebben grotere stations bewaakte fietsenstallingen, die ook fietsen verhuren. Daarnaast zijn stations voorzien van parkeerplaatsen en/of "ophaal- en brengvoorzieningen" voor auto's. Ook hebben de meeste stations een taxi-standplaats. Dit alles wordt met wegwijzers aangegeven binnenin/op de stations. Zie verder NS over aansluitend eigen vervoer.
Fietsen kunnen ook meegenomen worden buiten de spitsuren (precieze tijden verschillen helaas per vervoersmaatschappij) in de trein, metro en in de Randstadrailtrams. Metro en tram bieden deze service gratis, maar in de trein moet hiervoor een speciaal fietskaartje gekocht worden bij een kaartjesautomaat of bij het kaartjes verkoop-loket. Op de metro-, tram- en treinvoertuigen is met logo's aangegeven waar de fiets naar binnen mag.
Voor vaker reizen met bus, metro en/of tram kan het best een OV Chipkaart worden aangeschaft. Deze is onder andere bij elke kaartjesautomaat van zowel de Nederlandse Spoorwegen als ook van de metro's te verkrijgen, maar ook veel winkels verkopen deze pasjes. Een gekochte OV Chipkaart moet vervolgens nog wel worden opgeladen, dit kan ook bij een kaartjesautomaat.
Tussen ongeveer 01:00 uur en 06:00 uur ligt het Openbaar Vervoer grotendeels stil! Wel rijdt er nog dagelijks 1 keer per uur in 2 richtingen een Nachttrein langs Rotterdam, Delft, Den Haag HS, Leiden, Schiphol, Amsterdam en Utrecht. Rond de weekenden is dit nachtnet nog iets uitgebreider. Houd rekening met een aanzienlijk langere reistijd door extra "nacht-oponthoud" en omreizen. Zie verder NS reisplanner. Qua stadsvervoer/lokaal vervoer, rijdt alleen in de grootste stedelijke agglomeraties nog een enkele nachtbus (zie verder 9292 OV), houd dus ook rekening met een run op alle taxi's bij het arriveren met de nachttrein.
Fietsen
bewerkenVoor iedereen met een geringe conditie die meer van West-Nederland wil zien dan alleen stadscentra is de fiets al snel een ideaal vervoersmiddel. Hieronder volgen de belangrijkste bewegwijzerde voorzieningen voor toeristische fietsers:
- Ook binnen West Nederland lopen LF-routes door. Zo zijn hier onder andere:
- de LF1 langs de gehele Noordzee-kust door de duinen,
- de Stedenroute LF2, welke via relatief rustige routes door veel binnensteden leidt, maar ook van Zuid naar Noord en vice versa dwars door het zogenaamde Groene Hart voert. Vanaf Kinderdijk kan gekozen worden voor een variant via Rotterdam en een variant via Gouda.
- De Midden Nederlandroute LF4, ook door het Groene Hart, maar in dit geval in westelijke/oostelijke richting.
- De LF12 vanaf Maassluis via een stukje Zuid-Hollandse Eilanden, dwars door het rivierengebied richting Oost Nederland en vice versa.
- Bijzonder is ook de LF21, een gedeelte van de Zuiderzeeroute die de kustlijn van de voormalige Zuiderzee volgt. Houd er wel rekening mee dat tijdens het fietsen het zicht meestal voor de helft wordt ontnomen door een gehandhaafde hoge zeedijk (die op vele punten wel te voet kan worden beklommen). Tussen Hoorn en Enkhuizen loopt de route op de dijk en krijgt de fietser dus wel een "totaalplaatje". In laatste plaats kan overigens nog veel meer over de Zuiderzee-geschiedenis ontdekt worden in het Zuiderzeemuseum. Verder kan de voormalige zee hier in de zomer overgestoken worden naar Urk en Stavoren. Zie verder
- Zie voor meer informatie over LF-routes ANWB over LF-routes.
- Al of niet aansluitend op de LF-routes, is het westen voorzien van diverse regionale fietsknooppuntennetwerken. Hierbij kan van genummerd knooppunt naar knooppunt worden gefietst en zodoende kan de fietser helemaal zelf bepalen welk rondje gefietst wordt. In de regel staat bovendien op elk knooppunt een kaart van het netwerk, zodat de route eventueel ook weer aangepast kan worden.
- Soms staan op algemene bewegwijzeringen ook toeristische/recreatieve routes aangegeven. Deze zijn te herkennen aan dat de plaatsnamen in het groen in plaats van in het rood zijn gedrukt.
Regelmatig moet water overbrugt worden met veerponten. Soms varen deze slechts op beperkte tijden, maar wel vaker in de weekenden en in de zomerperiode. Buiten de vaartijden moet dan dus worden om gefietst, maar dat gaat dan om slechts enkele kilometers. Sommige kleine pontjes moeten opgeroepen worden met een bel. Tenslotte zijn er incidenteel "zelfbedienings-pontjes". Zie verder De fietser kan er bijna altijd wel van uitgaan dat er binnen een straal van enkele kilometers gestopt kan worden bij een café/terras en/of restaurant. Ook een overnachtingsplek in de vorm van een camping, hotel enz., is meestal niet te ver fietsen. En binnen ieder iets groter dorp zal ook een fietsenmaker te vinden zijn.
Behalve op treinstations zijn er in veel plaatsen ook diverse particuliere bedrijven gevestigd die fietsen verhuren. Zie onder andere: Fietsliefhebber en/of Fietsverhuur startpagina.
Wandelen
bewerkenOok de Lange-Afstand-Wandelpaden lopen gewoon door in West-Nederland, bijvoorbeeld het Hollands Kustpad, of helemaal aan de oostrand het gedeelte van het Maarten van Rossumpad over de Utrechtse heuvelrug vanaf Station Rhenen.
Daarnaast is het westen ruim voorzien van, al of niet bewegwijzerde, kortere en langere routes voor rondwandelingen. In deze categorie is onder andere Het Groene Hart pad de moeite waard, bijvoorbeeld het gedeelte van Station Delft naar Station Zoetermeer.
Per auto
bewerkenZeker West Nederland heeft een uitgebreid net van snelwegen met hoogwaardige technische voorzieningen, zoals aanpassing van de maximum snelheid met matrixborden boven iedere rijstrook, elektronische vermelding van alternatieve routes bij files en geautomatiseerde open te stellen, dan wel af te sluiten spitsstroken. In de regel wordt autoverkeer automatisch naar de dichtstbijzijnde snelweg verwezen, eventueel is de nadering van een snelweg te herkennen aan afgedrukte een cijfer-lettercombinatie met als letter A. De meeste West Nederlandse snelwegen tellen inmiddels minstens 3 rijstroken, maar vaak zijn ze nog breder. Ook zijn verreweg de meeste wegen in het westen van verlichting voorzien. Aanvullend zijn er dan nog enkele aansluitende autowegen en andere N wegen.
Met al die voorzieningen wordt getracht het zeer drukke verkeer in goede banen te leiden, wat helaas nog niet altijd lukt. Zeker nabij de grootste steden en grote knooppunten, loopt het verkeer overdag en soms ook nog 's avonds regelmatig vast.
Op de ring(snel-)wegen rond de grootste steden, zeker die van Amsterdam (Ring A 10, ook wel "binnenring" genoemd) en Rotterdam, dient de automobilist bedacht te zijn op het soms heel snel opvolgen van afritten, vaak moet voor een afrit worden ingevoegd op een weefstrook! De Oostelijke ring van Rotterdam (gedeelte A 16) en de ring van Utrecht kennen diverse uitsplitsingen van lokaal/regionaal verkeer en daarbinnen "expres-banen" waarvandaan dus niet meer kan worden afgeslagen tot voorbij de ring. De Haagse ring tenslotte is weer minder overzichtelijk doordat deze uit hele verschillende soorten weg-types bestaat, naast een stuk snelweg, moet over autowegen en stadswegen gereden worden met elk ook weer hele eigen cijfer-/lettercombinaties.
Oostelijk of richting Flevoland en Noord-Nederland reizend, kan de Amsterdamse ring (vanuit Rotterdam/DenHaag/Schiphol en Alkmaar/Haarlem) omzeild worden. Bij Knooppunt Badhoevedorp kan dan de A 9 gevolgd worden, aanvankelijk richting Utrecht en vervolgens richting Almere, Amersfoort tot aan de A 1 (Knooppunt Diemen). In omgekeerde richting kan vanaf Knooppunt Diemen de A 9 richting Schiphol worden gevolgd.
Let steeds op de maximum toegestane snelheid op snelwegen! Regelmatig wordt afgeweken van de reguliere 130 kilometer per uur, als matrixborden boven de weg dit niet elektronisch aangeven, is het vaak voor veel automobilisten onduidelijk wat ter plaatse op een bepaald moment de maximum snelheid is.
Het in de steden komen kan ook relatief problematisch zijn. Bovendien dient de automobilist hier ook bedacht te zijn op extra onoverzichtelijke verkeerssituatie door de vele fietsers! Daarbij valt parkeren binnen de steden niet altijd mee, al zijn hier wel parkeergarages te vinden. Toch is het vaak praktischer om nabij of aan de rand van een stad over te stappen op het Openbaar Vervoer. Hiervoor zijn transferia of P+R (Parkeren + Reizen) terreinen aangelegd.
Rond de Noordelijke randen en in de Zuidwestelijke richting wordt het autoverkeer overigens veel rustiger, hier zijn snelwegen ook minder uitgebreid of helemaal afwezig.
Bekijken
bewerkenBehalve het al beschreven historische straatbeeld, waarbij straten vaak grachten begeleiden, huisvesten de diverse westelijke steden tal van monumenten en/of musea die ook van binnen de moeite van een bezoek meer dan waard zijn. Meer informatie over de uiteenlopende musea en de landelijke museumkaart, met welke de toegang vaak gratis is, is te vinden op Museum.nl.
Ook het Rijksmuseum Amsterdam zal medio 2013, na jarenlang geheel en vervolgens nog gedeeltelijk voor verbouwing gesloten te zijn, weer geheel worden geopend. Het nabij gelegen Stedelijk Museum ging 2012 al open. Beide musea kunnen gezien (te verwachte) drukte in 2013 wel het best buiten het weekend bezocht worden.
Haarlem bezit het oudste nog originele museumgebouw van Nederland, het Teylers museum. Dit is aanmerkelijk kleiner dan bovengenoemde twee musea, maar de hier tentoonstelde collecties en de architectuur van het gebouw zijn zeker de moeite van een uitstapje naar Haarlem waard.
Andere grotere zeer vermeldenswaardige musea zijn onder meer Het Boijmans van Beuningen in Rotterdam en het Haagse gemeentemuseum. Naast laatste ligt het meer op jeugdig en/of interactief ingesteld publiek gerichte Museon. Voorbeelden van dergelijke moderne interactieve (gezins)musea zijn ook Het Spoorwegmuseum (Utrecht), Naturalis (Leiden) en NEMO (Amsterdam). Ook Beeld en Geluid in "radio en televisie hoofdstad" Hilversum kan goed aan dit rijtje worden toegevoegd. Veel over de bewogen "Hollandse" geschiedenis komt de toerist ook te weten in de Delftse Prinsenhof.
Zoals in de meeste Europese landen zijn veel musea op maandag gesloten.
Naast musea zijn een aantal grote kerken zeker de moeite waard, bijvoorbeeld de Nieuwe kerk in Delft. Boven het centrum van Utrecht torent De Dom uit, welke onder een begeleiding van een gids ook beklommen kan worden. Beneden is bijzonder dat de toren bij een hele hevige storm is losgeraakt van de verdere kerk, nu kan gewoon tussen Dom en kerk doorgelopen en gefietst worden.
Ook het Amsterdamse Paleis op de Dam en het Haagse Vredespaleis zijn regelmatig van binnen te bezichtigen. Laatste is eigenlijk geen paleis, maar zoals de naam al zegt een monumentaal gebouw voor internationale vrede. Als zodanig is het ook van binnen nog steeds functioneel, onder andere in de vorm van het hof van Arbitrage van de VN. (Zie verder paleisamsterdam.nl en vredespaleis.nl.)
Doen
bewerkenDe duinen en de kustlijn van West-Nederland aan de Noordzee zijn het grootste praktisch aaneengesloten natuurgebied in West Nederland met diverse strandrecreatie.
Naast de zee bieden de diverse vormen van zoet water, zoals grotere en kleinere rivieren, veenplassen, kanalen en met elkaar verbonden sloten, een scala aan mogelijkheden voor waterrecreatie. Deze vorm van vrije tijdsbesteding wordt dan ook op alle mogelijke manieren in West Nederland beleefd. Zeker 's zomers zijn de plassen en waterverbindingen bezaaid met door elkaar varende zeilboten, gemotoriseerde plezierboten, kano's en roeiboten. En dit in alle mogelijke varianten. Zie verder Watersport startpagina
Over grotere waterverbindingen en over de veenplassen worden ook rondvaarten verzorgd, al of niet met catering.
Langs de kanten wordt dan ook vaak nog gezwommen, water-gefietst en/of spelen kinderen met rubber boten. Zwemmen kan ook veiliger bij speciaal daarvoor aangelegde en uitgeruste zwemstranden aan recreatieplassen.
Op iets kleinere schaal vindt ook waterrecreatie binnen in steden plaats. Misschien is dit mede minder populair door de vervuiling van veel grachtwater. Heel populair, zeker in Amsterdam, zijn wel de stedelijke rondvaarten.
In de winterperiode kunnen alle watervlaktes incidenteel in ijsbanen veranderen. Veel West Nederlanders pakken dan, al of niet met het hele gezin, hun schaatsen tevoorschijn en zijn zo vaak mogelijk op het ijs te vinden.
Evenementen en feestdagen
bewerkenVooral in de zomerperiode, maar zeker ook al eerder en verder in het jaar, is er in de westelijke steden en dorpen altijd wel ergens iets te doen qua activiteiten/festiviteiten. Hieronder slechts een beperkte opsomming welke illustratief is voor de veelzijdigheid van alles dat georganiseerd wordt:
- Januari: Internationaal filmfestival Rotterdam (zie ).
- Voorjaar: Bloemencorso Bollenstreek (zie )
- Juni:
- Zomervakantie periode: rondreizend theaterfestival De Parade (zie ).
- Het nieuwe culturele seizoen wordt rond september in diverse steden ingeluid met een evenement waarbij theaters en andere culturele organisaties zich kunnen presenteren. Deze festivals heten bijvoorbeeld Uitmarkt (Amsterdam en Rotterdam), Uit Festival (Den Haag) of Uitfeest (Utrecht).
- Najaar: International Documentary Film Festival Amsterdam (IDFA)(zie )
Daarnaast komen een aantal nationale feest- en/of gedenkdagen nadrukkelijk tot uitdrukking in West-Nederland:
- Op 27 April is het nationale Koningsdag.
- Op de avond van 4 Mei worden alle oorlogsslachtoffers sinds het uitbreken van de 2e oorlog herdacht tijdens Dodenherdenking. Om 20:00 uur wordt in verband hiermee 2 minuten stilte in acht genomen. Velen dorpen en steden organiseren een ceremonie rond dit tijdstip, de nationale ceremonie vindt plaats op de Dam in Amsterdam. Bijzonder is de herdenking op de Waalsdorpervlakte tussen Den Haag en Wassenaar.
- Anders dan in veel andere landen wordt de dag na 25 december ook nog als een kerstdag beschouwd. Tijdens deze 2e kerstdag zijn dus veel winkels gesloten en rijdt het Openbaar Vervoer beperkt. Ook Pasen en Pinksteren hebben overigens een 2e dag.
- Oud en Nieuw wordt overal met de typisch Nederlandse oliebol en veel vuurwerk gevierd. In veel grotere en kleinere steden worden ook specifieke evenementen georganiseerd, zo viert Rotterdam een vuurwerkfeest rond de Erasmusbrug.
Eten en Drinken
bewerkenHet meest specifieke tussendoortje dat duidelijk uit het kustgebied van Nederland komt, is waarschijnlijk een rauwe haring die met uitjes is bestrooid. Nadat van deze vis de kop is verwijderd en de binnenkant is schoon gemaakt door de haring in twee helften te snijden, wordt de halve haring in principe in het geheel opgegeten door deze af te happen vanaf de staart. In Leiden vormen Haring en Wittebrood een traditionele maaltijd tijdens Leidens ontzet. 's Avonds wordt dan Hutspot gegeten: een Nederlandse soort stamppot van aardappelen, peen, klapstuk en uien.
Vooral in de oude Zuiderzee-plaatsen rond het huidige IJsselmeer wordt veel Paling verkocht, als zijnde IJselmeer Paling (in de praktijk komt de meeste Paling van zee).
Vooral tijdens fiets- en wandeltochten, is het gebruikelijk om bij een kopje koffie of thee appeltaart te bestellen. Deze wordt desgewenst met zoete slagroom geserveerd.
Een andere zoete versnapering is de Goudse stroopwafel, deze bestaat uit 2 dunne relatief grote koekjes die aan elkaar vastzitten doordat er stroop is tussen gesmeerd.
Typisch West Nederlands zijn de vele Hollandse kazen, waaronder Edamer, Goudse en Leerdammer Kaas. Kaas wordt, evenals veel andere zuivel, nog steeds op diverse plaatsen ambachtelijk geproduceerd. Zo telt het platteland rondom Leiden diverse kaasboerderijen die ter plekke zuivel en 's zomers soms ook ijs verkopen. In Alkmaar kan boven de Kaasmarkt een kaasmuseum bezocht worden. Ook in Bodegraven is een kaasmuseum te vinden.
De meest bekende varianten van de typisch Nederlandse (vleesragout)kroket komen uit Amsterdam. Allebei vlak bij het Rembrandtplein middenin die stad, zijn hier zowel de cafetaria's van Kwekkeboom als van Van Dobbe gevestigd.
In de wintermaanden wordt vaak warme chocolademelk gedronken, al of niet met zoete slagroom.
De band met Indonesië is nog duidelijk zichtbaar in de vorm van de relatief veel Indonesische restaurants en/of toko's. Vooral in Den Haag zijn diverse van deze gelegenheden te vinden. Van een iets andere orde zijn trouwens de traditionele "Chinese" (afhaal)restaurants, waarvan elk dorp minstens wel een zaak heeft. Hier kan Chinees en/of Indisch eten worden besteld dat is aangepast aan de Nederlandse smaak. In de grootste steden kan ook echt Chinees worden gegeten in de China Towns. In iets mindere mate komt is ook de band van Suriname wel zichtbaar, hiervan getuigen vele toko's en/of kleine eethuizen.
Jenever is een typisch alcoholistisch drankje, een bekende jeneverstad is bijvoorbeeld het nabij Rotterdam gelegen Schiedam. Op kleine schaal worden in West Nederland plaatselijke bieren gebrouwen, maar ook staat in Zoeterwoude Rijndijk de grootste brouwerij van het wereldberoemde Heineken bier.
Uitgaan
bewerkenBehalve nationale hoofdstad, wordt Amsterdam in het algemeen ook beschouwd als de hoofdstad van het culturele leven in Nederland. Bezoekers van theaters, concertzalen en andere podia vinden hier een scala aan mogelijkheden. Theater DeLaMar en het concertgebouw bieden bijvoorbeeld een volle agenda aan uiteenlopende culturele verrassingen. Circustheater Carré is waarschijnlijk het meest beroemde podium. Paradiso is de nationale poptempel.
Ook het het nachtleven vindt volgens vele Nederlanders vooral in Amsterdam plaats. De stad huisvest in ieder geval binnen een straal van enkele kilometers tal van cafés en/of dansgelegenheden. Amsterdam is ook bekend vanwege zijn Gay Scene/homocultuur met daaraan verbonden eigen uitgaansgelegenheden en de jaarlijkse Gay Pride met de Canal Parade. Verder staat Amsterdam ook als vrije/liberale stad bekend onder andere vanwege de aanwezigheid van de zogenaamde coffeeshops, welke in de praktijk vooral gericht zijn op de (vrije) verkoop van softdrugs.
Vanuit de andere grote steden zijn weleens kritische geluiden te horen over de hoofdstedelijke arrogantie, volgens welke dan beweerd zou worden dat buiten Amsterdam weinig te beleven valt. Dit laatste idee klopt hoe dan ook niet, ook andere steden bieden het nodige voor het uitgaanspubliek, zeker de grootste steden. Zo heeft ook Utrecht een geconcentreerd uitgaanscentrum rondom een aantal grachten. De hoofdlocatie van Muziekcentrum Vredenburg ligt tegenwoordig wel helemaal aan de rand van de stad nabij VINEX-wijk Leidsche Rijn. Den Haag en zeker Rotterdam zijn ruimer opgezet, maar stralen daarmee misschien ook weer een hele eigen sfeer uit.
Den Haag, bakermat van popartiesten als Anouk, The Golden Earring en Kane, als Rock stad. Dit is ook in het centrum te horen in de nodige muziekcafés zoals de Paap en bij alternatief podium Het Paard van Troje. Daartussen liggen De Grote Markt en het Plein, met beide de nodige cafés en restaurants. Haags disco/dance publiek is vanaf de late avond vooral in de Scheveningse strandtenten te vinden. Aan het Spuiplein tenslotte is onder andere het bijzondere complex Dr. Anton Philipszaal/Lucent Danstheater te vinden.
In Rotterdam is Rotown een vrij groot alternatief podium. Verder komt het dance- en disco publiek uitgebreid aan zijn trekken in uiteenlopende over de stad verspreide gelegenheden. Dankzij onder andere Jazz Café Dizzy en Jazz-lyrische nachtburgemeester Jules Deelder is Rotterdam ook Jazz hoofdstad van Nederland. Tenslotte heeft Rotterdam een groot Schouwburgplein waar onder andere ook een grote bioscoop te vinden is. Natuurlijk treedt ook het alternatieve Scapino Ballet regelmatig op in eigen stad. Zie voor uitgaan in Rotterdam verder Rotterdam info.
Relatief kleinere steden als Leiden en Delft hebben 's nachts vooral studentenleven, dat zich in diverse cafés afspeelt. Dergelijke steden bloeien wel duidelijke extra op tijdens festival-evenementen.
Filmpubliek kan in alle grotere steden kiezen uit in ieder geval één reguliere bioscoop waar vooral grote Hollywood producties bekeken kunnen worden en één, meestal kleiner, filmhuis(-achtig) complex voor meer alternatieve producties. (zie voor meer info On Stage film.nl)
Media
bewerkenLokale en regionale media zijn er in West-Nederland zeer zeker, maar over het algemeen zijn bewoners van het westen vooral op landelijke bladen/kranten, radio en televisie georiënteerd. Nationale media berichten dan ook vrij uitgebreid over het drukste en dichtstbevolkte deel van Nederland.
Specifiek regionaal nieuws kan eventueel nog gevonden worden op de zenders RTV Rijnmond, RTV West, RTV Utrecht, AT 5 (regio Amsterdam), RTV Noord-Holland en RTV Flevoland.
Veiligheid
bewerkenWeliswaar liggen in het westen de grootste Nederlandse steden, echt hele grote aaneengesloten stedelijke gebieden met meerdere miljoenen inwoners zoals Berlijn, Londen of Parijs zijn ook hier niet te vinden. Stedelijke criminaliteit zal daarmee in de regel relatief ook minder zijn. Helaas bestaat grootstedelijk problematiek ook wel in West Nederland en dan vooral in de 3 grootste steden Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
Treinreizigers dienen in het bijzonder op hun hoede te zijn voor zakkenrollers, zeker treinreizigers van en naar Luchthaven Schiphol.
Ook voor het verkeer geldt dat dit misschien relatief veilig is voor een grootstedelijk gebied, maar het is toch erg druk, vooral op snelwegen en in de binnensteden. Zeker ongeoefende fietsers, dienen in stadscentra goed op soms chaotisch verlopend verkeer te letten!
Een groot stedelijk probleem is fietsendiefstal. Indien fietsen binnen steden niet bij een bewaakte stalling gestald kunnen worden, is het zeer raadzaam deze fietsen met minimaal 2 sloten vast te zetten en een van de sloten goed te bevestigen aan een vast object.
Vooral waterrecreanten dienen bedacht te zijn op plotselinge weersveranderingen, in het bijzonder op het IJsselmeer!
Rondom
bewerkenOok randen van West-Nederland bestaan vaak uit water. Deze geven soms duidelijk de grenzen van de regio aan, maar in het al overal waterrijke westen kunnen ook deze grenzen arbitrair zijn. Gelukkig gaat het niet om echte landsgrenzen en kan iedereen er dus onbeperkt even overheen stappen.
Wel zijn er een hele duidelijke overgangen tussen Noord-Holland en Noord-Nederland. Hiervoor moet normaliter de Afsluitdijk worden overgegaan. Bij Texel kunnen fietser en wandelaars 's zomers ook tussen Wadden- en Noordzee overvaren naar het Friese veel kleinere waddeneiland Vlieland, hierbij behoort ook een dagje Vlieland tot de avontuurlijke mogelijkheden.
Hoewel nooit als zodanig benoemd, vormen de Zuidelijke en Oostelijke Flevopolder met elkaar feitelijk ook een eiland aangezien er rondom randmeren zijn gerealiseerd. Ten Oosten van deze randmeren ligt de Oost-Nederlandse voormalige Zuiderzeekust, zoals duidelijk wordt in historische plaatsen als Elburg en Harderwijk. In laatste plaats kan ook het zeedierenpark Dolfinarium bezocht worden. Iets verder oostelijk van het Dronten(rand)meer ligt ook nog Hansestad Kampen. Natuurlijk zijn ook rondom de Noordoostpolder nog Zuiderzee-herinneringen levendig, zoals in het langs de "Noord-West" snelweg A 6 gelegen Lemmer. Daarnaast kan aan de andere kant van de Noordoostelijke rand weer uitgebreid natte natuur beleeft worden. Hier komen toeristen tot rust in een kano op de sloten van het moeraspark Weerribben of varend op een van de plassen van De Wieden. In laatste gebied zijn overigens de meeste toeristen te vinden in Noordelijk Venetië: Giethoorn.
Aan de hele andere kant van West-Nederland stroomt onder andere de De Nieuwe Merwede een van de rivieren "waaronder" Zuid-Nederland begint. In de Nederlandse beleving onderscheid het zuiden zich nog altijd merkbaar van noordelijker Nederland, maar ter hoogte van deze korte rivier is die grens toch niet zo duidelijk. Zowel noordwestelijk als zuidoostelijk van de Nieuwe Merwede liggen delen van de Biesbosch. Bij Kop van 't Land kan ieder kwartier van en naar de Brabantse kant van het moerasgebied worden overgestoken, op zich al een mooie vaartocht.
Misschien het meest onduidelijk is de grens met delta-provincie Zeeland. De deltawerken Haringvlietsluizen of de Volkerakdam overstekend, wanen velen zich al op Zeeuws grondgebied, maar toch is dat hier nog niet het geval. Hoewel Zeeland's omgeven door estuaria van de delta, is het uitgestrekte rustige Goeree-Overflakkee een Zuid-Hollands eiland. Mogelijk merken bezoekers ook vooral Zeeuwse gastvrijheid op die duidelijk wordt uitgestraald in kustplaatsen als Goedereede en Ouddorp. Ten zuiden daarvan is de grens wel echt bereikt, met aan de overkant van het Grevelingenmeer het Zeeuwse Schouwen-Duiveland. Dit eiland kan onder meer permanent bereikt worden via de Brouwersdam, maar 's zomers kan op sommige tijdstippen door fietsers en wandelaars ook worden overgevaren naar het historische Brouwershaven. (zie hiervoor rondje-pontje Zeeuwse/Zuid-Hollandse eilanden).