Taalgids Hongaars: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Verleden tijd: aanpassing
→‎Werkwoorden: aanpassing
Regel 260:
 
=== Werkwoorden ===
{|class="toccolourswikitable" style="float:right;font-size:100%;line-height:125%;"
De werkwoorden worden vervoegd voor de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de gebiedende wijs en de voorwaardelijke wijs. Meestal zijn daarbinnen dan drie typen te onderscheiden op grond van de klinkers van het werkwoord (klinkerharmonie):
!colspan="3" style="text-align:center;"|Indeling van de klinkers in drie typen:
{|class="toccolours" style="font-size:100%;line-height:125%;"
|-
|<u>1.</u> achterklinkers /= lage klinkers:<br><u>2.</u> voorklinkers /= hoge klinkers, met lipronding<br><u>3.</u> voorklinkers /= hoge klinkers, zonder lipronding
|'''a, á, o, ó, u, ú'''<br>'''ö, ő, ü, ű'''<br>'''e, é, i, í'''
|&nbsp;<br>&nbsp;<br>(ook wel: de "neutrale" klinkers)
|}
De werkwoorden worden vervoegd voor de tegenwoordige tijd, de verleden tijd, de gebiedende wijs en de voorwaardelijke wijs. Meestal zijn daarbinnen dan drie typen te onderscheiden op grond van de klinkers van het werkwoord (klinkerharmonie):. Vaak ook worden alle de geronde en de ongeronde voorklinkers tot één groep samengenomen.
 
Het lastigste deel van de vervoeging is daarbij de rol van het lijdend voorwerp:
* de '''bepaalde vervoeging''' wordt gebruikt als het lijdend voorwerp "bepaald" is; dit is het geval als het lijdend voorwerp specifiek en duidelijk is: