Wandelroute E11
E11 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
De Europese wandelroute E11 loopt van Scheveningen (vissersdorp, vrachthaven en mondaine badplaats onder Den Haag) naar Tallinn in Estland. Aangezien in Litouwen, Letland, Wit-Rusland en Rusland geen wandelorganisaties bestaan die in de Europese Wandelvereniging participeren, is het vooralsnog uitgesloten dat de route in oostelijke of noordelijke richting wordt verlengd.
Europese wandelroutes worden uitgezet en beheerd door de Europese Wandelvereniging, waarin de Nederlandse wandelorganisaties door de Stichting Wandelnet (voorheen Wandelplatform-LAW) zijn vertegenwoordigd. Behalve de E11 lopen ook de E9 en de E3 van West naar Oost door Duitsland en Polen. De E11 loopt voornamelijk door bosgebieden in vlak of zachtglooiend terrein. Wie meer van open landschap, polders, kusten en grote zeehavens houdt, is beter af met de E9 die, uit Portugal, Frankrijk en België komend, langs de Nederlandse Noordzeekust, de Nederlandse en Nedersaksische Waddenzeekust en de Mecklenburgse en Poolse Oostzeekust naar de Russische exclave Kaliningrad (Koningsbergen) loopt. Voor de bergwandelaar vormt de E3 vanaf Luxemburg over de middelhoge gebergten van Duitsland en Zuid-Polen naar de Karpaten een beter alternatief.
Info
bewerkenKarakter
bewerkenGrote delen van de E11 lopen door bossen, ook wanneer het bosgebied een smalle strook vormt binnen een verder onbebost gebied. Dat geldt al voor de eerste 20 kilometer van de route, die door de befaamde gordel van stadsparken van Den Haag en de koninklijke landgoederen ("De Horsten") in Wassenaar lopen. Deze parken zetten meteen de toon voor de variatie aan loof- en naaldbossen die men onderweg naar Litouwen tegenkomt. Ook bossen van de Utrechtse Heuvelrug, de Veluwe en Twente worden doorkruist, evenals kleine en grote bosgebieden in het grensgebied van de Duitse deelstaten Niedersachsen (Nedersaksen) en Nordrhein-Westfalen (Noordrijn-Westfalen). Na de Harz breekt een relatief open gedeelte van de route aan, dat pas wordt afgesloten door de bossen van Berlijn. Polen is voor 70 % met bos bedekt en het zal dan ook geen verbazing wekken dat ook hier de route overwegend door bosgebieden loopt.
Dit neemt niet weg dat de wandelaar ook andere, voor de Noord-Europese Laagvlakte karakteristieke, landschappen tegenkomt, waaronder vele vennen, plassen en meren in het Westen van Nederland, bij Berlijn en verspreid over Polen. Af en toe voert de tocht enige tijd langs een rivier, bijvoorbeeld tussen Dessau en Coswig, nabij Berlijn, voor Frankfurt (Oder) en in de buurt van Poznań. In waterrijke gebieden, maar ook in de voormalige DDR en in de omgeving van Poznań loopt de route door uitgestrekte weidegebieden en andere cultuurlandschappen. Oude binnensteden, zoals Leiden, Amersfoort, Deventer, Goslar, Bad Harzburg, Potsdam, Frankfurt (Oder), Gniezno, Toruń en Olsztyn worden niet geschuwd en de route loopt zelfs dwars door Den Haag, Osnabrück, Berlijn en Poznań.
De route komt nergens echt hoog. Met 514 meter in het Weserbergland wordt het dak van de route bereikt. De Harz heeft weliswaar toppen tot boven 1000 meter, maar de E11 loopt langs de flanken en niet boven over. Dit neemt niet weg dat dit hier tot spannende landschappen kan leiden, zoals het Bodedal nabij de Hexentanzplatz. Ten Oosten van de Harz is de Petersberg de laatste als zodanig herkenbare berg. Daarna is het landschap overwegend zacht glooiend. Bij enkele stuwwallen in Duitsland en Polen worden nog wel hoogten bereikt tot 200 meter, maar die verheffen zich nauwelijks boven de omgeving die hier toch ook al op zo'n 100 meter boven de zeespiegel ligt.
Geschiedenis
bewerkenIn zekere zin is de E11 verreweg de oudste Europese lange-afstandsroute. Reeds duizenden jaren geleden liepen of reden (te paard) handelaren, avonturiers, soldaten en vluchtelingen over de stuwwallen die de voorlaatste IJstijd dwars door het huidige Duitsland en Polen had gevormd. Ze vormden door hun relatieve hoogte een beter alternatief om vooruit te komen, dan de lage en drassige gebieden aan weerszijden van de heuvelruggen, die doorsneden werden en worden door naar het Noorden of Zuiden weglopende rivieren. Toen na de Middeleeuwen de Europese handel sterk begon toe te nemen, werd het een drukte van belang op de langgerekte zandruggen en werden de eerste verkeersmaatregelen getroffen. Voor de brede en zware karren van de kooplui uit Hessen werd een speciaal wegennetwerk aangelegd (c.q. aangewezen), de Hessenwegen. Intussen liepen marskramers, tödden, hannekemaaiers, Hollandgangers, kiepkeerls en anderen op zoek naar wat gewin tussen Duitsland en Nederland heen en weer. Hieruit zijn grote Nederlandse winkelbedrijven als Vroom & Dreesmann, C&A en Peek & Cloppenburg voortgekomen; de laatste twee zijn inmiddels op grote schaal in moederland Duitsland actief.
Het ontstaan van de E11 als sportief-toeristische wandelroute heeft alles te maken met het Wiehengebirge. In 1974 kwam samenwerking tot stand tussen het Wiehengebirgsverband in Osnabrück en de "Wiehengebergte Wandelaars 1970", een vriendenkring van individuele wandelaars op de Veluwe en in Overijssel. Zij maakten een aansluiting op de Töddenweg via Oldenzaal naar Deventer en doopten die "Handelsweg". In 1980 kwam een volgende verlenging tot stand tot Amersfoort. De internationale wandelroute die als onmiddellijke voorloper van de huidige E11 kan worden gezien, is de Fernwanderweg Harz - Niederlande (zie ook: Christian Roeder — Fernwanderweg Harz - Niederlande; von Bad Harzburg nach Haarlem (1980). Uitgave Kompass. ISBN 3-8134-0099-9). Deze ongeveer 700 kilometer lange route kwam eveneens in 1980 tot stand.
De val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn in 1989 en de vereniging van West- en Oost-Duitsland in 1990 riep de behoefte op om de E11 door te trekken in oostelijke richting. In Duitsland ging het daarbij op de eerste plaats om integratie van de nieuwe deelstaten in de al bestaande Bondsrepubliek. Op Europees niveau leidde de wens tot grensoverschrijdende integratie tot dagdromerij over verlenging van de route naar Moskou. In elk geval werd de Fernwanderweg Harz - Niederlande in de jaren 90 van de vorige eeuw opgewaardeerd tot Europese Wandelroute. De Poolse toeristenorganisatie PTTK stippelde een tracé dwars door Polen naar Litouwen uit, waarbij in hoofdzaak gebruik werd gemaakt van delen van reeds bestaande lokale en regionale wandelroutes.
Nu de route was uitgegroeid tot een tocht van meer dan 2000 kilometer, bracht de NWB het Nederlandse gedeelte in in het netwerk van het Wandelplatform-LAW. Omdat het niet meer mogelijk bleek in het sterk verstedelijkte gebied tussen Haarlem en Uitgeest een aantrekkelijke route te vinden, werd het beginpunt verlegd naar Den Haag.
Voorbereiden
bewerkenVeiligheid
bewerkenDe E11 is een erg veilige wandelroute. Het grootste gevaar schuilt in een bijna onzichtbaar klein diertje: de teek. Teken kunnen (in wisselende mate; in sommige streken is bijna 100 % van de teken besmet) dragers zijn van twee levensgevaarlijke parasieten. In het hele gebied van de E11 komt de ziekte van Lyme voor, die door tekenbeten wordt verspreid. Tegen deze ziekte kan men zich niet vaccineren, maar men moet zich elke avond controleren op de aanwezigheid van teken. Is men eenmaal besmet, dan is een kuur met antibiotica noodzakelijk. De andere tekenparasiet komt vanaf de Harz tot aan de Litouwse grens voor en veroorzaakt de ziekte FSME, een vorm van meningitis of encephalocitis (hersenvliesontsteking). Deze ziekte kan niet met medicijnen bestreden worden; daarom dient men zich met een drietal injecties te vaccineren voordat men afreist naar het gebied waar de parasiet voorkomt. Andere gevaren langs de route zijn gering: wilde zwijnen en ander groot wild zijn in de regel schuw. Rabies (hondsdolheid) komt voor onder in het bos levende dieren, maar is zeldzaam. Wie over een goede conditie en enig richtinggevoel beschikt, zal na ten hoogste 35 km een slaapplaats tegenkomen (wild kamperen is bijna overal mogelijk). Er zijn geen indicaties van hoge criminaliteit langs de E11.
Arriveren
bewerkenDe E11 slingert voor een belangrijk deel langs de spoorlijn Amsterdam-Moskou. Vanaf Poznan takt de wandelroute af, maar ook dan blijft de trein in de buurt. De nachttrein vanuit Amsterdam is tot midden in Polen de effectiefste verbinding. Er komen steeds meer reisplanners beschikbaar, niet alleen voor de trein, maar ook integraal.
Reisplanners voor het openbaar vervoer:
- Treinen: Nederlandstalige treinplanner voor heel Europa;
- Nederland: Opentripplanner;
- Duitsland: In Duitslands het gehele openbaar vervoer (trein, tram, metro, bus, veerponten) opgenomen in de Nederlandstalige reisplanner;
- Polen: Engelstalige reisplanner voor trein en bus-streekvervoer.
- Polen: reisplanner (ook engelstalig) voor stadsvervoer grotere steden.
Route
bewerkenRoutebeschrijving
bewerkenDelen van de route zijn te vinden op Waymarkedtrails.
Engeland
bewerkenHet huidige beginpunt van de E11 bij de haven van Scheveningen roept de vraag op naar verlenging in Engeland. Scheveningen heeft een vrachtveerverbinding met Great Yarmouth, waarop plaats is voor een beperkt aantal voetreizigers. Bovendien is Scheveningen via de Europese Kustroute E9 verbonden met het nabij gelegen Hoek van Holland, bekend van het reizigersveer naar Harwich. Het ligt voor de hand dat de E11 in Harwich of Great Yarmouth wordt voortgezet. Gezien het karakter van de E11, een West-Oost-route door vlak land met veel bos, ligt doortrekken naar Land's End door de bossen van Zuid-Engeland (Kent, Somerset en Cornwall), of via Cambridge en Oxford, het meest in de lijn.
Nederland (355 km)
bewerkenE11 in Nederland | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
In Nederland loopt de E11 uitsluitend langs *LAW 3 Marskramerpad van Scheveningen (een badplaats en vissersdorp van Den Haag) via Amersfoort, Deventer en de grensplaats Oldenzaal naar Bad Bentheim in Duitsland. Vanaf Deventer maakt de Handelsweg (Deventer - Osnabrück) deel uit van de E11, tot Bad Bentheim in beginsel met hetzelfde verloop als het Marskramerpad, maar kleine verschillen zijn mogelijk. De route is van Den Haag tot Deventer te volgen via Waymarkedtrails.
Marskramerpad
bewerkenWaarschijnlijk in geen enkel ander Europees land worden wandelroutes zo vaak en zo ingrijpend gewijzigd als in Nederland. Dat heeft wellicht te maken met de bevolkingsdichtheid, de planmatige aanpak van de ruimtelijke ordening, of misschien wel de wijze waarop het wandelen in Nederland is georganiseerd. Hoe dan ook, op de laatste gids van het Marskramerpad (uitgave 2009) meldt de website alweer 55 wijzigingen (stand december 2012), waarvan er een (tussen Achterveld en Terschuur) 8 kilometer aan de route toevoegt. Wie het Nederlandse deel van de E11 wil gaan lopen, doet er dus heel verstandig aan die website te raadplegen alvorens op pad te gaan (zie ook: http://www.wandelnet.nl/routewijzigingen-marskramerpad-law-3/meldingen doorscrollen naar "Wijzigingen t.a.v. tracering".) Dat geldt uiteraard ook voor de informatie achterin de gids over bus- en treinverbindingen en overnachtingsmogelijkheden.
Vanaf het beginpunt in Scheveningen loopt het wit-rood gemarkeerde Marskramerpad door een aantal Haagse en Wassenaarse parken en landgoederen, doorkruist het forensendorp Voorschoten en maakt een stadswandeling door het grote oude centrum van Leiden (na Amsterdam de grootste oude binnenstad van Nederland). Dan gaat het via Leiderdorp en Zoeterwoude-Rijndijk de polders van het Groene Hart van Holland in, waarbij (bijvoorbeeld bij Hoogmade, Woubrugge en Rijnsaterwoude vaak de rietkragen in de boezemwateren, of de laatst overgebleven meren (onder andere bij Nieuwveen, Zevenhoven, Noorden worden opgezocht. Vooral op de grens met de provincie Utrecht kan het voorkomen dat men zich aan alle kanten door water omringd ziet en over een smalle strook land loopt.
In Breukelen steekt men niet alleen het lelijke industriële Amsterdam-Rijnkanaal over, maar ook de schilderachtige Utrechtse Vecht met zijn landgoederen en patriciërshuizen uit de zeventiende en achttiende eeuw. Dan volgen opnieuw veengebieden, totdat bij Maartensdijk hoger land bereikt wordt: de Utrechtse Heuvelrug. Hier zoekt de E11 de bossen rond Soest op om via de Amersfoortse Berg de stad Amersfoort te bereiken. Ook hier een wandeling door het oude centrum, die echter nog wel wat uitgebreider had gemogen om Amersfoort recht te doen.
Na Amersfoort volgt de Gelderse Vallei waar de E11 kleine plukjes bos aan doet, zoals bij Leusden, Stoutenburg, Stoutenburg Noord, Achterveld en Terschuur, om dan in de buurtschap Appel van de gemeente Nijkerk het uitgestrekte bosgebied van de Veluwe in te slaan. Stroe, Kootwijk, Hoenderloo en Beekbergen liggen als kleine oasen in dit woud, dat trouwens in 1700 volledig kaal was en sindsdien door toedoen van bosbouwers vorm heeft gekregen. Na Beekbergen begint het open landschap van de IJsselvallei, maar ook hier weet de E11 de schaarse percelen bos te vinden, bijvoorbeeld bij Klarenbeek en Wilp. De kans om hier over de IJsseldijk te lopen, wordt hier gemist.
Aan de overzijde van de IJssel ligt de historische binnenstad van Deventer, die met een pontje wordt bereikt. Na het mooie centrum volgt een lange tocht door buitenwijken totdat het afwisselende landschap van Salland wordt bereikt. De Holterberg rijst er als een aaneengesloten bosgebied uit op en is tevens de grens met Twente. Via het stadje Rijssen en het landgoed Twickel bij Delden wordt de oude Twentse hoofdstad Oldenzaal bereikt, vroeger het eindpunt (eigenlijk beginpunt) van het Marskramerpad. Nu wordt ook het gedeelte E11 naar de Duitse grens en Bad Bentheim tot het Marskramerpad gerekend. Door die laatste 13 Duitse kilometers is het Marskramerpad net iets langer dan het Nederlandse gedeelte van de E11: 368 KM.
Zie ook: Wandelplatform — Marskramerpad (2009), gids met routebeschrijvingen in twee richtingen en detailkaartjes 1:25000. ISBN 978-90-71068-78-2
Onder de naam "Handelsweg" worden twee opvolgende gedeelten van de E11 commercieel geëxploiteerd, die samen precies het grondgebied van de EUREGIO betreffen, van Deventer tot Osnabrück. Van Deventer tot Oldenzaal is de Handelsweg gelijk aan een oudere versie van het Marskramerpad; van Oldenzaal tot Bad Bentheim aan het voormalige verloop van de Töddenweg aldaar, en van Bad Bentheim tot Osnabrück aan het nog steeds geldende tracee van de Töddenweg (zie hieronder). De totale lengte is 229 km. Via de Stichting ECC kunnen arrangementen met logies en bagagevervoer worden geboekt. De prachtige gids heeft inmiddels plaatsgemaakt voor een set van drie kaarten die gedownload of besteld kunnen worden via www.Handelsweg.com.
Zzie ook: http://www.Handelsweg.com. Website met te downloaden kaarten van het traject Deventer - Bad Bentheim - Osnabrück van de E11. Ook kunnen overnachtingen en bagagevervoer op dit traject worden geboekt.
Duitsland (996 km)
bewerkenE11 in Duitsland | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Het Duitse deel van de E11 omvat enkele regionale wandelroutes, een laatste rest van de oude Fernwanderweg Harz — Niederlande alsmede een na de val van de Berlijnse Muur en het IJzeren Gordijn nieuw ontworpen verlenging via Berlijn naar Frankfurt (Oder). De markering is niet overal hetzelfde en regionale aanduidingen hebben de overhand. Maar af en toe wordt men eraan herinnerd dat men de E11 loopt. De route geeft een aardig beeld van het Noord-Duitse landschap en de lage heuvelruggen (stuwwallen) daarin, zij het zonder de eigenaardigheden van de kuststreken.
Met uitzondering van de Töddenweg (Handelsweg), is men voor een routebeschrijving van de E11 in Duitsland op Duitse teksten aangewezen. Bij gespecialiseerde Wandel- en kaartenwinkels en bij de organisaties die de route beheren, kunnen topografische kaarten worden gekocht waarvoor kennis van de Duitse taal niet noodzakelijk is. Erg praktisch zijn ook de atlassen 1:200 000 van Falk en ADAC, waarin heel Duitsland wordt afgebeeld en de loop van de Europese lange-afstandsroutes opmerkelijk correct aangegeven.
In het algemeen zal men zich in Duitsland kunnen redden met wat kennis van het Engels of van een oost-Nederlands dialect (Saksisch, dat in Duitsland Niedersächsisch of Niederdeutsch, dan wel simpelweg Platt wordt genoemd). Een goede kennis van het Engels is in Duitsland echter minder verbreid dan in Nederland.
Töddenweg en Wittekindsweg (218 km)
bewerkenDe eerste 13 kilometer op Duits grensgebied behoren tegenwoordig tot het Marskramerpad, maar waren vroeger onderdeel van de Töddenweg. Deze begint nu in Bad Bentheim en loopt via Schüttorf, Rheine, Dreierwalde, Ostenwalde, Hopsten, Recke, Mettingen en Westerkappeln naar Osnabrück (handig hierbij: een set van drie kaarten, te downloaden of bestellen via Handelsweg.com. Ook kunnen overnachtingen en bagagevervoer worden geboekt via de website). In zijn huidige vorm, dus van Bad Bentheim tot het centraal station van Osnabrück, is de Töddenweg 110 km lang. Hij wordt gemarkeerd met een witte hoofdletter T op een zwart vierkant.
De Wittekindsweg vormt het vervolg en loopt over het Wiehengebergte, van Osnabrück via Rulle, Mühlenort bij Engter, Vehrte, Ostercappeln, Wehrendorf, Barkhausen, Oberbauerschaft en Bergkirchen naar Porta Westfalica. Vlak voor de spectaculaire afdaling naar het eindpunt passeert men het monumentale bouwwerk ter ere van Keizer Wilhelm I, dat ook vanuit de trein of vanaf de snelweg goed zichtbaar is. Hij is ruim 95 km lang en dankt zijn naam aan Widukind of Wittekind, de eerste hertog van Saksen en legeraanvoerder in de tijd van Karel de Grote. De route is van Osnabrück tot het gehucht Mühlenort onder Engter gemarkeerd met het in west-Duitsland gebruikelijke witte kruis opeen zwarte achtergrond, daarna met de in Nederland en België gangbare wit-rode streepjes. De Wittekindsweg is van Osnabrück tot de Wittekindsberg (ten Zuiden van Minden) ingetekend op kaart 750 van Kompass.
Zowel de Töddenweg als de Wittekindsweg zijn in beheer bij het Wiehengebirgsverband Weser-Ems. Via de website kunnen topografische kaarten en een gids met kaartjes en routebeschrijving in het Duits worden besteld.
oostelijk Nedersaksen en Harz (186 km)
bewerkenLiep de E11 tot nu toe in het grensgebied van de deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen, na Porta Westfalica blijft hij lange tijd definitief in Nedersaksen. Eerst volgt een derde regionale wandelroute, de Wesergebirgsweg. Deze wordt over een lengte van 50 km over de kam van het Wesergebergte gevolgd, tot in het centrum van het pittoreske maar commerciële stadje Hamelen. De E11 passeert soms adembenemende rotspartijen en bereikt hier de hoogte van 440 m. op de Hohe Egge, een top van de Süntelberg.
Kort voor Hamelen komt de Europese Wandelroute E1 de E11 gezelschap houden. De gezamenlijke afdaling naar Hamelen (hier gaat de E1 een andere kant op) brengt de E11 in het open laagland langs de rivieren Weser en Hamel, totdat even voor Coppenbrügge de volgende stuwwal, de Ith wordt bereikt. Ook deze wordt over de volle lengte over de kam gevolgd, met als gevolg dat de wandelaar dagenlang weinig gelegenheid krijgt om inkopen te doen. Langs Eschershausen gaat het met een ruime bocht naar het oude Alfeld en over de Helleberg naar Bad Gandersheim en Seesen.
In Seesen wordt de Harz bereikt. Majestueuze toppen tot over 1000 meter (de bekende Brocken reikt eenzaam tot 1141 m.) flankeren nu rechts de route, die zich evenwel na enkele toppen van rond 500 m. (Hohenstein, Grosser Baltenberg) aan het laagland houdt en enkele bekende historische steden aandoet: Goslar, Oker en Bad Harzburg. Even ten Zuiden van Eckertal wordt, 136 km na Hamelen, de grens met de deelstaat Saksen-Anhalt bereikt, en daarmee tevens de voormalige Duits-Duitse grens. Het riviertje de Ecker vormt de grens tot even onder de Brocken.
Gedetailleerde informatie over dit deel van de route vindt men in de Duitse taal in Der E11 durch das norddeutsche Mittelgebirge, lopend van Porta Westfalica naar Halle (zie ook: Der E 11 durch das norddeutsche Mittelgebirge (2010); fernwege.de; ISBN 978-3-937304-80-9 (340 km); Beschrijving E11 van Porta Westfalica an der Weser naar Halle an der Saale. (de) , zie ook Fernwege.de (de) ). De route is ook op wandelkaarten van het gebied aangegeven, zowel op lokale en regionale uitgaven als op de kaarten van Kompass (450 voor het volledige traject Seesen - Lutherstadt Eisleben, dan wel 451 voor het gedeelte tot Bad Harzburg). Dit deel van de E11 is in het veld steeds met een wit kruis op zwarte achtergrond (soms alleen een zwart of wit kruis) aangegeven. Waar verwarring mogelijk is met andere routes wordt soms de letter N toegevoegd; die staat voor de oude route "Niederlande-Harz-Weg". De aanduiding "X11" die men af en toe tegenkomt, verwijst echter naar een andere route die hier en daar met de E11 samenloopt. Bij Goslar wordt de Europese Wandelroute E6 gekruist.
Harz en Saksen-Anhalt (244 km)
bewerkenIn de jaren 1990 heeft de Harzklub zich ingespannen om de E11 naar het Oosten te verlengen. Daaruit is een volledig nieuwe route door de deelstaat Saksen-Anhalt voortgevloeid. Alleen in de Harz kon gebruikgemaakt worden van reeds bestaande lokale wandelwegen. Via Ilsenburg, Wernigerode, Thale en Gernrode gaat het verder over de flanken van het gebergte, totdat bij Ballenstedt eindelijk een doorsteek door het massief begint. Via Pansfelde en Wippra wordt de zuidkant van de Harz bereikt en weldra ook Eisleben, de geboortestad van Maarten Luther. Tot hier kan men gebruik maken van kaart 450 van Kompass, dan wel kaart 452 (Bad Harzburg - Thale) en 453 (Thale - Lutherstadt Eisleben).
Rond Eisleben is het definitief gedaan met bossen en bergen: Hier domineren mijnbouw en landbouw tot de E11 bij Höhnstedt het "Natuurpark Benedendal van de Saale" in gaat. Via Schochwitz en Dölau komt men in Halle. Bijzonder is dat deze grote stad vrijwel onbeschadigd uit de Tweede Wereldoorlog is gekomen en daardoor een zeldzaam goed beeld geeft van de bouwstijlen die achtereenvolgens in Duitsland populair waren. De route is ingetekend op de kaart 457 van Kompass en deels op lokale kaartuitgaven.
Afgezien van de klim op de eenzame heuvel Petersberg loopt de E11 na Halle opnieuw door open en vlak land, voormalig Pruisisch grootgrondbezit dat in de DDR in gebruik was bij grote agrarische bedrijven. Vaak was een heel dorp in dienst bij een enkel bedrijf. Sinds de hereniging van de beide Duitslanden hebben veel van deze dorpen grote moeite een nieuwe richting te geven aan hun economie. Soms lukt dat met behulp van Nederlandse boeren die hier een nieuwe toekomst opbouwen nadat zij hun grond in Nederland moesten opofferen aan stadsuitbreidingen. Ook internationale bedrijven zien hier en daar goede kansen in de grote werkloosheid en stichten hier productiebedrijven en distributiecentra.
Via Görzig en Quellendorf gaat het naar de Mosigkauer Heide, die de toegangspoort vormt tot de stad Dessau, bij liefhebbers van architectuur en kunst bekend als de stad waar de kunsthogeschool Bauhaus tijdens haar grootste bloei zetelde. De route is te vinden op Kompass-kaart 458. Na Dessau en de voorstad Naundorf volgt een spannende wandeling door het Biosfeerreservaat Midden-Elbe, via Vockerode en Wörlitz naar Coswig. Bij Coswig maakt dit plaats voor bosgebied. Tussen Senst en Groß Marzehns wordt de grens met de deelstaat Brandenburg bereikt. Dit deel van de route kan gevonden worden met kaart 456 of 747 van Kompass.
Tot Halle an der Saale biedt de Duitstalige website Fernwege.de goede informatie over het verloop van de route; via deze website zijn ook een wandelgids met routebeschrijving (in het Duits) te bestellen, alsmede een set kaarten die samen de route in Saksen-Anhalt volledig afdekken. Net als in de Harz is de route hier in het veld aangegeven met een schuin kruis (zwart op een witte achtergrond of wit zonder achtergrond). Tussen Halle an der Saale en Coswig is er geen beschrijving, maar wel kaartmateriaal en deels ook markering; de E11 staat duidelijk ingetekend in de atlassen 1:200 000 van Falk en ADAC. Tussen de Petersberg en de Mosigkauer Heide (ten westen van Dessau) is er geen markering. Vanaf Coswig wordt de route beschreven in "Wanderungen durch Brandenburg" (zie hieronder). In Quellendorf bij Coswig begint de gebruikelijke Midden-Europese markering, een horizontale blauwe streep op een wit vierkant.
Brandenburg en Berlijn (348 km)
bewerkenDe E11 doorkruist de deelstaten Brandenburg en Berlijn slingerend in West-Oost-richting. De route wordt in het Duits beschreven in Europäische Fernwanderwegen E 11 in Brandenburg en Berlijn, lopend van Coswig via Potsdam en Berlijn naar Frankfurt an der Oder (zie ook: (de) Wanderungen durch Brandenburg, Unterwegs auf den Europäischen Fernwanderwegen E10 und E11, Trescher Verlag. Beschrijving van E10 en E11 in deelstaat Brandenburg (2003). ISBN 978-3-89794-033-8). Een lijst met 150 adressen waar overnacht kan worden staat in het eveneens Duitstalige "Übernachtungsverzeichnis zum europäischen Fernwanderweg E11 in Brandenburg" (zie ook: (de) Übernachtungsverzeichnis zum europäischen Fernwanderweg E11 in Brandenburg, ISBN 978-3-937304-41-0). Ook de website Fernwege.de biedt een beschrijving in het Duits, zij het te summier om de route zonder detailkaarten te kunnen vinden.
De markering in het terrein is vrijwel steeds de in Midden-Europa gebruikelijke horizontale streep op een wit vierkant, maar de kleur varieert: tot Luisium blauw, daarna rood tot Wörlitz, dan weer blauw tot Klein Glienicke, dan in voormalig West-Berlijn een gele X. Waar de E11 bij Friedrichshafen weer op voormalig DDR-gebied komt, neemt gele Midden-Europese markering het over, gevolgd door rode van het Erpetal tot Neuhardenberg en tenslotte weer blauwe tot in Frankfurt (Oder).
Tot Belzig overheerst het kale, door Pruisische en later communistische grootschalige landbouw getekende landschap. Na het pittoreske Belzig trekt de route dwars door de voormalige jachtbossen van de Pruisische adel. Een kleine 20 kilometer voor Potsdam bereikt men het eerste van een reeks meren die de route flankeren tot ver in Berlijn. Voor Potsdam zijn de oevers in bezit genomen door tal van vakantieoorden uit de tijd van de DDR; vele daarvan staan inmiddels ongebruikt te verkommeren; sommige bieden nog een onderkomen aan de passerende wandelaar. Dit deel van de E11 staat op de kaarten 747 en 745 van Kompass. Bij het centraal station van Potsdam kruist de E11 met E10.
Na Potsdam volgt een lange wandeling door Berlijn en die is veel meer dan alleen een stadswandeling. Op de grens van Potsdam en Berlijn doet de route een spannend stukje geschiedenis aan: Het grillige verloop van de grens tussen "Oost" (Potsdam) en "West" (Berlijn) en de ligging van drie piepkleine West-Berlijnse enclaves binnen het grondgebied van Potsdam leidden er hier toe dat beide kampen een groot aantal spionnen stationneerde in Klein Glienicke aan de Wannsee. Ook werden enkele succesvolle vluchttunnels gegraven. Nu is het vooral een romantische overgang van de strakke ambtenarenstad Potsdam (hoofdstad van de deelstaat Brandenburg) naar het uitgestrekte recreatiegebied van West-Berlijn. Dwars door de bossen wordt het Olympisch Stadion bereikt dat als toegangspoort tot de bebouwing van Berlijn dient.[1] Aangeraden wordt een plattegrond van Berlijn mee te nemen.
Charlottenburg, de eerste stadswijk die de route doorkruist, is interessant vanwege zijn paleis, zijn vele musea en andere karakteristieke bebouwing. Wie de E11 daarna strikt wil volgen, is gedwongen langs de Spree en het Landwehrkanal te lopen tot in de oude stadswijk Köpenick. Interessanter is het natuurlijk om via de van Love Parades bekende Straße des 17. Juni, het Rijksdaggebouw (ooit door de Nederlander Marinus van der Lubbe in brand gestoken), de Brandenburger Tor en de beroemde allee Unter den Linden naar het hartje van Berlijn te gaan en in de buurt van het Museumsinsel en de Alexanderplatz de Spree weer op te pikken.
Vooralsnog volgt de E11 de zuidoever van de Spree, eerst door een buurt met veel vervallen gebouwen dan door enkele parken. Aan het eind van het Plänterwald verzorgt een pontje de oversteek naar een uitgestrekt gebied met volkstuintjes. Via Köpenick en Friedrichshagen verlaat de E11 het Berlijnse stadsgebied. Dan volgt een van de mooiste delen van de E11, de wandeling langs de Erpe of Neuenhagener Mühlenfließ. Verder gaat het via Neuenhagen en de Märkische Schweiz naar Gusow bij Seelow. Hier bieden twee varianten de voortzetting naar Frankfurt.[2] De westelijke variant loopt door de bossen van de Lebuser Heuvelrug naar Jacobsdorf; de oostelijke variant volgt vanaf Reitwein de rivier de Oder.
Polen (1242 km)
bewerkenE11 in Polen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
In Polen loopt de E11 verder in oostelijke, later noordoostelijke richting, via Międzychód, Poznań, Toruń en Olsztyn naar Ogrodniki aan de Litouwse grens, niet ver van het drielandenpunt met Wit-Rusland.
Polen is een uitermate bosrijk land; 30 % van het oppervlak is bos.[3] De route loopt dan ook meestal door bossen, die echter uiteenlopen van schamel productiebos voor de mijnen tot verwilderd loofbos met een grote variëteit aan flora en (avi)fauna (70 % van de Poolse bossen bestaan uit naaldbomen). Bovendien leggen de vele meren en vennen langs de route eigen accenten in het landschap. Enkele mooie en historisch interessante steden worden aangedaan of op korte afstand gepasseerd, zoals Międzyrzecz, Poznań, Gniezno, Toruń en Olsztyn. Naarmate men verder van de grote steden en de spoorlijnen verwijderd is, worden de mogelijkheden om te overnachten zonder tent en het openbaar vervoer schaars tot zeer schaars. De wandelaar moet rekening houden met dagetappes van 25 tot 35 kilometer.
In Polen zijn geen nationale of regionale wandelroutes in de E11 opgenomen. De E11 springt steeds van de ene op de andere lokale of regionale wandelroute om deze na een betrekkelijk korte afstand weer te verlaten. Daardoor wisselt de markering in het veld herhaaldelijk van kleur (wel wordt steeds het Midden-Europese Markeringssysteem gevolgd; een gekleurde horizontale balk op een wit vierkant veld). De markering is steeds die van de route die men ter plaatse volgt; de E11 wordt bijna nergens als zodanig aangeduid. Na Strzelno loopt de E11 vaak samen met de Jacobsweg, die met gele schelpen op blauwe achtergrond is gemarkeerd.
Het precieze verloop van de E11 in Polen is te ontlenen aan vier moeilijk toegankelijke bronnen:
1. Hans Jürgen Gorges: "Auf Tour in Europa; Das Handbuch für die Europäischen Fernwanderwege", uitg. Kompass i.s.m. de Europese Wandel-Federatie, 1999/2000 en 2002, ISBN 3-8134-0338-6 (volledig uitverkocht, ook tweedehands). Dit is een (verouderende) opsomming in lijstvorm van de plaatsen waarlangs de elf Europese Wandelroutes lopen, alsmede details van de markering, aan de hand waarvan men de route kan terugvinden op:
2. Oddział Topograficny Sztabu Gen.WP: Mapa Topograficzna Polski §, waarbij voor § het nummer van de betreffende kaart moet worden ingevuld. Deze en meer gedetailleerde kaarten kunnen - ook vanuit Nederland en België - worden besteld bij de gespecialiseerde kaartenhandel www.Grupa18.pl in Poznań.[4]
3. Latere wijzigingen in de route kunnen (in de Poolse taal) worden gevonden op het kantoor van de PTTK, de Poolse pendant van de ANWB, alsmede
4. op het kantoor van de Europese Wandel-Federatie te Praag.
Aan de hand van deze bronnen en eigen ervaring is de onderstaande route zo goed mogelijk gereconstrueerd. Bij plaatsen met logiesmogelijkheden is de afstand vanaf het begin van de etappe aangegeven.
Oderbrug - Międzyrzecz (141 km)
bewerkenKaarten: N-33-125/126 en N-33-127/128. Aanduidingen als "geel" en "groen" geven de markering in het veld aan. Op kaart N-33-125/126 Op de is de E11 niet aangegeven; op kaart N-33-127/128 is de E11 vanaf Trebów aangegeven.
Vanaf de Oderbrug begint direct de gele markering.Na twee kilometer over de Oder dijk gaat het linksaf naar het kleine dorpje Drzecin. Van Kursko tot Bodowice maakt de E11 een grote lus rondom de stad Międzyrzecz die busverbindingen heeft met diverse dorpen op de route en treinverbindingen met Poznań en Duitsland. Op deze lus liggen Kęszyca Leśna met een voormalig kazernecomplex van het Rode Leger (waar men kan logeren in de villa van de officieren), Kęszyca waar een voormalig Duits kazemattensysteem uit de jaren 1920 bezocht kan worden (hier doet zich de unieke gelegenheid voor een deel van de E11 ondergronds af te leggen tegenwoordig natuurreservaat voo vleermuizen niet te bezoeken), en Gościkowo Paradyż, waar het gelijknamige klooster in renaissancestijl wandelaars gastvrij opneemt, mits zij zich voegen naar het kloosterleven. Hier begint ook de groene markering die naar Bobowicko en verder voert. Międzyrzecz is een levendig stadje met streekmuseum.
Overnachtingsmogelijkheden in Stubice,Rzepin (4 km van de route) Osno Lubuskie, Radachow, Lubniewice, Blednew ( 2 km van de route), Kursko, Keszyca Lerna, Jordananowo ( in Nw. Dworek), Szumiaca en Mydzyrezecz.
Oderbrug tussen Frankfurt (Oder)]] en Słubice - centrum Słubice - Drzecin - Stare Biskupice - Sułów - Drzeńsko - Lubiechnia Wielka - Lubiechnia Mała - Ośno Lubuskie (34 km) - Trzebów - Jarnatów - Lubniewice (67 km) - Osiecko - Bledzew (78 km) - Chycina - Gorzyca - Kursko (93 km) - Kęszyca Leśna (100 km) - Kęszyca - Rez. Nietoperek - tussen Kaława en Wysoka - Gościkowo Paradyż (112 km) (groen) - Szumiąca - Bobowicko (141 km).
Międzyrzecz - Poznań-Kiekrz (133 km)
bewerkenKaarten: N-33-127/128, N-33-129/130 en N-33-117/118. Op deze kaarten staat de E11 niet vermeld, maar de routes waarlangs hij loopt, zijn in de regel wel in kleur weergegeven. De route loopt veelal door bossen, hier en daar zijn de paden niet onderhouden en overwoekerd. Het deel tussen Szamotuły en Poznań-Kiekrz is niet gemarkeerd.
Wie voor de eerste overnachting Międzychód te ver vindt, kan in Villa Toscania overnachten, een eenzaam hotel tussen Nowe Gorzycko en Stare Gorzycko. Het dubbelstadje Międzychód-Bielsko biedt veel gelegenheid om te winkelen (mode, antiquiteiten, kunst). Hierna loopt de route lange tijd door voormalig grensgebied: in 1919 lagen hier de Duitse en Poolse fronten; op tableaus is de geschiedenis (in het Pools) weergegeven. Na Słopanowo maakt het bos plaats voor open landschap. In het dorp Kiekrz wordt de stad Poznań bereikt. In het centrum van Poznań is allerhande logies te vinden, waaronder hostels waar veelal Engels wordt gesproken, bijvoorbeeld Frolic Goats, Ulica Wrocławska 16/6.
Bobowicko (groen) - Żółwin - Kuligowo - Stołuń - 1 KM voor Rybakówko (blauw) - Villa Toscania (27 km) - Stare Gorzycko - Słodewy Młyn - Międzychód (33 km) - Bielsko (36 km) - Ławicá - Góra - Sieraków (53 km) - Piaski - Bucharzewo -Bukowar (rood) - Pustelnia - Jezioro Radziszewskie (groen) - Ghojno-Wies (rood) - Chojno-Młyn - Chojno Błota - Mokrz - Wronki (88 km) - Obrzycko]] (99 km) (groen) - Słopanowo - Kobylniki - Twardowo - Szczuczyn - Szamotuły (113 km) (geen markering) - Kepa - Baborówko - Pamiątkowo - Krzyszkowo - - Starzyny - Poznań-Kiekrz (133 km).
Door Poznań (33 km)
bewerkenKaarten: stadsplattegrond van Poznań.
Tussen Sołacz en Rondo Środka is geen specifieke route voor de E11 aangegeven, maar het ligt voor de hand via de tramhalte Nad Wierzbakiem naar het Rynek Jeżycki te lopen. Daar begint de "Route van Koningen en Keizers",[5] die in rechte lijn langs bijna alle bezienswaardigheden van Poznań voert en eindigt bij het middeleeuwse kerkje van Sint-Johannes van Jeruzalem. Volgt men de rustige noordzijde van het meer Jezioro Maltańskie[6] met de miniatuurspoorbaan, dan kan men ter hoogte van de dierentuin de zwart gemarkeerde Cisterciënzer fietsroute vinden, die met vele kronkels en omwegen de stad uit loopt. Net over de stadsgrens, in Gruszczyn, kan men overnachten of de bus terug naar Poznań nemen.
Poznań-Kiekrz (groen) - Golęcin (zwart/blauw) - Sołacz, Nad Wierzbakiem (geen markering) - Rynek Jeżycki - Route van Koningen en Keizers via het Rynek naar Rondo Środka - Krańcowa/Nowe Zoo (zwarte Cisterciënzer fietsroute) - Poznań-Antoninek - Poznań-Zieliniec (33 km).
Poznań-Zieliniec - Gniezno (55 km)
bewerkenKaart: N-33-131/132. De E11 is niet op de kaart aangegeven; de Cisterciënzer fietsroute slechts tussen Poznań-Antoninek en Pobiedziska. In werkelijkheid loopt deze fietsroute in Gruszczyń linksaf om twee kilometer verderop te eindigen bij het station van Kobylnica. De E11 gaat evenwel in Gruszczyn rechtdoor langs een andere zwart gemarkeerde fietsroute. Deze loopt door een rommelige mengeling van akkers en industriële bedrijvigheid tot vlak voor de buurtschap Pomo (niet op de kaart vermeld, in de buurt van Promienko, dat wel op de kaart staat). Hier gaat het met een haakse bocht linksaf naar een stenen pilaar die diverse fiets- en wandelroutes aangeeft. Hier gaat het rechts het bos in over een zandweg. Midden in het woud, op een kruising met een wit-groen-wit gemarkeerde wandelroute slaan de E11 en de fietsroute rechts af om de groene route te volgen tot ruim na het oversteken van een asfaltweg alle markering ontbreekt. Hier kan men het beste een wit-blauw-wit gemarkeerde wandelroute volgen in oostelijke richting, totdat blijkt dat deze route ook de groene wandelroute, de zwarte fietsroute en dus de E11 is. Dit alles is niet uit de kaart af te leiden, omdat deze daarvoor te globaal is.
De gecombineerde route slaat op een tweede asfaltweg linksaf om na enige honderden meters als blauwe wandelroute rechts af te slaan. Na een ruime kilometer door het bos (eerst over een pad, daarna "struinend") wordt een stenen pilaar bereikt, die aangeeft dat de groene route hier naar links en de blauwe naar rechts afslaat. Beide routes verliezen zich even later in het struweel zonder enig spoor van markering, zodat er niets anders opzit dan terug te gaan naar de asfaltweg en deze te volgen naar Pobiedziska, waar de E11 teruggevonden kan worden.
Het gedeelte tussen Pobiedziska en Gniezno is zeer slecht gedocumenteerd. Het hier beschreven tracee is uitsluitend ontleend aan een overzichtskaart die is geplaatst op het centrale plein bij de kerk van Trzemeszno.
In Pobiedziska leidt een duidelijk gemarkeerde fietsroute naar het station. Dit is echter alleen een service voor treinreizigers, want de E11 en twee fietsroutes slaan zonder enige aanduiding de weg in die op het centrale plein van Pobiedziska bij de kerk begint (Ulica Gnieźnieńska). Een kilometer verderop steekt de E11, nu zwart gemarkeerd als fietsroute, de spoorbaan over naar het noorden. Via Glówna (de links afslaande fietsroute 12 negeren; rechtuit de niet genummerde fietsroute volgen) gaat het naar Węglewo. Hier tweemaal rechtsaf en even buiten het dorp linksaf een onverharde weg inslaan met spaarzame markering. In Moraczewo (500 meter voor de gevaarlijk drukke autoweg 5) buigen de E11 en de fietsroute linksaf naar Lednogóra, waar blijkt dat men inmiddels ook een wit-rood-wit gemarkeerde wandelroute volgt. Wie deze bij de kerk naar rechts volgt, komt na drie kilometer op een kruispunt met autoweg 5. Recht vooruit is de schreeuwerige neonreclame van een hotel zichtbaar; naar links wijst een bordje richting de jeugdherberg van Dziekanowice en naar rechts geeft een wegwijzer van de rode wandelroute aan dat het nog 22,2 km naar Gniezno is.
De E11 verlaat nu de fietsroute en volgt de komende honderd kilometer de rode wandelroute. Deze is tot Gniezno slecht gemarkeerd, maar daarna goed te vinden. Kort na het kruispunt bij Dziekanowice niet de spoorbaan oversteken, maar evenwijdig met de rails doorlopen tot het station van Fałkowo waar weer markering wordt aangetroffen. De route steekt Fałkowo nu in de volle lengte door. Een laatste rode pijl wijst aan de andere kant van het dorp vertwijfeld in de diepte (althans in september 2011); tussen Fałkowo en Leśniewo heeft de route plaats moeten maken voor de bouwput van een autosnelweg. Hierna is de rode markering met enige moeite te volgen tot Gniezno.
Gniezno is in de Middeleeuwen de eerste hoofdstad van Polen geweest, maar is nu een provinciestadje met een aardig historisch centrum en vele interessante kerken. De E11 en de rode route lopen langs de belangrijkste bezienswaardigheden, waaronder de Vallei der Verzoening tussen de beide heuvels waarop Gniezno gebouwd is.
Poznań-Zieliniec (zwart gemarkeerde Cisterciënzer fietsroute) - Gruszczyn (1 km) (zwart gemarkeerde fietsroute) - Uzarzewo - Biskupice - Rez. Jezinowo Dębiniec (groen) - Rez. Drazynek (blauw) - bos bij Kapalice (geen markering) - Pobiedziska (22 km) (zwart gemarkeerde fietsroute) - Glówna - Węglewo - Moraczewo - Lednogóra (rood) - kruispunt bij Dziekanowice (33 km) - Fałkowo - Leśniewo - Pierzyska - Wożniki - Gniezno (55 km).
Gniezno - Toruń (136 km)
bewerkenKaarten: N-33-131/132, N-34-121/122, N-34-109/110 en N-34-97/98. De E11 wordt op deze kaarten niet vermeld; de gemarkeerde routes die de E11 volgt, gedeeltelijk wel, namelijk tussen Gniezno en Trzemeszno. Van Trzemeszno tot Strzelno is de route ingetekend op een plaatselijk uitgegeven detailkaart.[7]
Voor het station van Gniezno geven enkele bordjes afstanden langs wandelroutes aan. Voor Mogilno wordt correct 40 km gegeven, maar de afstand tot Kruszwica wordt zwaar overschat. De E11 verlaat Gniezno over een goed gemarkeerde wandelroute door een modern industrieterrein en enkele nieuwbouwwijkjes te midden van bos. De rode markering leidt de wandelaar zonder problemen door een open landschap van akkers en plukjes bos naar het langgrekte industriedorp Trzemeszno. Bij het station steekt de route de spoorbaan naar het noorden over om via een paar dorpjes Mogilno te bereiken. Er zijn drie dorpjes met de naam Wydartowo; daarvan passeert de route het grootste, een dubbeldorp met Duszno.
In Mogilno sterft de rode markering uit. De route doet het station aan en rondt dan het meer tot een in 1065 gesticht Benedictijnenklooster. Nu verlaat de E11 de stad over een drukke verkeersweg naar het Oosten tot Bystrzyca, neemt dan een binnenweg naar Olsza, om over de lange dorpsstraat van Podgaj, Kawka en Goryszewo Kwieciszewo te bereiken. Vlakbij het plaatselijke motel staat een eenzame rode markering. De rode route en de E11 verlaten Kwieciszewo over een zandweg die ten zuiden van autoweg 15 en min of meer parallel eraan naar het oosten loopt. Tot net in het bos vindt men enige rode markering en bij het verlaten van het bos voor Jeziorki opnieuw. Een zandweg brengt de wandelaar tot in Strzelno (waar het op kaarten aangegeven hotel voorgoed gesloten is).
Ook na Strzelno blijft het zoeken naar sporen van markering en naar de juiste route. Wat helpt, is dat de E11 hier samenloopt met de Camino Polaco, de Jacobsweg naar Compostella in het noordwesten van Spanje. Dat blijft in grote lijnen zo tot het eindpunt van de E11 op de Litouwse grens. Voorlopig kunnen dus ook de gele schelpen op blauwe achtergrond gevonden worden - maar ook daarvan zijn er niet al te veel. Strzelno wordt vanaf de mooie barokke kerk via Starozowo verlaten en daarna gaat het via Ksiaz naar Polanówice. Daar hangen twee verroeste en grotendeels onleesbaar geworden bordjes die nog duidelijk de rode markering en de aanduiding "E11" laten zien - zo'n 200 km na de vorige vermelding van de E11 in het terrein!
Van Polanówice gaat het over een aantrekkelijk bomenlaantje in noordoostelijke richting naar Kruszwica. Kruszwica heeft enkele aantrekkelijke kerken. Vanaf de brug aan de noordzijde loopt een duidelijke blauwe markering tot in het centrum van Inowrocław. De blauwe route eindigt na een rondwandeling door het centrum bij het busstation.
Bij het station van Inowrocław staat een afbladderende stadsplattegrond waarop een rode route te zien is die in oostelijke richting de stad verlaat. Dat is de E11; op sommige punten in de stad heeft de rode verf nog standgehouden. De route maakt een rare slinger noordwaarts en leidt tot een oorlogsmonument. Iets voor het oorlogsmonument rechts (Błonie), terug naar de weg Jacewska oostwaarts. Bij Bursztynowa rechts, en bij de grote weg weer links. Na enkele honderden meters buigt de grote weg naar rechts en gaat een zandpad door. Dat pad is de route naar Turzany en Balczewo. De st Jacobsroute volgt via de bossen naar Parchanie, vanaf waar de rode route samen met de rode markering oploopt tot vlak voor Gniewkowo. Let op: het pelgrimspad gaat rechtsom naar de stad, de E11 linksom even en westen van een fabriek en langs het station. Hier verschiet de E11 van kleur. Een goed gemarkeerde blauwe wandelroute, versterkt door de gele schelpen van de Jacobsweg en een groene fietsroute, voert door de stad en over de weg naar Cierpice het bos in. Anders dan Gorges meldt, gaat de route sinds 2010 niet meer via Suchatówka.
De E11, tevens Jacobsweg bereikt met een nog ruimere bocht dan de asfaltweg na 16 km bos Cierpice, het eerste van een lint van voorstadjes van Toruń. Beide routes slingeren kruisen het spoor, om vervolgens direct naast het spoor op(!) de spoordijk te lopen - in Nederland is dit ten strengste verboden, hier staat de markering op de elektriciteitsportalen over het spoor.
Vervolgens over verharde wegen tussen verspreide bebouwing tot voorbij Mała Nieszawka. Hier gaat het zonder markering linksaf een betonplatenweg in die na ongeveer een kilometer over de rivierdijk klimt en daarna in de uiterwaarden het oeverpad bereikt. Hier gaan de routes rechtsaf en wordt weer markering aangetroffen die langs ruïnes en tenslotte over de brug naar Toruń leidt.
Gniezno (rood) - Pławnik - Kędzieryn - Nowe Wieś Niechanowska - Krzyżówka - Miaty - Trzemeszno (23 km) - Niewolno - Folusz - Wydartowo-Duszno - Izdby - Gozdawa - Wyrobki - Mogilno (41 km) - Bystrcyza - Olsza - Podgaj - Kawka - Goruszewo - Kwieciszewo (51 km) - Jeziorki - Strzelno (zowel rood als Jacobsweg) - Starozowo - Ksiaz - Polanowice - Lagiewniki - Kruszwica (72 km) (Jacobsweg) - Szarlej - Łojewo (blauw) - Szymborze - Inowrocław (87 km) (rood) - Turczany - Balczewo + Parchanie - Wierzbiczany - Gniewkowo (106 km) (blauw) - Cierpice (122 km) - Mała Nieszawka (130 km) - Toruń (136 km).
Toruń - Brodnica (87 km)
bewerkenKaarten: N-34-97/98, N-34-109/110 en N-34-99/100. Op deze kaarten wordt de E11 niet vermeld, maar de geel (goed) gemarkeerde route waarvan de E11 gebruik maakt is tussen Toruń en Golub-Dobrzyń en tussen Pólka Duża bij Kupno en Brodnica in paars aangegeven. Op kaart N-34-99/100 wordt tot Pólka Duża (dat niet op de kaart vermeld wordt) een fout tracee aangegeven.[8]
De E11 en de Jacobsweg doen in het authentieke stadscentrum van Toruń alleen het kantoor van de PTTK aan, om daarna tussen stadsmuur en rivier de stad te mijden. Mooier en praktischer is het om vanaf het PTTK-kantoor dwars door het centrum over de Różana, de Szeroka en de Wielkie Garbary naar het treinstation Toruń-Miasto te lopen en daar de route weer op te pikken. Zo komt men langs de belangrijkste bezienswaardigheden en diverse hotels en hostels.
Buiten de stad passeert de E11 het Fort Sobieskiego, gaat dan schuin rechts het bos in de uiterwaarden van de Wisla in, maar moet zich al na twee kilometer een weg gaan banen door voorstadjes van Toruń, Kaszczorek en Złotoria. Vervolgens wordt een groot bos doorkruist naar Brzozówska.
Meteen na het oversteken van de drukke A10 slaat de E11 schuin links een overwoekerd pad in om via een zandweg Mierzynek te bereiken (de kaart toont nog het vroegere tracee via Szembekowo). Hier loopt men nog in open terrein, maar voorbij Lelitowo begint een lang bostraject, dat alleen wordt onderbroken door het stadje Ciechocin. Daarbij wordt globaal de rivier de Drweca stroomopwaarts gevolgd tot de sfeerrijke dubbelstad Golub-Dobrzyń wordt bereikt. Via een brug over de Drweca bereikt de E11 het oude centrum. De bedoeling is om ca 500m verderop bij een begraafplaats de Drweca weer te kruisen, maar die brug was in 2014 afgesloten wegens verval. Om die reden kan vanaf het centrale plein direct weer de eerste brug rechts genomen worden, om langs de Drweca te vervolgen tot aan de vervallen brug.
In eerste instantie wordt de rivier opgezocht en, nu mèt markering, gevolgd, maar bij Plonko gaat het rechtsaf naar Szafarnia, een van de dorpen in de regio die met een museum herinnert aan de componist Chopin. De route loopt nu meestal door open akkerland, maar zoekt tussen Płonne en Tomkowo voor korte tijd het bos op.
In Radziki Duże gaat het linksaf over een asfaltweg naar een immense zand- en kiezelafgraving (veel zwaar vrachtverkeer!) om na circa 5 km de brug over de Drweca te bereiken. Meteen over de brug slaat de E11 een bospad in dat linea recta naar Mszano leidt. De route doet het dorp Szabda niet meer aan, maar volgt rechtuit de rivier naar een verre buitenwijk van Szabda. Vier vervelende kilometers langs een drukke autoweg leiden naar de stad Brodnica.
Toruń (geel) - Kaszczorek - Złotoria - Brzozówka (20 km; motel op 1 km in Glogowo, Dobrzejewice) - Mierzynek - Lelitowo - Ciechocin (32 km; logies bij Elgiszewo op 2–4 km) - Dulnik - Antoniewo - Golub-Dobrzyń (44 km) - Białkowo - Szafarnia (53 km) - Płonne - Rodzone - Tomkowo - Kierz Radzikowski - Radziki Duże - Kupno - Pólka Duża - Słoszewy - Mszano - Brodnica (87 km).
Brodnica - Olsztyn (237 km)
bewerkenKaarten: N-34-99/100, N-34-87/88, N-34-89/90 en N-34-77/78. Op deze kaarten staat de E11 niet vermeld, maar de onderliggende routes zijn over het algemeen wel ingetekend. Daarbij wordt een gele markering met paars weergegeven. Uitzondering: Tussen Marianowo en Ostrowite ontbreekt de route op de kaart.[9]
De E11 verlaat Brodnica goed gemarkeerd, maar zonder het oude, verwaarloosde stadscentrum aan te doen. Langs de drukke A15, dan langs een oude spoorbaan en opnieuw langs de A15 gaat het tot over de bruggen bij Tama Brodzka. Hier begint met een scherpe hoek linksaf een lang bostraject dat tot Jezioro Zbiczno goed gemarkeerd is (de Jacobsweg volgt vanaf Bachotek een ander tracee). Daarna loopt de E11 samen met een groen gemarkeerde route tot een asfaltweg wordt bereikt waar alle markering ontbreekt. Hier gaan beide routes rechtsaf, om na een doorsteek tussen twee meren met een bocht naar links het asfalt te verlaten. Hier gaan de gele E11 en de groene route uit elkaar.
De E11 slingert in noordwestelijke richting, kruist bij Leśniczówka Rytebłota de asfaltweg van Zbiczno naar Ciche en verlaat tenslotte bij Górale voor korte tijd het bos. Juist als het dorp wordt bereikt, gaat de E11 met een scherpe hoek terug naar de bossen, via Wonka naar Ostrowite. Nu volgt een gedeelte tussen lintbebouwing tot bij het station van Ostrowite en scherp rechts tussen akkers, maar steeds over asfalt naar Łąkorek.
In Łąkorek slaat de E11 linksaf, maar wie aan slapen toe is, dient hier rechtsaf over de asfaltweg naar Ciche te lopen. Om terug te komen op de E11 kan men uiteraard dezelfde weg terug nemen, maar veel aantrekkelijker is het om in de bossen ten Oosten van Ciche de groen gemarkeerde route op te zoeken die na Bachotek al over enkele kilometers samenliep met de E11. Deze is één groot feest van ongetemde natuur in alle denkbare vormen, na Ciche 8 km lang tot het kruispunt met de E11, 2 km ten Oosten van Łąkorek. Volgt men de groene route van Bachotek tot dit kruispunt (circa 12 km), dan bespaart men zich een 32 km lange en wat saaie lus in de E11.
Vanaf dit kruispunt loopt de E11 naar het Oosten, later Noordoosten. Bij Sluzka verlaat de route het bos om door open land de opmerkelijke kerk van Gryżliny te bereiken. Hier is een nieuw tracee gevonden tot Radomno, waar de Jacobsweg er weer bij komt. Aan de oostkant van een reeks meren lopen beide routes recht naar het Noorden naar Iława.
De routes lopen samen dwars door de moderne stad Iława naar het aan watertoerisme gewijde Szałkowo. Door open land wordt Wiewiórka bereikt en daarna door bos het station van Samborowo. Hier eindigt de gele route; de E11 volgt vanaf het station blauwe markering. In het dorp Samborowo gaat het even rechtsaf, waarna over 9 kilometer een oude spoorbaan wordt gevolgd. Door het strekdorp Pietrzwald worden de bossen rond Wysoka Wies bereikt, waarna het door afwisselend landschap naar Grunwald gaat. Grunwald is vooral bekend als pelgrimsplaats voor Polen en Litouwers die een middeleeuwse veldslag tegen de Ridders van de Duitse Orde willen herdenken. Nog steeds vinden daar jaarlijks ridderspelen plaats.
Na Grunwald beheersen akkers en weilanden het beeld langs de hier en daar overwoekerde E11. Dat verandert radikaal na Waplęwo; nu gaan bomen domineren, variërend van rechttoe-rechtaan productiebos tot een oerbos gelijkend resultaat van minimaal beheer. Onnodig te zeggen, dat flora en fauna hier door vele zeldzame soorten vertegenwoordigd zijn. Het onbetwist hoogtepunt van deze etappe is het natuurreservaat Las Warmiński, dat in de volle lengte doorlopen wordt. Pal daarop komt de liefhebber van moderne volkswoningbouw aan zijn trekken: de E11 loopt drie kilometer langs een drukke verkeersweg door de nieuwbouw van Olsztyn, voordat het oude centrum wordt bereikt.
Brodnica (geel) - Tama Brodzka (7 km) - Bachotek (13 km) - Jezioro Zbiczno - Leśniczówka Rytebłota (23 km) (overnachting mogelijk te Ciche op 2 km) - Górale - Wonka (39 km) - Ostrowite - station Ostrowite - Osetno - Łakorek (50 km; overnachting in Ciche op 4 km)) - kruispunt met groene route - Sluzka - Skarlin - Lekarty - Gryźliny - Radomno (73 km) - Katarzynki - Iława (85 km) - Szałkowo (91 km) - Tynwałd (99 km) - Frednowy - Wiewiórka - Samborowo (112 km) (blauw) - Turznica - Gruda - Naprom - Pietrzwald (129 km) - Wysoka Wies (132 km) - Dylewo - Marcinkowo - Samin - Grunwald (156 km) - Ulnowo - Lubianek - Sitno - Waplęwo - station Waplęwo (zwart) - afslag naar Maróz (183 km; overnachting in Maróz op 1 km) - Żelazno (geel) - Łynski Mlyn (groen) - Orłowo - Likusy - Brzezno Łyńskie (203 km) - Kurki - Las Warminski - Rus - Bartazek - Jaroty (232 km) - Olsztyn (237 km).
Olstyn - Kętrzyn (137 km)
bewerkenKaarten: N-34-77/78, N-34-65/66, N-34-67/68 en N-34-69/70. Op deze kaarten wordt de E11 niet met name genoemd, maar de onderliggende routes zijn ingetekend in de kleur waarmee ze in het veld gemarkeerd zijn (gele markering wordt op de kaart met paars weergegeven). Uitzondering: het gedeelte van Lidzbark Warmiński tot Kętrzyn is niet op de desbetreffende kaarten aangegeven. Wel kan men de route vanaf Reszel blauw gemarkeerd op een uitgave van PPWK/Copernicus vinden.[10]
Olsztyn leent zich door zijn historische centrum (tot 1945 maakte de stad alonder de naam Allenstein deel uit van Oost-Pruisen) voor een langer verblijf. De E11, nu met de rode markering van het Copernicuspad, verlaat de stad in het Noorden onder een torenhoog treinviaduct en volgt opnieuw de rivier de Lyna door oeverbossen. Hier heeft de buitensport van Olsztyn een hoge vlucht genomen; op de andere oever zijn tal van boomklimtuinen zichtbaar en een circuit voor quads en gemotoriseerde mountain bikes is soms hoorbaar. Deze stadsdrukte houdt op bij de Most Smętka, een brug ruim voor het dorp Dywity (dat op afstand wordt gepasseerd). De E11 biedt hier een 30 km lange boswandeling tot Swobodna. Dan gaat het de open velden rond het pilgrimsdorp Głotowo door tot in het stadje Dobre Miasto, een van de vele plaatsen met een door de Ridders van de Duitse Orde gebouwde kerk.
Na Dobre Miasto volgen enige kilometers langs een tamelijk drukke verkeersweg, tot een kilometer voorbij Kunik. Hier gaan de E11 en het rood gemarkeerde Copernicuspad rechtsaf over een smalle asfaltweg naar het bisschoppelijk paleis bij Smolajny. Na een kronkel over het kerkelijk terrein steekt de rode markering een andere asfaltweg over en leidt dan duidelijk zichtbaar rechtuit het open terrein in, waar zij zich verliest in een moeras. Men kan de route vele kilometers verderop terugvinden door over de laatste asfaltweg naar het Oosten te lopen, het dorp Smolajny te doorkruisen en ongeveer 5 kilometer langs de drukke weg 51 naar het Noordoosten te lopen. Bij een grote parkeerplaats met speelterrein duikt de route in noordelijke richting het bos in. Nu volgt een eenzaam stuk door bossen en poesjta door het ontvolkte Wróblik en langs het kleine Nowosady naar Pilnik, een buitenwijk van Lidzbark Warmiński.
Precies 19 km na de kerk van Dobre Miasto bereikt de route over de Ulica Wiejska het begin van het uitgestrekte centrum van Lidzbark Warmiński. De rode markering van het Copernicuspad slaat hier linksaf; de torens van de stad lokken recht vooruit; maar de E11 begint hier naar rechts aan een zwart gemarkeerde, 6 km lange omweg door het dal van de Lyna die de hoogtepunten van de stad grotendeels overslaat. Het lijkt aantrekkelijker linea recta onderdak te zoeken in het centrum en de volgende ochtend ruim de tijd te nemen voor een bezoek aan de vele kerken en burchten van de Duitse Orde, het museum in het kasteel en de zwart gemarkeerde omweg daarbij mee te nemen. De omvang van het stadscentrum verraadt dat het hier om een hoofdstad van de Ridders van de Duitse Orde gaat, maar het Rode Leger heeft hier in 1945 danig huisgehouden en het is, ondanks de bouw van een groot aantal betonnen flatgebouwen midden tussen de eeuwenoude monumenten, niet gelukt de stad niueuw leven in te blazen.
Station Lidzbark Warmiński is het beginpunt van de blauw gemarkeerde route die de E11 nu tot Kętrzyn volgt, een afstand van 69 km. De eerste kilometers voeren langs een militaire begraafplaats uit de Eerste Wereldoorlog en dan, min of meer recht naar het Oosten, door akkers en weilanden naar het klooster van Stoczek Klasztorny (Warmiński), dat voor pelgrims en andere wandelaars een slaapkamer gereed houdt. Via de verspreide boerderijen van Stoczek leidt de blauwe markering naar Kiwity en, langs een verrassend rustige verkeersweg, door Rokitnik. Even voor een groot hotel slaat de route rechts een zandweg in naar het dorp Sulowo. Steeds tussen akkers en weilanden door wordt Bisztynek bereikt, een stadje dat sinds de deportatie van de Duitse bevolking in 1946 een kwijnend bestaan leidt.
De E11 verlaat, nog steeds blauw gemarkeerd, Bisztynek over een oude spoordijk die door dicht bos naar het Noordoosten gaat. Na 4 km slaat de route een zandweg in die min of meer parallel aan het oude spoor loopt naar Nowa Wieś Reszelska en, inmiddels geasfalteerd, het station van Sątopy-Samulewo. De E11 steekt een verkeersweg over, passeert rechtuit een wijkje met woningblokjes, draait naar rechts in een vooroorlogse buurtschap en komt dan uit opeen met boerengeriefhout overwoekerde oud karrenspoor. Na een kilometer struinen wordt bij een brug een verkeersweg bereikt. Die volgt de route naar links, langs Troksy, Biel en Czarnowiec naar Reszel, een stadje dat toeristen weet te trekken met zijn historische centrum, kerk en kasteel uit de tijd van de Duitse Orde, en een uitgebreid culinair aanbod.
Reszel uit gaat het bijna 2 km over een oud spoortracee, en dan een zandweg rechtsaf richting Święta Lipka, een populair bedevaartsoord aan de Jacobsweg van Litouwen naar Spanje. Na de drukte van deze trekpleister zoekt de E11 de stilte van het bos op en loopt noordwaarts, dan met een scherpe bocht naar het Oosten over een oude spoordijk achterlangs Pieckowo. Korte tijd wordt een asfaltweg gevolgd en dan opnieuw het oude spoor totdat de route de woningblokken van het industriedorp Smokowo passeert. Over de toegangsweg van het dorp gaat het verder naar Biedaszki en, langs een drukke verkeersweg, naar Kętrzyn. Dit is een levendige stad die niet alleen teert op zijn historische architectuur uit de riddertijd en later eeuwen, maar ook de functie van streekcentrum vervult.
Olsztyn (rood) - Os Wojska - Braswald - Barkweda - Strusiolandia (18 km) - Cerkiewnik - L. Chmury - Swobodna - Głotowo (32 km) - Dobre Miasto (37 km) - Kunik - Smolajny - Wróblik - Nowosady - Pilnik - Lidzbark Warmiński (62/68 km) (blauw) - Sarnowo - Stoczek Klasztorny (Warmiński) (80 km) - Kiwity (85 km) - Rokitnik (88 km; hotel op 1 km) - Sulowo - Bisztynek (94 km) - Nowa Wieś Reszelska - Sątopy-Samulewo - Troksy - Biel - Czarnowiec - Reszel (114 km) - Święta Lipka (121 km) - Pieckowo - Smokowo - Biedaszki - Kętrzyn (137 km).
Kętrzyn - Gołdap (118 km)
bewerkenKaarten: N-34-67/68 en N-34-69/70. Op deze kaarten wordt de E11 niet met name genoemd, maar de onderliggende routes zijn ingetekend in de kleur waarmee ze in het veld gemarkeerd zijn (gele markering wordt op de kaart met paars weergegeven). Wel kan men de route vanaf Kętrzyn blauw gemarkeerd op een uitgave van PPWK/Copernicus vinden.[10]
Kętrzyn is een langgerekte stad en het treinstation ligt ongeveer in het midden, ten zuiden van het centrum. De stad herbergt diverse monumenten uit de riddertijd van de Duitse Orde en geldt als een touristische trekpleister. Er zijn dan ook talrijke hotels en andere logiesgelegenheden, waaronder een jeugdherberg, hostel Aria en "hotelik" Zajazd Pod Zamkiem, een beetje verscholen naast het kasteel bij het station (110 złoty per kamer). De blauw gemarkeerde route loopt om het kasteel heen, steekt een drukke weg met gescheiden rijbanen over en volgt de even drukke weg 593 de stad uit. Meteen na een kruising met een stilgelegde spoorbaan slaat de route linksaf naar en doorheen het dorp Karolewo. Kort na een oude begraafplaats verlaat de route de asfaltweg om rechtsaf een stenige veldweg in te slaan. Deze voert na een bocht naar links het dorpje Czerniki in, langs een agroturystik. Nog voor het centrum is bereikt, gaat het rechts over een hobbelige weg de velden in, later het bos in en om het meer J. Siercze langs een vakantieoord met tennisbanen slingerend door nu eens statige, dan weer weelderige loofbossen tot een asfaltweg wordt bereikt. Aan de overzijde is de ingang van een voormalig hoofdkwartier van Adolf Hitler (hij heeft er tenminste dertien laten aanleggen). Niet alleen is het terrein tegen betaling van 15 złoty te bezichtigen (voor 80 złoty gaat er een gids mee); je kunt er ook slapen in het voormalige hotel voor SS- en SD-officieren, in sobere kamers voor 80 (1-p.), 120 (2-p.) en 170 (3-p.) złoty. Op het terrein zijn naast vele vervallen of opgeblazen bunkers enkele kiosken en restaurants aanwezig. De Duitse naam van de streek, Goerlitz, is in het Pools verbasterd tot Gierłoz, maar de oude naam Wolfsschanze voor de eigenljke vesting wordt steeds gangbaarder.
Officieel loopt de nog steeds goed gemarkeerde route nu over de smalle asfaltweg naar het oosten verder, maar het is veiliger om even terug te lopen, dus tegenover de entree van de Wolfsschanze weer het bospad in en rechtuit tot je op een betonplatenweg stuit. Die volg je naar links tot je ter hoogte van een onduidelijk houten bouwwerk (een schaapskooi in gebruik als overdekte picknicklaats?) toch weer op de asfaltweg uitkomt. Je bent nu het bos uit en passeert aan je linkerhand Park Miniatur Warmii I Mazur dat a la Madurodam een aantal ridderburchten en andere monumentale gebouwen uit de omgeving in miniatuur uitstalt (entree 20 złoty). Voor kinderen worden hier allerlei activiteiten georganiseerd die iets met het thema oorlog te maken hebben.
De route slaat in het dorpje Parcz linksaf, verlaat de asfaltweg bij de spoorbaan en volgt naar rechts geruime tijd een zandweg, eerst door landbouwgronden, dan vele kilometers slingerend door loofbossen. Het einde van de blauwe route wordt met een duideljke stip aangegeven; hier kies je de rode route naar links (er loopt ook een blauwe fietsroute mee). Door open velden bereik je Radzieje waar een winkel en bankjes een alternatief bieden voor de hier niet meer aanwezige horeca (vroeger was er een pension dat nog op oudere kaarten staat aangegeven). De rode route heeft inmiddels een scherpe bocht naar rechts gemaakt, dus teruglopend uit het dorp ga je schuin links weer een zandweg tussen akkers op. Die brengt je eerst naar Łabapa en vervolgens naar de entree van het dorp Sztynort Duża, de geboorteplaats van de Duitse schrijfster Marion Graefin von Doenhoff die veel heeft betekend voor de verbetering van de Duits-Poolse verhoudingen na de Tweede Wereldoorlog. Een gedeelte van haar geboortehuis (de Doenhoffs behoorden tot de hoogste adel van Oost-Pruisen en het huis verdient de naam paleis) is in min of meer vervallen toestand in gebruik, onder andere als pensionat en café-restaurant. Ertegenover zijn tal van op de watersport gerichte bedrijven en terreinen te vinden.
Dat watersport hier centraal staat, zal niet verbazen, want de nu zwart gemarkeerde route loopt, na enkele kilometers door bos, over een smalle landtong tussen twee gedeelten van de uitgestrekte Oost-Mazurische merengordel. Dat betekent niet alleen 8 km asfalt met langs zoevende zware personenauto's die een aanhanger met een boot trekken, maar ook schilderachtige doorkijkjes op het water, zowel naar links als naar rechts. Er zijn diverse slaapgelegenheden voor de kleine beurs, zoals pokoje (huurkamers) en een agroturystik. Uiteindelijk bereik je het dorp Harsz, waar diverse pokoje worden aangeboden. Volg je de zwarte route op het eerste kruispunt meteen naar links, dan vind je in Stara Skola een pensionat (75-130 złoty per persoon) waar de Poolse uitbaatster vloeiend Engels en Frans en minder vloeiend Duits spreekt.
In Harsz volgt de route de asfaltweg langs het meer, maar even buiten het dorp slaat ze linksaf een veldweg in en na 1 km rechtuit een overwoekerd graspad dat door drassig terrein naar een eenzaam huis leidt. Hier gaat het rechtsaf een veldweg op naar een kleine installatie en enkele huizen. Even verderop slaat de route opnieuw linksaf het hoge gras in; de markering brengt je naar Róg, vanwaar je rechtsaf een onverharde, later smalle asfaltweg terug naar de hoofdweg door de dorpen kiest. De hoofdweg brengt je naar links langs een luxe hotel naar Ogonki, dat logies in alle prijsklassen biedt. In Ogonki sla je opnieuw linksaf en langs een drukke weg bereik je enkele winkels. Sla hier voldoende in, want de eerstkomende 40 km zul je geen winkel of horeca meer tegenkomen.
In Ogonki verruil de E11 de zwarte markering voor blauwe, die scherp rechtsaf in de Ulica Sckolá begint. Al snel bereik je op een voormalige spoordam een uitgestrekt bosgebied, waar een van de meest avontuurlijke delen van de E11 ligt. Niet alleen wijkt de blauwe markering in het terrein zichtbaar af van wat op de beide detailkaarten staat ingetekend, maar bovendien houdt de blauwe markering bij een splitsing op het oude spoortracee op. Blijf je hier de spoordam volgen, dan zie je resten van markering waaruit niet valt op te maken of het hier om de wandelroute gaat, dan wel om een blauwe fietsroute of blauwe aanwijzingen voor houthakkers. Na verloop van tijd raakt de dam steeds meer overwoekerd en tenslotte leidt een klein paadje je naar links omlaag op een bosweg die parallel aan het tracee verloopt en even verder uitkomt op een andere zandweg (te herkennen aan het feit dat hij naar rechts met een grote boog over een viaduct over de oude spoorbaan gaat). Deze zandweg volg je naar links om een driesprong te bereiken waar de blauwe wandelroute van links komt en zich erbij voegt. Rechtuit is de wandelroute nu goed te volgen over een afstand van ruim 2 km, maar pas op: na de laatste (verse) markering sta je binnen enkele meters kniediep in het water van een ondergelopen vallei. Heb je toevallig een bootje bij je en kun je de aanvallen van twee zwanen pareren, dan kun je rechtuit varen en midden in de vallei rechtsaf slaan, om de route over anderhalve kilometer terug naar het westen te vervolgen; hier krabbel je op een punt waar markering ontbreekt de tegenoverliggende oever op en loop je rechtuit tot je weer op de spoordam bent. Zonder boot zul je evenwel een kilometer terug moeten lopen naar een brede zandweg die je nu naar links volgt over nog eens een kilometer. Uiteindelijk maakt de weg een ruime bocht naar links en kruist de oude spoorbaan. Hier sla je linksaf en op de spoordam vind je na circa 500 meter de blauwe markering van de wandelroute terug.
De E11 en de blauwe wandelroute blijven nu op de spoordam tot bij een grote bunker die daar in de Tweede Wereldoorlog door Himmler is neergezet bij wijze van hoofdkwartier. Een kilometer verderop bereik je de entree en enkele flats van het stadje Pozezdrze. De route slaat echter linksaf en volgt over ruim 4 km een rustige asfaltweg. Kort na de bushalte van Przytuly volgt de E11 de blauwe markering rechtsaf een weg met kinderhoofdjes op, eerst tussen velden, dan het bos in en tenslotte op geringe afstand van een meer aan de rechterhand. Via de verspreide huizen van Wilkus kom je in Jasienczyk. Hier kun je overnachten in een van de kampeerhuisjes van camping Aneta (140 zloty per huisje); bar, restaurant en kampwinkel zijn alleen in het hoogseizoen geopend. Loop je de bosweg verder af, dan bereik je een asfaltweg die je rechtsaf met een brug over een uitloper van het meer en bij Jasieniec brengt. Hier verlaat de E11 de blauwe markering. Op een kruispunt neem je naar links de groen gemarkeerde asfaltweg (dus niet de groen gemarkeerde fietsroute die een half verharde bosweg inslaat) naar Zabinki (logies mogelijk in "noclegi").
In Zabinki wijkt de markering af van wat er op de kaarten staat en slaat een halfverharde weg naar rechts in die tussen de velden door loopt, steeds begroeider en drassiger wordt en een meertje passeert. Tenslotte kom je bij Diable Góra (waar ooit Hitler's luchtafweergeschut stond) uit op een brede verharde weg. Die volg je naar rechts en meteen daarop naar links, tussen een kapotte picknickbank en natuurreservaat Brodi door. In weerwil van afslagen gaat de route nu steeds rechtuit, opnieuw over een overwoekerd bospad tot je tenslotte op een brede grintweg uitkomt. Op een splitsing (waar de Jacobsweg naar rechts gaat), slaat de groene route met de E11 linksaf en volgt over bijna 4 km de wegwijzers naar Czerwony Dwór. Onverwacht gaat het dan toch weer rechtsaf naar het kleine natuurreservaat Lipowy Jar en het Pilwag-meer, en dan met een boog weer terug naar de asfaltweg. Die bereik je bij Lesny Zakatek, een voormalige jeugdherberg die nu voor opleidingen wordt gebruikt. Hier slaat de E11 rechtsaf en passeert even verderop het jachthuis Lesny Zakatek 2, de enige plek in het bos waar je kunt overnachten (tel. +49609052850; 70 zloty p.p. voor slapen met avondbrood en ontbijt). Naar Czerwony Dwór zelf is het nu nog een kleine 2 km.
In het dorp houd je bij de bushalte rechts aan (links zijn twee winkeltjes); buiten het dorp gekomen op een halverharde weg sla je na anderhalve kilometer linksaf naar Olszanka. Opnieuw wijkt de markering af van wat er op de kaarten staat: de route slaat even rechtsaf en tegenover een boshuis linksaf naar het dorpje Zawady Oleckie. Hier op het kruispunt linksaf en 2 km verderop bereik je een agroturystik en na nog eens 2 km het dorpje Jablonowo met een winkeltje en een bushalte. De groene markering voert je het dorp uit over een al gauw weelderig begroeid pad tussen de akkers en door het bos. Raak je hier de markering kwijt, dan kun je het beste langs de korenakkers in het bos naar het oosten struinen; met een beetje geluk kom je dan in het dorp Golubie Wezewskie uit. Langs de Szeska Góra (de berg van Szeszki) bereik je het dorp Szeszki en verdere boswegen brengen je naar Wilkasy. Hier volg je de asfaltweg naar links; op een splitsing van asfaltwegen opnieuw linksaf en aan het einde van het dorp Kamionki rechtsaf. Nu volgt een lang en mooi traject over de hoogste heuvels van Mazurie; je bereikt 300 m hoogte. Aan het eind van deze brede halfverharde weg ligt de stad Goldap. Grootse uitbreidingsplannen zorgen ervoor dat je met diverse slingers over toevoerwegen en rond aan- en afritten het centrum van het stadje bereikt. Op wat misschien wel het grootste centrale plein van Europa is, vind je de [www.UzdrowiskoGoldap.pl tourist information] waar je logies in alle prijsklassen kunt reserveren en gratis van internet gebruik maken. In Goldap zijn supermarkten, restaurants en een groot sportcomplex met zwembaden en sauna.
Kętrzyn - Karolewo - Czerniki (5 km) - Gierłoz/Wolfsschanze (10 km) - Parcz - 3 km na Parcz (rood) - Pilwa - Radzieje (20 km) - Łabapa - Sztynort (28 km) (zwart) - Sklodowo (32 km) - Kol. Harsz (33 km) - Harsz (36 km) - Róg - Ogonki (44 km) (blauw) - Pozezdrze (51 km) - Sapieniec - Przytuli - Wilkus - Przerwanki - Jasieńczyk (logies in kampeerhuisje Aneta, 62 km) - Przerwanski (64 km) - Jasieniec (65 km) (overnachten is mogelijk in Jeziorowski, 2 km) (groen) - Żabinki (66 km) - Diable Góra - Rogonie - Lesny Zakarek (82 km) - Czerwony Dwór - L. Olszanka - agroturystika Jablonowo 18 (91 km) - Jablonowo - Golubie Wężewskie - Wilkasy - Kamionki - Pietrasze - Suczki - Osiedłe - Gołdap (118 km).
Gołdap - Litouwen (165 km)
bewerkenNa Gołdap loopt de route door het natuurgebied Puszcza Romincka en de heuvelachtige provincie Podlaskie; vaak door al dan niet beschermde gebieden met schitterende natuur. 's Zomers is er ongeveer hetzelfde weertype als in Nederland en Vlaanderen (zij het met minder regen); 's winters is het er aanzienlijk kouder. In de Puszcza Romincka heb je de keuze uit een groene en een rode variant. Kaarten: N-34-69/70 en N-34-71/72; uitsluitend voor de hieronder beschreven groene variant van Gołdap naar Stanczyki ook N-34-57/58. Bij de tourist information in Goldap is een detailkaart 1:40.000 van het Park Krajobrazowy Puszczy Rominckiej te koop, waarop de rode en de groene route van Goldap naar Stanczyki staan. Handig is ook de kaart "The land of five towns", 1:160.000, waarop de locaties van zeer veel overnachtingsmogelijkheden staan.
Sla in Gołdap voldoende in, want je zult nu gedurende 50 km geen winkel meer tegenkomen als je de groene route volgt. Deze route, die nog steeds de E11 draagt, slaat op het centrale plein van Gołdap de tweede weg rechtsaf en volgt over 5 km de vrij drukke weg 651. Aan de rand van de stad voegt een rode wandelroute zich erbij. Na een slinger door een oud spoorviaduct kun je kiezen uit de rood gemarkeerde wandelroute naar rechts (langs het vroegere station van Botkuny), of nog een kilometer verder langs de 651 met de groene route. De groene route die de E11 al vanaf Jasieniec volgt, loopt nu over circa 25 kilometer door eenzame bossen rakelings langs de Russische grens (exclave Kaliningrad, Koningsbergen) om na in totaal 31 kilometer in Stanczyki te eindigen.
In een bocht van weg 651 naar rechts bij Jurkiszki (agroturystik) gaat de groene route rechtdoor de bossen in, kruist tweemaal een blauwe wandelroute en verruilt, 4 km na Jurkiszki, in bosperceel 103 de halfverharde weg voor een bospad naar rechts. Dat komt na ruim 2 km uit op een andere halfverharde weg die de E11 naar links volgt om ter hoogte van een drassig gebied rechtsaf te slaan. Deze bosweg komt na enige tijd op een driesprong uit op een weggetje bestraat met kinderhoofdjes dat tweemaal een bocht naar links maakt. Let goed op de markering, want als je de afslag naar rechts mist, loop je binnen 600 m Rusland in - zonder enige andere waarschuwing dan een roestig voorrangsbord met een uitroepteken. Sla dus rechtsaf de zandweg in; de route is verder steeds goed gemarkeerd ondanks de vele slingers en de soms weelderige begroeiing. Tenslotte steekt de E11 24 km na Jurkiszki Weg 651 over (een kilometer naar rechts is een bushalte) en slaat een brede zandweg in. Na anderhalve kilometer gaat de groene markering tweemaal rechtsaf, een begroeid bospad op dat, weer anderhalve kilometer verder, onder een viaduct door uitkomt op de parkeerplaats bij een oude "Talbruecke" van de Pruisische spoorwegen. De rails zijn in 1945 door de Russen opgebroken en meegenomen, en daarna is heel Oost-Pruisen aan Polen gegeven, dus Pruisische of andere treinen rijden hier niet meer. Wel heeft het spoorviaduct de naam het hoogste van Polen te zijn, maar dat is waarschijnlijk oude roem: het hoogste van Oost-Pruisen, ja dat is mogelijk, maar in het zuiden van Polen zijn in de bergen beslist hogere viaducten te vinden, die bovendien nog in gebruik zijn.
De rode route kiest een stenige weg door het gehuchtje Botkuny. Die loopt de bossen in, houdt voor een oud viaduct links aan en komt dan op de dam van de oude spoorweg te lopen. Al spoedig sta je bovenop een nauwelijks als zodanig herkenbaar spoorviaduct met aan weerszijden gevaarlijke afgronden (je kijkt tegen de toppen van de bomen aan). De rode route blijft het spoortracé volgen tot een ongemarkeerd punt waar ze een scherpe bocht naar links maakt, een andere halfverharde weg in. Hiermee bereik je het dorp Galwiecie (mis je deze afslag, dan kom je met het spoortracé op weg 651 uit en zul je naar links terug moeten lopen). In Galwiecie (bushalte) steekt de route weg 651 recht over en slingert zich tussen de bebouwing van het dorp en de ruïnes van de bijgebouwen van een gerestaureerd landhuis door naar een halfverharde weg door de landbouwgronden. Met een grote boog bereik je, 4 km na Galwiecie, de oude spoorbaan weer; even verderop ligt Pluszkiejmy (bushalte). Volg nu het spoortracé naar links tot je onder een viaductje door op een splitsing komt. Hier ga je links van de hier laag gelegen spoorbaan af en kies je rechtdoor de asfaltweg naar Budwiecie. Bij de entree van deze buurtschap neemt de rode route een bosweg naar rechts die na 4 km op een T-splitsing uitkomt. Hier kies je de weg naar rechts en kom je het bos uit tussen een paar boerderijen. Op een tweede T-splitsing sla je linksaf naar Bludzie Wielkie. Met een eveneens rood gemarkeerde fietsroute kom je in Zabojady waar je links aanhoudt naar Będziszewo. Nu volgen enkele slingers over paadjes door het bos, waarna je weg 651 in Bląkały bereikt (winkel, bushalte). Enkele honderden meters naar rechts over weg 651 vind je de oude spoorbaan terug. Eerst loopt de rode route parallel hieraan over een asfaltweg; daarna over een met hoog gras begroeide oever van een beekloop totdat je 2 km na Bląkały de Stańczykach-bruggen in zicht krijgt. De bruggen van Stanczyki zijn een regionale attractie waarvoor toegang (€0,50pp) betaald moet worden om ze ter mogen bewandelen. De rode route zwenkt naar rechts en na nog geen kilometer bereik je herberg Zajazd Bialy Dwór (kamer met 2 maaltijden 73 złoty) in Stańczyki. Ernaast staat een agroturystik en na een slinger omhoog bereikt de rode route over het asfalt de parkeerplaats van het oude spoorviaduct.
Vanaf de parkeerplaats stijgt de E11, nu rood gemarkeerd, naar het oude spoortracé om dat naar rechts over anderhalve kilometer te volgen. Dan volgen een rechte hoek naar rechts en een zandweg naar het dorpje Maciejowięta (agroturystik). Door het dorp links en na het dorp weer links, terug naar de oude spoorbaan. Weer op de spoorbaan passeer je gedenkstenen die aan het verdwenen dorp Golubben herinneren. Uiteindelijk bereik je, steeds rechtuit gaande over de halfverharde weg, het dorp Poblędzie. Inmiddels ben je door een belangrijke historische grens gekomen: het oude Pruisen met het oude Rusland. Enb dat is te zien aan de architectuur: opeens staan er houten boerderijen en doet het landschap Litouws aan in plaats van Duits. Door het dorp komt de E11 op een kruising samen met een gele route en fietsroute R65; hier volg je de drie routes naar rechts tot een driesprong. Hier verlaat de E11 de rode route (en fietsroute R65) om met de gele markering (en fietsroute R68) rechtsaf te slaan. De fietsroute buigt al spoedig weer rechtsaf, maar de gele markering brengt de E11 via de buurtschap Klajpedka naar het dorpje Klajpeda. Bij de kapel van het dorp neem je de asfaltweg naar links langs een bushalte om nog voor de agroturystik rechtsaf een halfverharde weg naar en door de buurtschap Dziadówek te volgen. Na de klim door het dorp bereik je een driesprong waar een zwarte en een rode route beginnen (aangegeven door een dikke stip). Kaart N-34-69/70 geeft ten onrechte aan dat de E11 de zwarte route zou volgen; in werkelijkheid volgt zij de gele en de rode route naar rechts. Nog geen 200 m verder splitst de gele route zich af naar links; de E11 volgt nu de rode route pal naar het zuiden en stijgt steil tussen de verspreide bebouwing van Dzierwany naar een kruispunt met een bar met een grote tuin. Opnieuw wisselt de E11 van kleur; ze volgt nu de blauwe route 2 km naar links tot een T-splitsing waar ook groene markering verschijnt.
Op dit punt kun je linksaf na 1 km de eerste agroturystiken van Smolniki bereiken (Goscienny Jaćwing neemt ook trekkers voor een nacht op; kamer met twee maaltijden 75 złoty), of na nog een tweede kilometer (voorbij de kerk en twee begraafplaatsen) een bushalte, een winkel en enkele huizen met kamers te huur.
De E11 gaat evenwel op de driesprong rechtsaf en volgt nu de komende 28 km de groene markering. De eerste 2 km loopt ook een educatief pad met drietalige informatieborden over de omgeving mee, die bestaat uit zeldzaam ongerepte natuur met rijke bossen op steile heuvels langs diverse meren. Na bord 9 slaat de E11 rechts een zandweg in om na nog 3 km over een asfaltweggetje het strekdorp Udziejek te doorkruisen. Je passeert hier een agroturystik die het ongetwijfeld bij kinderen goed zal doen. Aan het einde van het dorp slaat de E11 rechtsaf, een halfverharde weg in die naar enkele boederijen aan een andere halverharde weg leidt. Er is hier te weinig markering, maar de bedoeling is dat je hier even de blauwe markering naar links volgt totdat je de groene markering weer ziet: Tussen een huis en zijn bijgebouwen door kom je op een begroeid wagenspoor tussen de velden, dat uitmondt in een romantische vallei vol bloemen en hoog gras. Het spoor is hier nauwelijks meer zichtbaar; houdt de linkerkant van het valleitje aan tot je op de bomen weer markering ziet. Die brengt je dan over een paadje op de oever van een meer naar Góra Zamkowa, waar ook zwarte en gele markering samenkomen. Hier ga je naar links totaan de grote agrturystik Czajewszczyzna. Op het kruispunt zijn de andere routes gemarkeerd, maar de groene (en dus de E11) niet; sla evenwel rechtsaf en volg het educatieve pad slingerend langs twee meren naar Kazimierówka (twee agroturystiken). Over een asfaltweg bereik je het dorp Jeleniewo met zijn opvallende grote en hoog geplaatste houten kerk.
In Jeleniewo zijn (naar links) twee agroturystiken en als je weg 655 oversteekt om de kerk van dichterbij te bekijken, vind je aan je rechterhand, aan de andere kant van het plantsoen, een winkel en een snackbar. Hier steekt de E11 opnieuw weg 655 over en gaat rechtuit tussen de school en de bank een woonstraat in. Na de laatste huizen vind je groene markering; de route gaat rechtuit een karrespoor op. Waarschijnlijk is hier de route in het ongerede geraakt als gevolg van een ruilverkaveling, want de kaarten kloppen hier niet met de werkelijkheid. Ga nu zoveel mogelijk in westelijke richting totdat je een noord-zuid lopend asfaltweggetje tegenkomt en volg dat naar links (naar het zuiden). Uiteindelijk vind je dan weer wat groene markering bij een grotere asfaltweg en een bushalte, maar niet duidelijk is waarheen die je wijst. Het beste kun je hier de grotere weg naar links (naar het oosten) nemen tot voorbij het plaatsnaambord "Jeleniewo". In een bocht van de weg sla je rechtsaf een ruime zandweg in. Volg je die, dan vind je na een driesprong de groene markering terug; volg die naar links om in het dorp Prudziszki weg 655 terug te vinden. In het dorp zijn kamers te huur (pokoje) en aan de zuidkant zijn een cafe en een winkel.
Prudzyszki leent zich voor een dagbezoek aan de grote stad Suwałki met haar ruim opgezette neoclassicistische architectuur. Bij de winkel in Prudzyszki is een bushalte waar af en toe een bus naar de grote stad Suwałki stopt. Het beste kun je in het dorp overnachten, met een vrioege bus naar de stad gaan en aan het begin van de avond terugkeren. In de omgekeerde richting zijn de busverbindingen beduidend slechter en bovendien is logies in Suwałki duur.
Na de winkel in Prudzyszki gaat de groen gemarkeerde E11 schuin linksaf een halfverharde weg in, tussen verspreide bebouwing door het bos in. Na 4 km brengt de groene markering je bij de drukke weg 8, die de E11 recht oversteekt (voorzichtig!). Hier begint een zwart gemarkeerde route die de E11 tot bij Stary Folwark meeneemt, afwisselend door bos en open terrein. Aanvankelijk buigt de route door bos langzaam naar links, komt dan bij een meer in open gebied waar de zwarte markering vrijwel verdwijnt. De route maakt hier een ruime boog om het meer, met de wijzers van de klok mee naar Osinki. Hier gaat het tweemaal met een rechte hoek linksaf en met schaarse markering weer een bos in. Dan steekt de route een bosweide over, gaat weer het bos in, en verliest de markering volledig. Op nog geen duizend meter na de bosweide gaat de E11 tweemaal rechtsaf (wie goed zoekt, vindt zwarte markering op een verscholen boom, die aan lijkt te geven dat je van een andere kant had moeten komen). Over een brede zandweg loop je nu naar het oosten tot de zwarte markering na ruim 1 km plotseling linksaf een bospad inslaan. Dit loopt door een meer; kun je hier niet verder, ga dan terug naar de zandweg en volg die verder naar een kruispunt. Hier ga je rechtuit een begroeide bosweg in. Na een bocht naar links komt de markering er van links opzij bij.
Volg deze landweg, die inmiddels uit het bos gekomen is, totaan een spoorwegovergang. Steek de spoorbaan (2 personentreinen per dag; het is de internationale verbinding van Polen met de Baltische staten en Sint-Petersburg) over en volg haar terug in de richting vanwaar je gekomen bent. Je kunt nu het beste de weg naar links volgen tot je op een asfaltweg stuit met een bushalte en het plaatsnaambord "Lipniak". Over het asfalt loop je naar rechts tot net in het dorp Nowa Wies, waar een hotel zou zijn. Schaarse markering leidt je hier linksaf een veldweg op, die overgaat in een overwoekerd karrespoor tussen de velden. Na circa 2 km bereik je een bord van Wigierski Park Narodowy. Volg de halfverharde weg naar rechts; even verderop begint voortreffelijke markering met bordjes die de E11 naar het dorp Tartak (2 agroturystiks) voert. Volg je de zwarte markering verder, dan kom je na nog een kilometer in Stary Folwark, een watersportcentrum waar logies in alle prijsklassen is te vinden en bovendien een winkel, een snackbar en een restaurant. Stary Folwark heeft aan de grote weg uitstekende busverbindingen met Suwałki.
De E11 verruilt evenwel de zwarte route voor een kort stuk langs de grote weg, naar links, over een brug, en na nog 300 meter langs enkele huizen. Nu slaat de E11 met een groen gemarkeerde route rechtsaf naar Magdalenowo (agroturystik), Wigry (hotel, pokoje en barok klooster op enkele honderden meters van de route af), het schiereiland Rosocharty Róg met goedkoop logies, en Kolajewo (pokoje). Na het laatste huis gaat de E11 een bospaadje op naar een ingang van het Wigierski Park Narodowy en een kruispunt van wandelroutes. Hier neemt de E11 de blauwe route naar links, tot aan Mackówa Ruda; bij een picknickbank rechtsaf naar de buurtschap Wysoki Most (agroturystik).
De E11 gaat hier rechtuit over een asfaltweg door open land, maar slaat na 700 meter links een halverharde bosweg in. Kom je daarmee door het bos heen in een ander agrarisch gebied, dan stuit je opnieuw op een plaatsnaambord "Wysoki Most", zij het dat hier geen brug te bekennen is (most betekent brug). Blijf nu steeds de blauwe markering volgen over halfverharde wegen door de dorpjes Buda Ruska en Jeziorki, tot er na een stukje bos plotseling een grote kerk opdoemt. De markering duikt nu een tuin bij een huis in; om moeilijkheden met de bewoners te voorkomen kun je beter even rechtdoor lopen naar een asfaltweg en die naar links volgen, naar en doorheen het langgerekte dorp Karolin. Op een punt aan het einde van het dorp waar markering ontbreekt slaat de E11 rechtsaf een brede halfverharde weg in. Eveneens zonder markering gaat het verderop linksaf en dan naar rechts het bos in; je kunt ook de halfverharde weg uitlopen totaan een asfaltweg en die laatste naar links volgen tot je in het bos de markering weer ziet (die moet je nu naar rechts volgen). In het bos laat de markering je opnieuw in de steek; op een kruising moet je een halfverharde bosweg naar links volgen tot je vrijwel helemaal door Wiersnik heen bent. Hier wijst blauwe markering je de weg een weiland in en meteen bij aankomst in Giby vind je aan je linkerhand een agroturystik waar men graag Engels spreekt.
De E11 blijft de blauwe markering door dit zuidelijke deel van Giby. Na ongeveer een kilometer gaat het tussen twee agroturystiken door. Kort voor de grote weg 16 buigt de route naar links om langs een paar huizen een brug in de weg te bereiken. Over de brug begint het centrum van Giby met winkels, restaurants, een bushalte en meer logiesmogelijkheden, maar de E11 slaat nu met rode markering de asfaltweg naar Zelwa in. Na 1 km passeer je Campercamp dat in tegenstelling tot zijn naam ook slapen in een tent of in gastenkamers mogelijk maakt. De E11 volgt het asfalt tot het ophoudt en slaat dan linksaf om over een brede halfverharde weg het strekdorp Zelwa te bereiken. Ook hier zijn agrturystiken.
Bij de bushalte met abri in Zelwa is de route verlegd. Geeft de kaart nog aan dat de rode route hier rechtsaf slaat; de markering volgt het asfalt nu verder tot buiten het dorp. In een bocht van de weg gaat de markering rechtuit, met een overwoekerd karrespoor langs een beschermd natuurgeboedje het bos in. Dan volgt een tracee door het bos, op afstand parallel aan de weg; gezien de schaarste aan markeringen dien je over een goed richtinggevoel te beschikken om in Berzniki aan te komen (de rustige asfaltweg door Wigrance en Dubowo (agroturystik) biedt een goed alternatief). In Berzniki staat een opmerkelijke houten kerk; verder zijn er een winkel en twee agroturystiken.
De E11 verlaat Berzniki naar het noordwesten langs een oorlogsbegraafplaats die herinnert aan een overwinning van de Polen op de Litouwers in 1920. Het is verleidelijk de asfaltweg naar Ogrodniki in te slaan, maar dat is niet de bedoeling; de E11 slaat een weg later rechtsaf (markering ontbreekt) en bereikt door Polkoty en Dworczysko de internationale weg 16. De E11 steekt deze recht over, kiest een stenige halfverharde weg. Ter hoogte van wat wel een eenpersoons begraafplaats genoemd mag worden, geeft markering aan dat de rode route naar links, maar een zwarte route naar rechts afslaat. Die zwarte markering moet de laatste negen kilometers van de E11 begeleiden, maar slaagt daar niet in. In een stukje bos verdwijnt niet alleen de markering, maar elk spoor van een begaanbare weg, zodat er niets anders opzit dan over een halfverhard weggetje naar rechts weg 16 op te zoeken en deze naar links te volgen totaan de grensovergang op 3 km van Ogrodniki (hier kun je de zwarte markering terugvinden). Zowel Litouwen als Polen behoort tot het Schengen-gebied en de Europese Unie; er vindt dus geen enkele grenscontrole meer plaats, wat zichtbaar de doodslag voor veel bars heeft betekend. Wel kun je er geld wisselen. Deze grensovergang is het officiële eindpunt van de E11. Er is een motel-restaurant en even over de grens in Litouwen is nog een hotel.
Groen gemarkeerde variant: Gołdap (groen) - Jurkiszky (6 km) - Hajnówek - Blędziski - Stanczyki (33 km). Rood gemarkeerde variant: Gołdap (rood) - Botkuny - Galwiecje (10 km) - Pluszkiejmy (14 km) - Budwiecie - Bląkały - Stanczyki (33 km). Vervolg: Stanczyki (rood) - Maciejowieta (36 km vanaf Gołdap) - Pobłedzjie (geel) - Klajpedka - Klajpeda (49 km) - Dziadówek (rood) - Dzierwany (blauw) - driesprong(55 km) (op 1 km Smolniki) (groen) - Udziejek (60 km) - Czairwszczyzna (65 km) - Kazimierówka (69 km) - Jeleniewo (70 km) - Prudziszki (79 km) - kruising met autoweg 8 (=E67) (zwart) - Osinki - Lipniak - Nowa Wies (95 km) - Tartak (103 km en op 1 km Stary Folwark) (groen) - Magdalenowo (105 km) - Wigry (106 km) - Rosocharty Róg (109 km en 110 km) - Kolajewo (111 km en 112 km) - Węgzał (blauw) - Maćkowa Ruda - Wysoki Most (118 km) - Gremzdówska - Jeziorki - Karolin - Wiersnik - Giby (133 km, 134 km, 135 km en 136 km) (rood) - Zelwa (141 km en 143 km) - Berżniki (150 km) - Dworczysko - J.Szłabinki (zwart) - grensovergang Ogrodniki (165 km).
Litouwen, Letland en Estland
bewerkenDe route maakt een slinger door de drie staten heen, waarbij deze in Litouwen voornamelijk de Memel volgt.
Overnachten
bewerkenCommunity
bewerkenDe groep wandelaars op de E11 is klein. Op Facebook is een gemeenschap actief.
De route van de E11 wordt vastgelegd in Openstreetmap. Resultaten hiervan zijn te vinden in waymarkedtrails.
Routebeschrijvingen en kaartmateriaal
bewerkenPrames in opdracht van Europese Wandelvereniging: Map of European Long-Distance Footpaths; Karte der Europäischen Fernwanderwege; Carte des Sentiers Européens de Grande Randonnée (2010), kaart en beschrijving van de EWV en haar routes, gratis verkrijgbaar via (es) Prames.com en ERA-EWV-FERP.org
- ↑ Kompass Wander- und Radtourenkarte (1:50.000) nr. 745 Havelland. ISBN 3-85491-505-5 met ingetekende E11 tussen Golzow en omgeving Berlijn-Grünewald.
- ↑ Kompass Wander- und Radtourenkarte (1:50.000) nr. 746 Märkische Schweiz. ISBN 3-85491-506-3 met ingetekende E11 tussen Köpenick en Frankfurt.
- ↑ http://www.Waldwissen.net/lernen/Weltforstwirtschaft/wsl_Polen/index_DE, een Duitse website over de bosbouw wereldwijd.
- ↑ info@Grupa18.pl
- ↑ http://en.Wikipedia.org/wiki/The_Royal-Imperial_Route_in_Poznań
- ↑ http://en.Wikipedia.org/wiki/Lake_Malta
- ↑ Mogilno na Szlaku Piastowskim, uitgave Artem, Witkowo, 1:50 000, ISBN 83-913969-6-7
- ↑ Henryk Miloszewski, PTTK: Informator 2, Szlak Żółty Toruń - Golub-Dobrzyń - Brodnica - Radomno. Lijst van plaatsen langs de E11 met hun bezienswaardigheden, uitgave PTTK Toruń.
- ↑ Henryk Miloszewski, PTTK: Informator 2, Szlak Żółty Toruń - Golub-Dobrzyń - Brodnica - Radomno. Folder met een lijst van plaatsen en bezienswaardigheden langs een deel van de route.
- 1 2 PPWK/Copernicus: "Grosse Masurische Seen 1:100 000", ISBN 978-83-7697-003-5, detailkaart van het oostelijk deel van Mazurië.
Dit artikel bevat informatie uit het artikel Wandelroute E11 op Wikipedia. Bekijk de paginageschiedenis daar voor de lijst van auteurs. |